Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 26 maart 2015, nr. IENM/BSK-2015/29930, tot het verlenen van mandaat, volmacht en machtiging aan de algemeen directeur van de Dienst Wegverkeer ter handhaving van de in de ITS-Regeling opgenomen gedelegeerde verordeningen ter uitvoering van richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen (PbEU 2010, L 207) (Besluit mandaat, volmacht en machtiging Dienst Wegverkeer inzake handhaving van de gedelegeerde ITS-verordeningen)

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op de artikelen 10:3, 10:4, eerste lid, 10:9, eerste lid, en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien de schriftelijke instemming van de algemeen directeur van de Dienst Wegverkeer van 18 maart 2015, kenmerk JBZ2015/12058;

BESLUIT:

Artikel 1

Aan de algemeen directeur van de Dienst Wegverkeer wordt mandaat verleend met betrekking tot de volgende bevoegdheden:

  • a. het opleggen van een last onder dwangsom, bedoeld in artikel 169 van de Wegenverkeerswet 1994, in geval van herhaaldelijke of voortdurende overtreding van de voorschriften van gedelegeerde verordening (EU) 885/2013 of gedelegeerde verordening (EU) 885/2013 als bedoeld in artikel 1.1 van de ITS-Regeling;

  • b. het beslissen op bezwaarschriften tegen besluiten als bedoeld in onderdeel a, voor zover het besluit waartegen het bezwaar zich richt niet door hem in mandaat is genomen.

Artikel 2

Aan de algemeen directeur van de Dienst Wegverkeer wordt volmacht en machtiging verleend tot:

  • a. het verrichten van alle benodigde werkzaamheden ter voorbereiding en uitvoering van besluiten als bedoeld in artikel 1;

  • b. het voeren van gerechtelijke procedures over de in artikel 1 bedoelde besluiten.

Artikel 3

De algemeen directeur van de Dienst Wegverkeer kan met betrekking tot zijn bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 1 en 2, ondermandaat, volmacht en machtiging verlenen aan één of meer onder hem ressorterende functionarissen.

Artikel 4

Indien uitvoering wordt gegeven aan artikel 1, 2 of 3, komt de ondertekening te luiden:

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,

namens deze:

(gevolgd door de functieaanduiding, handtekening en de naam van de gemandateerde, gevolmachtigde of gemachtigde functionaris)

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de ITS-Regeling in werking treedt.

Artikel 6

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat, volmacht en machtiging Dienst Wegverkeer inzake handhaving van de gedelegeerde ITS-verordeningen.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Mededeling

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen dit besluit binnen zes weken na de dag, waarop dit bekend is gemaakt, een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Milieu, ter attentie van de Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, sector Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, Postbus 20906, 2500 EX Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt; en

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

TOELICHTING

Met dit besluit wordt de bevoegdheid van de Minister van Infrastructuur en Milieu op grond van artikel 169 Wegenverkeerswet 1994 tot het opleggen van een last onder dwangsom gemandateerd aan de algemeen directeur van de Dienst Wegverkeer (RDW) in geval van herhaaldelijke of voortdurende overtreding van de in de gedelegeerde verordeningen (EU) 885/2013 en 886/2013 (gedelegeerde ITS-verordeningen) vastgestelde voorschriften. ITS staat voor Intelligente Transportsystemen.

De gedelegeerde ITS-verordeningen bevatten de specificaties die nodig zijn voor de toegankelijkheid tot en kwaliteit van wegverkeerinformatiediensten voor de gehele Unie, overeenkomstig de ITS-Richtlijn. De uitvoering van de gedelegeerde ITS-verordeningen is op grond van artikel 145g, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 geregeld in de ITS-Regeling. De gedelegeerde ITS-verordeningen vereisen onder andere dat het toezicht op de naleving wordt neergelegd bij een nationaal, onpartijdig en onafhankelijk orgaan. Deze opdracht is verleend aan de RDW.

Als toezichthouder houdt de RDW toezicht op publieke of private wegbeheerders en dienstverleners en omroepen voor verkeersinformatie in het kader van gedelegeerde verordening (EU) 886/2013 en publieke of private dienstverleners, exploitanten van parkeerterreinen en wegenexploitanten in kader van gedelegeerde verordening (EU) 885/2013. Dit toezicht is ingericht door middel van toetsing van de verklaringen van conformiteit die door de betrokken organisaties ingediend moeten worden. Deze toetsing vindt onder andere plaats door deelwaarnemingen op de verklaring van conformiteit, door het opvragen van bijvoorbeeld data, procedurebeschrijvingen en het kwaliteitssysteem met betrekking tot de dienstverlening door de betrokken organisatie.

Tevens beschikt de RDW over een digitaal loket waar negatieve feedback gegeven kan worden over de kwaliteit van de dienstverlening van betrokken organisaties. De RDW zal de melding alleen in behandeling nemen indien de melder het probleem eerst aan de betrokken dienstverlener heeft voorgelegd, en het probleem naar het oordeel van de melder niet naar tevredenheid is opgelost. Deze meldingen kunnen leiden tot aanvullend toezicht door de RDW.

Indien uit het toezicht blijkt dat de bepalingen van de gedelegeerde ITS-verordeningen voortdurend of herhaaldelijk worden overtreden, kan de Dienst Wegverkeer overgaan tot handhaving. De bevoegdheid van de minister tot het opleggen van een last onder dwangsom wordt in dit besluit als handhavingsmiddel aan de algemeen directeur van de Dienst Wegverkeer gemandateerd. Hierbij is tevens ondermandaat mogelijk.

Naar boven