Beschikking, houdende ontheffing voor het beroepsmatig uitvoeren van vluchten met de onbemande luchtvaartuigsystemen type Droidworx JAF-8 zonder BVL, geluidscertificaat en BVB door Droneview B.V. (bedrijfsontheffing UAS Droneview B.V.)

Datum: 26 maart 2015

Nummer: ILT-2015/20813

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie;

Gelezen het verzoek van Droneview B.V., initiële aanvraag ontvangen op 21 november 2014 door tussenkomst van EuroUSC, contactpersoon de heer Rahul Westerhoff, tel.: 06 36451022, e-mail: hawkdrones@gmail.com;

Gezien het gegeven dat:

  • lichte onbemande luchtvaartuigen voorrang moeten verlenen aan al het andere luchtverkeer; dat dit mogelijk is door binnen zichtafstand van de piloot te blijven en naast de piloot nog een waarnemer te verplichten;

  • uitvoerende regelgeving in ontwikkeling is en internationaal overeenstemming bestaat over de uitgangspunten voor beroepsmatig gebruik van lichte onbemande luchtvaartuigen op veilige afstand van mensenmenigten en gebouwen;

  • het verboden is om beroepsmatig deel te nemen aan het luchtverkeer met een licht onbemand luchtvaartuig, tenzij hiervoor ontheffing is verleend;

  • EuroUSC in haar advies, kenmerk C0396, van 20 november 2014 aangeeft dat

    • Droneview B.V. voldoende kennis en ervaring heeft om op verantwoorde wijze een vlucht uit te voeren met haar UAS;

    • de piloot van Droneview B.V. beschikt over een door EuroUSC afgegeven BNUC-S-certificaat;

    • Droneview B.V. beschikt over een goedgekeurd operationeel handboek waarin de verantwoordelijkheden en procedures zijn vastgelegd;

    • de lichte onbemande luchtvaartuigen van het type Aeronavics Droidworx JAF-8 (registratie PH-1CB en PH-1CC) beschikken over een Design and Construction Certificate afgegeven door EuroUSC;

  • Droneview B.V. bij de aanvraag van een reeks projectontheffingen aannemelijk heeft gemaakt te kunnen zorgen voor een voldoende vluchtvoorbereiding;

Gelet op de artikelen 2.1, vierde lid, 3.21 en 5.5, derde lid, van de Wet luchtvaart;

BESLUIT:

Artikel 1

  • 1. Aan Droneview B.V. wordt ontheffing verleend van de verbodsbepalingen van de artikelen 3.8, eerste lid, onderdeel b, en 3.19a, eerste lid, onderdeel b, van de Wet luchtvaart en van de verbodsbepaling van artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de Regeling modelvliegen om beroepsmatig (Aerial work: aerial photography and video) deel te nemen aan het luchtverkeer met een licht onbemand luchtvaartuig, type Droidworx JAF-8 met nationaliteits- en inschrijvingskenmerk PH-1CB en PH-1CC, zonder dat de luchtvaartuigen zijn voorzien van een geldig bewijs van luchtwaardigheid en geluidscertificaat.

  • 2. Aan de heer P. van der Werff van Droneview B.V. wordt ontheffing verleend van het verbod, genoemd in artikel 2.1, eerste lid, van de Wet luchtvaart, voor het beroepsmatig maken van vluchten met de in het eerste lid genoemde lichte onbemande luchtvaartuigen zonder in het bezit te zijn van een geldig bewijs van bevoegdheid (RPA-L: VLOS, VFR daylight; rotorcraft (H) mtom 0 < 25 kg; unpopulated area; non EU; non ICAO).

  • 3. Droneview B.V. fungeert bij de voorbereiding en uitvoering van de vluchten als exploitant van de in het eerste lid genoemde lichte onbemande luchtvaartuigen.

Artikel 2

Aan deze ontheffing zijn de volgende voorschriften en beperkingen verbonden:

  • a. Droneview B.V. mag vluchten met de in artikel 1, eerste lid, genoemde lichte onbemande luchtvaartuigen uitvoeren op locaties in Nederland, tot een maximale hoogte van 120 meter boven de grond of het water (400 ft AGL);

  • b. de vluchten vinden plaats binnen de daglichtperiode zoals gepubliceerd in het AIP Netherlands GEN 2.7;

  • c. de vluchten worden uitgevoerd in:

    • 1°. klasse G-luchtruim bij een vliegzicht van ten minste 1,5 kilometer en vrij van bewolking;

    • 2°. klasse C-luchtruim bij een vliegzicht van ten minste 5 kilometer en ten minste 300 meter (1000 ft) verticale en 1.500 meter horizontale afstand van bewolking, mits wordt voldaan aan onderdeel k;

    • 3°. klasse D-luchtruim bij een vliegzicht van ten minste 5 kilometer en ten minste 300 meter (1000 ft) verticale en 1.500 meter horizontale afstand van bewolking, mits wordt voldaan aan onderdeel k;

  • d. de horizontale afstand tussen de UAS en mensen, aaneengesloten bebouwing en in gebruik zijnde autosnelwegen, autowegen of wegen waar een maximale snelheid van 80 kilometer per uur geldt, bedraagt ten minste 150 meter;

  • e. onverminderd onderdeel d bedraagt de horizontale afstand tot vaartuigen, voertuigen, kunstwerken en spoorlijnen minimaal 50 meter;

  • f. de horizontale afstand tot industrie- en havengebieden bedraagt ten minste 50 meter;

  • g. constructies (zoals windmolens) en gebouwen die onder zeggenschap vallen van de exploitant van de UAS, mogen binnen 150 meter worden benaderd onder voorwaarde dat de UAS op minstens 150 meter van mensen en in gebruik zijnde vaartuigen en voertuigen blijft;

  • h. het lichte onbemande luchtvaartuig blijft binnen het gezichtsveld/Visual Line of Sight (VLOS) van de piloot;

    VLOS wil in ieder geval zeggen dat de afstand van het luchtvaartuig tot de piloot, die het externe besturingsstation bedient, maximaal 500 meter en de vlieghoogte maximaal 120 meter boven de grond of het water (400 ft AGL) bedraagt;

  • i. Droneview B.V. voert de vluchten uit volgens een goedgekeurd operationeel handboek;

  • j. Droneview B.V. maakt voor iedere vlucht:

    • 1°. een operationeel plan;

    • 2°. een risicoanalyse, en bewaart deze minimaal tot de eerstvolgende audit;

  • k. Droneview B.V. coördineert de vluchten in:

    • 1°. civiel beheerde CTR’s (met luchtruimklasse C) conform de door LVNL via de Operationele Helpdesk gepubliceerde procedures;

    • 2°. militair beheerde CTR’s (met luchtruimklasse C of D) vooraf met de luchtverkeersleidingsdienst van de desbetreffende militaire luchthaven en voert een vlucht in een CTR pas uit na verkregen toestemming van de desbetreffende luchtverkeersleidingsdienst; omdat de vliegers van Droneview B.V. niet beschikken over de bevoegdverklaring RT en Droneview B.V. niet beschikt over een radiogrondstation voor tweezijdig radiocontact met de luchtverkeersleidingsdienst en hun onbemande luchtvaartuigen niet zijn voorzien van een Mode S SSR-transponder is die toestemming niet vanzelfsprekend;

  • l. Droneview B.V. coördineert vluchten in militaire laagvlieggebieden of in de buurt van militaire laagvliegroutes met:

    • 1°. het Operatie- en Coördinatiecentrum (OCC) van het Defensie Helikopter Commando voor laagvlieggebieden met de aanduiding ‘GLV’ (e-mail: p56503@mindef.nl, tel.: 0161 296770);

    • 2°. de Koninklijke Militaire School Luchtmacht van de vliegbasis Woens-drecht voor de militaire laagvliegroute VO (e-mail: kmsl.ops.emvo@mindef.nl);

    • 3°. het Defensie Helikopter Commando (DHC), Bureau Operaties De Kooy, tel.: 0223 658553 (e-mail: DHC.currentops.860sq@mindef.nl) voor het militaire laagvlieggebied GLV XI (Wieringermeerpolder); en voert deze vluchten pas uit nadat toestemming van de desbetreffende instantie is verkregen;

  • m. Droneview B.V. voert geen vluchten uit binnen een afstand van 3 nautische mijlen van de laagvliegroute Link 10 op maandag tot en met donderdag;

  • n. Droneview B.V. is ervoor verantwoordelijk dat de piloot altijd direct de koers en hoogte van het luchtvaartuig kan wijzigen, ook als bij normale vluchtuitvoering geen sprake is van manuele besturing van het onbemande luchtvaartuig;

  • o. Droneview B.V. wijst voor de desbetreffende vlucht een gezagvoerder aan onder wiens verantwoordelijkheid de vlucht wordt uitgevoerd; vóór de vlucht neemt de gezagvoerder kennis van alle gegevens en inlichtingen die voor de uitvoering van de vlucht van belang kunnen zijn;1

  • p. Droneview B.V. wijst naast de gezagvoerder en/of piloot2 voor de desbetreffende vlucht een waarnemer aan; het is de taak van de waarnemer om de gezagvoerder tijdens de vlucht te voorzien van informatie over de omgeving en de daarmee samenhangende botsingsrisico’s en zo nodig daaromtrent instructies te geven;

  • q. verzekering:

    • 1°. Droneview B.V. is verzekerd voor aansprakelijkheid bij ongevallen al dan niet resulterend in schade of letsel ten aanzien van derden;

    • 2°. Droneview B.V. voldoet ten minste aan de verzekeringseisen zoals deze zijn vastgelegd in Verordening (EG) nr. 785/2004 van het Europees parlement en de Raad van 21 april 2004, betreffende de verzekeringseisen voor luchtvervoerders en exploitanten van luchtvaartuigen;

  • r. Droneview B.V. stelt voor iedere vlucht ten minste één veilige positie voor het onbemande luchtvaartuig vast voor die gevallen waarbij de communicatie tussen het onbemande luchtvaartuig en het externe besturingsstation wordt verbroken;

  • s. Droneview B.V. stelt voor iedere vlucht een plan vast waaruit in ieder geval volgt dat de risico’s worden gemitigeerd van een mogelijke botsing met overig luchtverkeer dan wel mensenmenigten, constructies en gebouwen op de grond;

  • t. voorvalmeldingen:

    • 1°. Droneview B.V. meldt voorvallen en ernstige incidenten binnen 72 uur aan het Analyse Bureau Luchtvaartvoorvallen van de Inspectie Leefomgeving en Transport ingevolge de Regeling melding voorvallen in de burgerluchtvaart; zie www.ilent.nl onder ‘luchtvaartvoorval melden’ en www.ais-netherlands.nl voor AIC-B 02/10;

    • 2°. ongevallen (= met gewonde(n) of dode(n)) moeten (na de hulpverleningsoproep) direct worden gemeld aan:

      • a) de OVV (tel.: 0800 MELDOVV of 0800 6353 688), en

      • b) de crisiscoördinator van ILT (tel.: 070 456 3434);

    • 3°. incidenten worden binnen Droneview B.V. geadministreerd en beoordeeld en het management bekijkt of deze moeten leiden tot verbeteringen van de bedrijfsvoering, in ieder geval wanneer de incidenten betrekking hebben op de vluchtuitvoering;

  • u. Droneview B.V. is ervoor verantwoordelijk dat iedere geplande vluchtuitvoering op een terrein aangewezen voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik wordt gemeld bij de Inspectie via een e-mail aan meldingtug@ilent.nl; ingevolge artikel 35, derde lid, van de Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen meldt de houder van de ontheffing ten minste 24 uur vóór de dag waarop het terrein zal worden gebruikt, dit voornemen schriftelijk of per e-mail aan de Minister van Infrastructuur en Milieu en de burgemeester van de gemeente waarin het desbetreffende terrein ligt; de melding aan de Minister kan worden gedaan via de melding aan de inspectie;

  • v. Droneview B.V. is ervoor verantwoordelijk dat iedere vlucht die onder deze beschikking valt, ten minste 24 uur van tevoren per e-mail wordt gemeld aan div.hoofddorp@ilent.nl o.v.v. ‘Evaluatie beschikking Droneview B.V. ILT-2015/20813’ met toevoeging van het operationeel plan en de risicoanalyse van de desbetreffende vlucht;

  • w. Droneview B.V. is ervoor verantwoordelijk dat voldoende voor de vluchtuitvoering met de luchtvaartuigen opgeleid, gekwalificeerd en vakkundig personeel wordt ingezet bij de lichte UAS-vluchtuitvoering;

  • x. personeel dat gemoeid is met de vluchtvoorbereiding of -uitvoering van een lichte UAS, werkt niet met het systeem indien er sprake is van een omstandigheid waarbij vermoeidheid of een gevoel van niet fit zijn een gevaar voor de luchtwaardigheid of de vlucht zou kunnen opleveren;

  • y. Droneview B.V. initieert uiterlijk 2 dagen vóór de vlucht plaatsvindt de publicatie van een NOTAM waarin de UAS-activiteit bekend wordt gemaakt, voor:

    • 1°. vluchten die plaatsvinden onder of in civiel gecontroleerd luchtruim bij de Operationele Helpdesk LVNL, per e-mail ops_helpdesk@lvnl.nl;

    • 2°. vluchten die plaatsvinden onder of in militair gecontroleerd luchtruim, bij het AOCS NM, per e-mail AOCS.AIS@mindef.nl

    indien een NOTAM is uitgegeven, maar de vlucht niet doorgaat, laat Droneview B.V. deze NOTAM intrekken;

  • z. om in aanmerking te komen voor verlenging van de geldigheidsduur van de ontheffing:

    • 1°. moeten de onbemande luchtvaartuigen worden gebruikt en onderhouden volgens de aanwijzingen van de fabrikant(en);

    • 2°. moet iedere vlieger in de voorgaande 2 jaar ten minste 2 uur per jaar als gezagvoerder van het onbemande luchtvaartuig hebben gefunctioneerd op 6 verschillende dagen, waarbij in de laatste 90 dagen ten minste 3 vluchten zijn uitgevoerd;

    • 3°. moet Droneview B.V. een adequaat trainingsprogramma voor een opfriscursus en proeve van bekwaamheid hebben en gebruiken voor bestuurders van lichte onbemande luchtvaartuigen die niet meer aan de ervaringseis voldoen;

    • 4°. moet zijn gewerkt in overeenstemming met deze beschikking en de van toepassing zijnde regels uit of gebaseerd op de Wet luchtvaart;

    • 5°. moet een audit hebben plaatsgevonden waarbij minimaal de volgende onderwerpen positief zijn getoetst:

      • a) werken conform het operationele handboek (inclusief de werking van het veiligheidsmanagementsysteem);

      • b) de logboeken en journaals;

      • c) de luchtwaardigheid van de gebruikte luchtvaartuigen.

Artikel 3

Droneview B.V. levert uiterlijk 1 oktober 2015 een operationeel handboek aan de inspectie, waarin alle elementen uit het document ‘Checklist OM voor operators’ zijn verwerkt.

Artikel 4

Het handelen in strijd met deze beschikking is een strafbaar feit.

Artikel 5

Deze beschikking treedt in werking op de eerste dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 april 2016.

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namens deze, DE SENIOR INSPECTEUR ILT/VERGUNNINGEN, A. Schurink-v.d. Klugt

Bezwaarclausule

Indien u het niet eens bent met deze beschikking, kunt u hiertegen op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de datum waarop deze beschikking is verzonden, schriftelijk bezwaar aantekenen.

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

  • de naam en het adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

  • de gronden van het bezwaar.

Het bezwaarschrift kunt u richten aan:

Inspectie Leefomgeving en Transport

Postbus 16191

2500 BD Den Haag


X Noot
1

Zoals weersomstandigheden en -verwachtingen, ter plaatse geldende luchtverkeersregels (o.a. zichtbaar via de VFR-luchtvaartkaart Nederland en de luchtvaartgids www.ais-netherlands.nl) en eventuele bijzondere omstandigheden, bekendgemaakt in berichten aan luchtvarenden (NOTAMS).

X Noot
2

De gezagvoerder is degene die eindverantwoordelijk is voor de vluchtuitvoering.

Naar boven