Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 26 maart 2015, nr. WJZ/15043561, houdende instelling van een beperkingsgebied in verband met de bestrijding van laagpathogene aviaire influenza in Tzummarum (Regeling maatregelen bestrijding laagpathogene aviaire influenza Tzummarum 2015)

De Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op artikel 9 van Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandkoming van de interne markt (PbEG 1989, L395); artikel 10, eerste lid, van Richtlijn nr. 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG 1990, L 224); artikelen 1, tweede lid, 10, tweede lid, en 32, eerste lid, van Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40/EEG (PbEU 2006, L 10), en de artikelen 17, 18, 30, eerste en derde lid, 31 en 32 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. bedrijf:

landbouwbedrijf of ander bedrijf, met inbegrip van een circus of dierenwinkel, waar vee of gevogelte in gevangenschap wordt gehouden, met uitzondering van slachthuizen, vervoermiddelen, quarantainestations, grensinspectieposten, of laboratoria die met officiële toestemming aviaire influenzavirussen bewaren;

b. beperkingsgebied:

door de minister aangewezen gebied rondom een besmet bedrijf;

c. commercieel gehouden gevogelte:

gevogelte bestemd voor de productie van vlees, eieren of andere producten, voor het uitzetten in het wild, of het fokken van gevogelte voor deze doeleinden, met de bedoeling geld te verdienen;

d. gevogelte:

pluimvee, alsmede andere vogels in gevangenschap gehouden of gefokt;

e. goedgekeurd hygiëneprotocol:

set praktische hygiëneregels ter bevordering van de bioveiligheid in een specifieke situatie, zoveel mogelijk in overeenstemming met de beginselen en procedures voor reiniging en ontsmetting, bedoeld in bijlage VI bij richtlijn 2005/94/EG, en goedgekeurd door de minister van Economische Zaken;

f. mest:

uitwerpselen en urine van dieren, met uitzondering van gekweekte vissen, met of zonder strooisel;

g. vogelverblijfplaats:

kooi, volière, terrein, of gebouw met uitzondering van de menselijke woonruimte, waar gevogelte aanwezig is of pleegt te worden gehouden, en aanverwante ruimtes waar materiaal ten behoeve van het gevogelte is opgeslagen of pleegt te worden opgeslagen;

h. vervoermiddel:

voertuig en materieel, waaronder mede begrepen een combinatie van een voertuig met één of meer door dat voertuig voortbewogen aanhangwagens, opleggers of containers.

Artikel 2 Aanwijzing beperkingsgebied

  • 1. De minister wijst aan als beperkingsgebied: gebied als bedoeld in bijlage 1.

  • 2. In het in het eerste lid bedoelde beperkingsgebied zijn de artikelen 3 tot en met 15 van toepassing.

  • 3. Voor zover vervoer overeenkomstig de artikelen 3 tot en met 10 plaatsvindt binnen een beperkingsgebied en dit vervoer mede plaatsvindt buiten dit gebied wordt ook tijdens het vervoer buiten dit gebied voldaan aan het bepaalde in de artikelen 3 tot en met 10.

Artikel 3 Vervoer gevogelte

  • 1. Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing zonder vervoermiddel, over de openbare weg, van gevogelte is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van gevogelte toegestaan indien het vervoer over de autosnelweg of per spoor betreft zonder dat daarbij in het gebied wordt gestopt.

Artikel 4 Vervoer eieren

  • 1. Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing zonder vervoermiddel, over de openbare weg, van eieren, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van eieren, toegestaan indien het vervoer over de autosnelweg of per spoor betreft zonder dat daarbij in het gebied wordt gestopt.

  • 3. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op het vervoer van consumptie-eieren afkomstig van bedrijven, anders dan bedrijven waar zich gevogelte bevindt.

Artikel 5 Vervoer gedomesticeerde zoogdieren

  • 1. Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing zonder vervoermiddel, over de openbare weg, van gedomesticeerde zoogdieren, van of naar een bedrijf met commercieel gehouden gevogelte, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, is de aanvoer en afvoer van gedomesticeerde zoogdieren toegestaan, indien het gezelschapsdieren betreft en de dieren alleen toegang hebben tot voor mensen bestemde leefruimten, waar zij:

    • a. niet in contact komen met gevogelte;

    • b. geen toegang hebben tot plaatsen waar gevogelte wordt gehouden.

Artikel 6 Vervoer sperma

  • 1. Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing zonder vervoermiddel, over de openbare weg, van sperma ten behoeve van de bevruchting van gevogelte, afkomstig van of naar een bedrijf met commercieel gehouden gevogelte, verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van sperma toegestaan indien dit aan de openbare weg wordt opgehaald of afgeleverd.

Artikel 7 Vervoer diervoeders

  • 1. Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing zonder vervoermiddel, over de openbare weg, van diervoeders voor gevogelte en andere commercieel gehouden dieren afkomstig van of naar een bedrijf met commercieel gehouden gevogelte, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van diervoeders naar een bedrijf met commercieel gehouden gevogelte toegestaan, indien:

    • a. per door de vervoerder af te leggen route maximaal één bedrijf met commercieel gehouden gevogelte wordt bezocht;

    • b. het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol.

Artikel 8 Vervoer melk

  • 1. Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing zonder vervoermiddel, over de openbare weg, van rauwe melk en melkproducten, afkomstig van een bedrijf met commercieel gehouden gevogelte, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van rauwe melk en melkproducten toegestaan, indien:

    • a. per door de vervoerder af te leggen route maximaal één bedrijf met commercieel gehouden gevogelte wordt bezocht;

    • b. het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol.

  • 3. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van melkmonsters toegestaan indien deze aan de openbare weg worden opgehaald of afgeleverd.

Artikel 9 Vervoer mest

  • 1. Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing zonder vervoermiddel, over de openbare weg, van gebruikt strooisel, mest of drijfmest is verboden.

  • 2. Het aanwenden van gebruikt strooisel, mest of drijfmest is verboden.

  • 3. In afwijking van het eerste en tweede lid is het vervoer en het aanwenden van mest, niet zijnde mest afkomstig van gevogelte, toegestaan indien de mest afkomstig is van een locatie, anders dan een bedrijf met commercieel gehouden gevogelte.

Artikel 10 Verplaatsen vervoermiddelen

  • 1. Het verplaatsen van lege vervoermiddelen, gebruikt of kennelijk bestemd om te worden gebruikt voor het vervoer in het beperkingsgebied, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van dieren of producten, bedoeld in de artikelen 3 tot en met 9, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, is het verplaatsen van lege vervoermiddelen toegestaan, indien het vervoermiddel is gereinigd en ontsmet overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol.

Artikel 11 Aanvoer en afvoer

Voor zover ingevolge de artikelen 3 tot en met 9 het vervoer van dieren of producten is verboden, is ook het aanvoeren en afvoeren van deze dieren of producten verboden.

Artikel 12 Bezoekverbod

  • 1. Het is bezoekers verboden vogelverblijfplaatsen, alsmede niet deugdelijk fysiek van die verblijfplaatsen afgescheiden woonruimte of andere bedrijfsgedeelten te betreden. De eerste volzin betreft eveneens de vervoermiddelen van een bezoeker.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde bezoekverbod is niet van toepassing op de volgende personen:

    • a. artsen, ambulancemedewerkers, brandweerlieden, psychosociale hulpverleners en soortgelijke noodhulpverleners, politiemedewerkers en toezichthouders, in de uitoefening van hun functie, en hun vervoermiddelen,

    • b. monteurs, loonwerkers, dierenartsen en bedrijfsverzorgers, indien er een acuut gevaar voor de gezondheid van vee of gevogelte aanwezig is en de werkzaamheden van deze personen noodzakelijk zijn om deze situatie op te heffen, en hun vervoermiddelen;

    • c. dierenartsen, indien hun bezoek plaatsvindt in het kader van een aan hen ingevolge wet- of regelgeving opgedragen verplichting of taak,

    • d. medewerkers van vangploegen, reinigingsploegen en entploegen;

    • e. controleurs van een privaat kwaliteitssysteem, voor zover zij controles uitvoeren op voorschriften van een privaat kwaliteitssysteem die betrekking hebben op hygiëne, en

    • f. in noodsituaties: brandstofleveranciers of stikstof (N2) leveranciers, en hun vervoermiddelen,

    mits zij reinigings- en ontsmettingsmaatregelen hebben genomen in overeenstemming met een goedgekeurd hygiëneprotocol en zij hun bezoek registreren. In een acute noodsituatie geldt geen registratieplicht voor de in onderdeel a genoemde personen.

  • 3. Het in het eerste lid bedoelde verbod is niet van toepassing op personeel, mits het:

    • a. reinigings- en ontsmettingsmaatregelen heeft genomen in overeenstemming met een goedgekeurd hygiëneprotocol, en

    • b. de voorafgaande 72 uren geen ander bedrijf heeft bezocht.

Artikel 13 Bezoekersregeling en registratieplicht

  • 1. Het is een houder van gevogelte verboden om bezoekers toe te laten tot zijn vogelverblijfplaatsen alsmede tot een niet deugdelijk fysiek van die verblijfplaatsen afgescheiden woonruimte of andere bedrijfsgedeelten, met uitzondering van de bezoekers, bedoeld in artikel 12, tweede en derde lid, in de daar bedoelde situaties.

  • 2. Een bedrijf met commercieel gehouden gevogelte houdt een register bij van alle bezoeken aan vogelverblijfplaatsen, niet deugdelijk fysiek van de vogelverblijfplaatsen afgescheiden woonruimte of andere bedrijfsgedeelten, waarin ten minste zijn opgenomen:

    • a. naam, adres en woonplaats van de bezoeker,

    • b. voor zover de bezoeker een vervoermiddel heeft gebruikt: aard en kenteken van het vervoermiddel,

    • c. reden van het bezoek, en

    • d. datum en tijdstip van aankomst en vertrek van de bezoeker.

Artikel 14 Verbod wedstrijden en tentoonstellingen met vogels

  • 1. Alle jaarbeurzen, markten, wedvluchten, culturele evenementen, tentoonstellingen, keuringen of andere tijdelijke verzamelingen zijn verboden, voor zover daar gevogelte en andere in gevangenschap gehouden vogels op een plaats worden verzameld.

  • 2. Vrijstellingen op grond van artikel 2.5, tweede en derde lid, van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten zijn opgeschort.

Artikel 15 Afscherm- en ophokplicht gevogelte

  • 1. Ieder bedrijf brengt ten minste afscheidingen aan tussen het gevogelte en de op het bedrijf aanwezige zoogdieren.

  • 2. Een bedrijf met commercieel gehouden gevogelte neemt passende maatregelen om zo veel mogelijk te voorkomen dat het door hem gehouden gevogelte in contact komt met gevogelte van andere houders of met in het wilde levende dieren, zoals in het wild levende vogels of hun uitwerpselen.

  • 3. Voor een bedrijf met commercieel gehouden gevogelte is een passende maatregel als bedoeld in het tweede lid ten minste het binnen een gebouw brengen en daar houden van het gevogelte.

  • 4. Voor een houder van niet-commercieel gehouden gevogelte behorende tot de hoenderachtigen (Galliformes), roofvogels (Accipitriformes/Falconiformes) en duiven (Columbidae) is een passende maatregel als bedoeld in het tweede lid ten minste het binnen een volière of gebouw brengen en daar houden van het gevogelte.

  • 5. Het derde lid is niet van toepassing op gevogelte, behorende tot de eendvogels (Anseriformes), fazanten (Phasianidae), en de familie van struisvogels (Struthionidae), van emoes (Dromaiidae), en van nandoes (Rheidae).

Artikel 16 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Regeling maatregelen bestrijding laagpathogene aviaire influenza Tzummarum 2015.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze regeling wordt bekendgemaakt op www.rijksoverheid.nl, en treedt onmiddellijk na haar bekendmaking in werking.

Deze regeling wordt tevens met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

’s-Gravenhage, 26 maart 2015

De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze, J.P. Hoogeveen de directeur-generaal van Agro en Natuur

BIJLAGE 1 BEPERKINGSGEBIED

  • 1. Vanaf de kruising Skilleane met Sedyk, Sedyk overgaand in dijk met waddenzee volgen in noordoostelijke richting tot aan Oudebildtdijk.

  • 2. Oudebilddijk volgen in zuidoost- noordoostelijke richting tot aan Westhoeksterweg.

  • 3. Westhoeksterweg volgen in zuidoostelijke richting tot aan Hovensterweg.

  • 4. Hovensterweg volgen in zuidelijke richting overgaand in Lange Dijk tot aan Hearewei.

  • 5. Haerewei volgen zuidwest- zuidelijke richting overgaand in Evert Sybesmastrjitte tot aan Sinaedewei.

  • 6. Sinaedewei volgen in noordelijke richting tot aan Hoarnestreek.

  • 7. Hoarnestreek volgen in oostelijke richting tot aan Skilleane.

  • 8. Skilleane volgen in noordelijke richting tot aan kruising met Sedijk.

TOELICHTING

Op een pluimveebedrijf in Tzummarum in de gemeente Franekeradeel is een uitbraak van aviaire influenza geconstateerd. Er is zeer waarschijnlijk sprake van laagpathogene aviaire influenza (LPAI). Op grond van artikel 43 van richtlijn nr. 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40 (PbEU 2005, L10) dient onmiddellijk na een uitbraak van LPAI een beperkingsgebied van ten minste een kilometer rondom het besmette bedrijf te worden ingesteld. Op grond van de concrete epidemiologische omstandigheden is het onderhavige gebied vastgesteld zoals bepaald in de bijlage.

Op grond van onderhavige regeling gelden beperkingen voor het vervoer van gevogelte en gedomesticeerde zoogdieren, het vervoer van eieren, melk en mest, en diervoeders voor commercieel gehouden dieren van en naar bedrijven met commercieel gehouden gevogelte. Daarnaast geldt een bezoekersregeling, een verbod op het verzamelen van vogels en een verbod op het verplaatsen van vervoermiddelen. Tot slot geldt een verplichting tot het afschermen van gevogelte, en voor bedrijven tot het ophokken van commercieel gehouden gevogelte met uitzondering van eendvogels, fazanten, struisvogels, emoes en nandoes.

Deze regeling wordt op grond van artikel 31 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren bekendgemaakt op internet en treedt onmiddellijk in werking. De media zullen worden geïnformeerd over deze bekendmaking. Voor de volledigheid wordt de regeling ook gepubliceerd in de Staatscourant.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze, J.P. Hoogeveen de directeur-generaal van Agro en Natuur

Naar boven