Regeling van de Minister van Financiën van 23 februari 2016, kenmerk: 2016-0000013893, tot wijziging van de Regeling financiële markten BES 2012 in verband met de erkenning van assurantiediploma’s en de jaarlijkse indexering van de normbedragen voor de kredietwaardigheidstoets (Wijziging van de Regeling financiële markten BES 2012)

De Minister van Financiën,

Gelet op de artikelen 3:4 en 7:17, zesde lid, van het Besluit financiële markten BES;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling financiële markten BES 2012 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2:2 komt te luiden:

Artikel 2:2 (erkende assurantiediploma’s)

  • 1. Erkende diploma’s als bedoeld in artikel 3:4 van het besluit ter zake van bemiddeling in levensverzekeringen onderscheidenlijk het optreden als gevolmachtigd agent met betrekking tot levensverzekeringen zijn:

    • a. een diploma dat in Curaçao of Sint Maarten toegang geeft tot de bemiddeling in levensverzekeringen of het optreden als gevolmachtigd agent met betrekking tot levensverzekeringen;

    • b. een diploma als bedoeld in artikel 4:9, derde lid, van de Wet op het financieel toezicht, voor zover dit diploma in Europees Nederland toegang geeft, of op het tijdstip van uitgifte toegang gaf, tot de bemiddeling in levensverzekeringen.

  • 2. Erkende diploma’s als bedoeld in artikel 3:4 van het besluit ter zake van bemiddeling in schadeverzekeringen onderscheidenlijk het optreden als gevolmachtigd agent met betrekking tot schadeverzekeringen zijn:

    • a. een diploma dat in Curaçao of Sint Maarten toegang geeft tot de bemiddeling in schadeverzekeringen of het optreden als gevolmachtigd agent met betrekking tot schadeverzekeringen;

    • b. een diploma als bedoeld in artikel 4:9, derde lid, van de Wet op het financieel toezicht, voor zover dit diploma in Europees Nederland toegang geeft, of op het tijdstip van uitgifte toegang gaf, tot de bemiddeling in schadeverzekeringen.

  • 3. Een diploma als bedoeld in het eerste of tweede lid dat meer dan tien jaar geleden is behaald, is slechts geldig indien de houder van het diploma in de laatste vijf jaar ten minste twee jaar relevante werkervaring heeft opgedaan.

B

De tabel in artikel 2:5 wordt vervangen door de volgende tabel:

Aantal personen afhankelijk van het inkomen van de aanvrager (incl. aanvrager)

Normbedrag (USD)

Standaard woonlasten (USD)

Bonaire

Statia

Saba

Bonaire

Statia

Saba

1 volwassene

685

744

704

108

117

110

1 volwassene, 1 kind

890

966

915

140

152

144

2 volwassenen

1027

1115

1056

161

174

165

1 volwassene, 2 kinderen

1095

1189

1125

172

187

177

2 volwassenen, 1 kind

1233

1338

1266

194

211

199

3 volwassenen

1369

1486

1407

215

233

221

2 volwassenen, 2 kinderen

1438

1561

1477

226

245

232

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2016.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

TOELICHTING

Algemeen

De Regeling financiële markten BES 2012 (Rfm BES) is gebaseerd op de Wet financiële markten BES (Wfm BES) en het Besluit financiële markten BES (Bfm BES), en bevat een nadere uitwerking van een aantal in die wet, respectievelijk dat besluit geregelde onderwerpen. De onderhavige regeling wijzigt de Rfm BES op twee onderdelen:

  • door aanpassing van de lijst van erkende assurantiediploma’s (artikel 2:2);

  • door aanpassing van de bij de zogeheten kredietwaardigheidstoets toegepaste normbedragen aan de ontwikkeling van de prijsindex (artikel 2:5).

Artikelsgewijs

Artikel I

A

Artikel 2:2 van de regeling bevatte een lijst van erkende diploma’s waarmee de houder van het diploma kan aantonen te beschikken over de vereiste geschiktheid (voorheen: deskundigheid) voor de uitoefening van het bedrijf van bemiddelaar in levensverzekeringen of schadeverzekeringen, respectievelijk van het bedrijf van gevolmachtigd agent. De lijst was ontleend aan het Landsbesluit erkende diploma’s assurantiebemiddelingsbedrijf dat indertijd in de Nederlandse Antillen van kracht was en in Curaçao en Sint Maarten materieel nog van kracht is. Verschillende van de in de lijst voorkomende diploma’s kunnen nu niet meer worden behaald. Mede om die reden is artikel 2:2 geactualiseerd.

Op dit moment bestaan er geen diploma’s die specifiek zijn geënt op de Wfm BES en aldus zijn afgestemd op de lokale markt in Caribisch Nederland. Uitgangspunt van het gewijzigde artikel 2:2 is daarom dat de voor de uitoefening van het assurantiebemiddelingsbedrijf vereiste vakbekwaamheid moet blijken uit een diploma dat hetzij in Curaçao en Sint Maarten, hetzij in Europees Nederland toegang geeft tot de bemiddeling in verzekeringen. Tezamen gaat het om de diploma’s die in de oude tekst van artikel 2:2 werden genoemd, zodat in dat opzicht geen sprake is van een wijziging ten opzichte van de oude situatie. Voor de goede orde zij opgemerkt dat een op grond van de Wet op het financieel toezicht (Wft) afgegeven diploma niet actueel gehouden behoeft te zijn met een PE-examen, overeenkomstig de Wft-regels. Een dergelijk voorschrift zou niet passend zijn voor een bemiddelaar die na het behalen van het diploma zijn werkzaamheden heeft verlegd naar Caribisch Nederland.

Nieuw is wel de eis die in het derde lid wordt gesteld ten aanzien van diploma’s die meer dan tien jaar geleden zijn behaald. In dat geval zal de houder van het diploma moeten aantonen dat hij in de afgelopen vijf jaar ten minste twee jaar relevante werkervaring heeft opgedaan. Daarmee wordt voorkomen dat iemand die lang geleden een assurantiediploma heeft behaald, maar in recente jaren in hoofdzaak andere werkzaamheden heeft verricht, als bemiddelaar werkzaam kan worden op basis van een verouderd diploma en zonder recente werkervaring. Het derde lid heeft geen gevolgen voor houders van een ouder diploma die in de voorbije vijf jaar gedurende ten minste twee jaar relevante werkervaring hebben opgedaan en aldus hun praktische kennis op peil hebben gehouden.

B

Onderdeel B strekt tot het aanpassen van de normbedragen en standaard woonlasten, zoals opgenomen in artikel 2:5 van de Rfm BES, aan de ontwikkeling van de consumentenprijsindex voor Caribisch Nederland. Aanbieders van krediet zijn ingevolge artikel 7:17 van het Bfm BES gehouden een kredietwaardigheidstoets uit te voeren om te bepalen wat het ten hoogste aan een consument te verstrekken krediet is, gegeven diens inkomsten en vaste lasten, en rekening houdend met de samenstelling van zijn huishouden. Voor het berekenen van de vaste lasten maakt het toe te passen rekenmodel gebruik van forfaitaire normbedragen en, daarin begrepen, forfaitaire woonlasten. Deze bedragen zijn vastgelegd in artikel 2:5. Zij zijn afhankelijk van de samenstelling van het huishouden van degene die het krediet aanvraagt en van het openbaar lichaam waar hij woonachtig is. De in artikel 2:5 bedoelde bedragen worden eenmaal per jaar aangepast aan de ontwikkeling van de door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerde consumentenprijsindex voor Caribisch Nederland. In 2015 zijn de consumentenprijzen licht gedaald: in Bonaire met 0,9%, in Sint Eustatius met 1,0% en in Saba met 0,1%. In overeenstemming daarmee worden de voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba geldende bedragen met respectievelijk 0,9%, 1,0% en 0,1% verlaagd. Dit resulteert in de ingevolge deze regeling gewijzigde tabel.

Artikel II

De onderhavige regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2016. Op dat tijdstip treedt eveneens de in artikel VI van het Wijzigingsbesluit financiële markten 2016 geregelde aanpassing van het Bfm BES in werking, die het mogelijk maakt voorwaarden te verbinden aan de erkenning van assurantiediploma’s, zoals thans geschiedt in artikel 2:2, derde lid, van de Rfm BES.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Naar boven