Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten voor Wlz-uitvoerders Wlz 2015

De Raad van Bestuur van Zorginstituut Nederland,

Gelet op artikel 91, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, artikel 4.4 en artikel 4.5, van het Besluit Wfsv en de Aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2015,

heeft in zijn vergadering van 16 maart 2015 besloten:

§ 1 Algemeen

Artikel 1

Dit besluit verstaat onder:

a. Wlz:

Wet langdurige zorg;

b. Aanwijzing:

Aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2015;

c. Wlz-uitvoerder:

een rechtspersoon als bedoeld in artikel 4.1.1 van de Wlz;

d. het Zorginstituut:

Zorginstituut Nederland.

Artikel 2

  • 1. Het Zorginstituut keert het voorlopig vastgestelde en het definitief vastgestelde beheerskostenbudget uit met inachtneming van de Regeling voorschotverlening op uitkeringen Wlz 2015.

  • 2. Het Zorginstituut verdeelt in het jaar 2015 een totaalbedrag van 75,140 miljoen euro aan besteedbare middelen beheerskosten over de Wlz-uitvoerders.

§ 2 Voorlopige vaststelling beheerskostenbudget 2015

Artikel 3

Het Zorginstituut stelt in januari 2015 voor iedere Wlz-uitvoerder, anders dan in de hoedanigheid van zorgkantoor, een voorlopig beheerskostenbudget vast ter bepaling van de besteedbare middelen voor het kalenderjaar 2015 ten laste van het Fonds langdurige zorg (Flz).

Artikel 4

Het Zorginstituut verdeelt het in de Aanwijzing voor de Wlz-uitvoerders bestemde totaalbedrag over de Wlz-uitvoerders als volgt:

  • a. een bedrag van 1.413.333 euro op basis van het aantal bij hen ingeschreven verzekerden dat aanspraak kan maken op verstrekkingen en uitkeringen ingevolge de Wlz;

  • b. een bedrag van 73.726.667 euro op basis van het aantal bij hen ingeschreven verzekerden dat aanspraak kan maken op verstrekkingen en uitkeringen ingevolge de Wlz, waarbij verzekerden, die op 1 juli 2014 vijfenzestig jaar of ouder zijn, dubbel tellen.

Artikel 5

  • 1. Indien een Wlz-uitvoerder zijn overige taken, bedoeld in artikel 4.4, tweede lid van het Besluit Wfsv, geheel of gedeeltelijk uitbesteedt, betaalt hij aan het zorgkantoor waaraan hij deze taken uitbesteedt per verzekerde een bedrag van 3,6233219 euro als vergoeding in de beheerskosten.

  • 2. Het Zorginstituut berekent het in het eerste lid van dit artikel genoemde bedrag door het bedrag van 70,900 miljoen euro te delen door het aantal Zvw-verzekerden per 1 mei 2014, waarbij de Zvw-verzekerden die per 1 mei 2014 ouder zijn dan 65 jaar dubbel tellen.

  • 3. Voor de bepaling van het aantal Zvw-verzekerden, bedoeld in het tweede lid, gebruikt het Zorginstituut het persoonskenmerkenbestand dat de zorgverzekeraars met peildatum 1 mei 2014 beschikbaar stellen aan het Zorginstituut.

Artikel 6

Ter vaststelling van de beheerskostenbudgetten per Wlz-uitvoerder sommeert het Zorginstituut per Wlz-uitvoerder de ingevolge artikel 4, onderdeel a en b, berekende bedragen. Het Zorginstituut rondt de beheerskostenbudgetten af op hele euro’s, waarbij het Zorginstituut bedragen van een halve euro en hoger afrondt naar boven en overige bedragen naar beneden.

Artikel 7

Voor de bepaling van het aantal verzekerden, bedoeld in artikel 4, onderdeel a en b, gebruikt het Zorginstituut de opgaven van de verzekerdenaantallen per 1 juli 2014 van de zorgverzekeraar. Deze opgave heeft de zorgverzekeraar in de tweede kwartaalstaat AWBZ zorgverzekeraars 2014 vermeld en dient te zijn voorzien van een bestuursverklaring.

Artikel 8

Voor een nieuwe Wlz-uitvoerder, die geen rechtsopvolger is van een of meer bestaande Wlz-uitvoerders, kan het Zorginstituut uitgaan van andere dan in dit besluit genoemde verzekerdenaantallen.

§ 3 Definitieve vaststelling beheerskostenbudget 2015

Artikel 9

  • 1. Uiterlijk in 2017 stelt het Zorginstituut de beheerskostenbudgetten definitief vast.

  • 2. Het Zorginstituut gaat voor de bepaling van het aantal verzekerden bij de definitieve vaststelling uit van de opgaven van de verzekerdenaantallen per 1 juli 2015 van de Wlz-uitvoerders, zoals deze staan vermeld in de tweede kwartaalstaat Wlz van de Wlz-uitvoerders.

  • 3. Het Zorginstituut gaat voor het in artikel 5, tweede lid berekende bedrag bij de definitieve vaststelling uit van het aantal Zvw-verzekerden per 1 mei 2015, waarbij de Zvw-verzekerden die per 1 mei 2015 ouder zijn dan 65 jaar dubbel tellen.

§ 4 Slot

Artikel 10

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin deze worden geplaatst, en werken terug tot en met 1 januari 2015.

Artikel 11

Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten Wlz-uitvoerders Wlz 2015.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Plv. Voorzitter Raad van Bestuur, A. Boer

Goedgekeurd door de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bij brief van 25 maart 2015, kenmerk 744434-134748-Z.

TOELICHTING

Met ingang van 1 januari 2015 is de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) vervangen door de Wet langdurige zorg (Wlz). In de Wlz is in artikel 4.2.4 een onderscheid gemaakt tussen de taken van Wlz-uitvoerders in de hoedanigheid van zorgkantoor en de overige taken. In aansluiting hierop is in de Aanwijzing van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (voor 2015: kenmerk 702090-131223-Z), (hierna de Aanwijzing) een splitsing aangebracht in de budgetten voor de taken die de zorgkantoren uitvoeren en de overige taken van de Wlz-uitvoerders. Deze overige taken worden formeel uitgevoerd door de Wlz-uitvoerder maar in de praktijk geheel of gedeeltelijk uitbesteed aan de zorgkantoren.

Jaarlijks stelt het Zorginstituut de beleidsregels ter verdeling van de besteedbare middelen beheerskosten Wet langdurige zorg (Wlz) vast naar aanleiding van de Aanwijzing. In de onderhavige beleidsregels is de volledige budgetcyclus van de beheerskosten Wlz opgenomen. Zorginstituut Nederland (het Zorginstituut) heeft separaat voor beide taken beleidsregels opgesteld. Voor de taken van het zorgkantoor heeft de Staatssecretaris 69,281 besteedbaar gesteld. Voor de taken van Wlz-uitvoerders is een bedrag van 75,140 miljoen euro besteedbaar gesteld. Hieronder wordt de taak van de Wlz-uitvoerders nader toegelicht.

Elke cyclus begint in december t-1 met de Aanwijzing voor het kalenderjaar waarop de toegekende middelen betrekking hebben (jaar t). Vervolgens stelt het Zorginstituut beleidsregels op waarin het vaststelt hoe het de besteedbare middelen verdeelt. In januari van jaar t stelt het Zorginstituut het voorlopige beheerskostenbudget vast. In de Regeling voorschotverlening op uitkeringen Wlz 2015 van het Zorginstituut is bepaald op welke wijze de voorschotten worden uitgekeerd, dat de voorschotten worden verrekend met de definitieve vaststelling en op welke wijze rente wordt berekend.

Nadat in het jaar t+1 de staatssecretaris een Nadere aanwijzing voor het jaar t heeft afgegeven, stelt het Zorginstituut het beheerskostenbudget voor Wlz-uitvoerders definitief vast. In deze definitieve vaststelling wordt ook de rente over het beheerskostenbudget vastgesteld.

De staatssecretaris heeft de besteedbare middelen beheerskosten Wlz voorafgaand aan het jaar 2015 vastgesteld op 144,421 miljoen euro. Dit bedrag is bestemd ter dekking van de uitgaven voor de uitvoering van de Wlz voor de Wlz-uitvoerders en de zorgkantoren. In deze beleidsregels heeft het

Zorginstituut een bedrag van 75,140 miljoen euro vastgesteld als totaalbudget voor de Wlz-uitvoerders. Dit bedrag is als volgt berekend:

Omschrijving

Bedrag (1 = 1 mln)

Historisch bepaald basisbedrag

4,177

Structureel bedrag voor uitvoering regionale zorg

60,000

Loon/prijs bijstelling (1,50%) voorcalculatorisch

0,963

Structurele aanvulling inzake cliëntondersteuning

10,000

Totaal

75,140

Het percentage voor loon- en prijsbijstelling wordt nagecalculeerd als daartoe te zijner tijd een nadere aanwijzing van de staatssecretaris verschijnt.

Van het totaalbedrag van 75,140 miljoen euro heeft 4,240 miljoen euro betrekking op de taken die in de AWBZ door de zorgverzekeraars werden uitgevoerd. De overige 70,900 miljoen euro dient te worden aangewend voor de uitvoering van de regionale werkzaamheden van de Wlz-uitvoerders.

Verdeling budget

De verdeling van het budgetgedeelte van 70,900 miljoen euro geschiedt op basis van het aantal bij de Wlz-uitvoerder ingeschreven verzekerden dat aanspraak kan maken op verstrekkingen en uitkeringen ingevolge de Wlz. Aangezien een verzekerde niet per definitie in een zorgkantoorregio woont waar zijn Wlz-uitvoerder verantwoordelijk is voor de uitvoering van de langdurige zorg, dient het beheerskostenbudget van de Wlz-uitvoerder te worden herverdeeld over alle zorgkantoorregio’s waar de verzekerden van de betreffende Wlz-uitvoerder woonachtig zijn.

Clearing house

Aangezien deze herverdeling tot zeer veel financiële transacties leidt, heeft het Zorginstituut met Zorgverzekeraars Nederland (ZN) afgesproken dat het bedrag van 70,900 miljoen, gespreid over het jaar, direct zal worden overgemaakt naar ZN. Om deze betaling aan ZN mogelijk te maken zullen alle Wlz-uitvoerders het Zorginstituut eerst van een machtiging dienen te voorzien.

ZN zal deze bedragen vervolgens via een clearinghouse constructie verdelen over de Wlz-uitvoerders op basis van verzekerden per zorgkantoorregio. Het bedrag van 70,900 miljoen euro wordt verdeeld over het aantal Zvw-verzekerden per 1 mei 2014, waarbij Zvw-verzekerden die op 1 mei 2014 ouder zijn dan 65 jaar dubbel tellen.

Wlz-uitvoerders die geen machtiging hebben afgegeven of die hun machtiging op enig moment intrekken, zullen hun deel van het beheerskostenbudget zelf ontvangen. Zij worden geacht dit bedrag zelf te herverdelen, met inachtneming van artikel 4.5 van het Besluit Wfsv.

Plv. Voorzitter Raad van Bestuur, A. Boer

Naar boven