Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 19 maart 2015, nr. 2015-0000158900, houdende wijziging van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001, de Paspoortuitvoeringsregeling Buitenland 2001 en de Paspoortuitvoeringsregeling Koninklijke Marechaussee 2001 in verband met de verstrekking van reisdocumenten aan niet-ingezetenen door de burgemeesters van de gemeenten Breda en Venlo

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op de artikelen 59 en 65, derde lid, van de Paspoortwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 7 wordt na ‘Bergeijk’ ingevoegd ‘, Breda’ en wordt ‘ en Oldambt’ vervangen door: , Oldambt en Venlo.

B

In de bijlage ‘Aanleggen van een onderzoeksdossier’ wordt ‘Het Agentschap BPR’ vervangen door: De Rijksdienst voor Identiteitsgegevens.

ARTIKEL II

De Paspoortuitvoeringsregeling Buitenland 2001wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 80, onderdeel c, wordt na ‘Bergeijk’ ingevoegd ‘, Breda’ en wordt ‘ of Oldambt’ vervangen door: , Oldambt of Venlo.

B

In artikel 70, derde lid, wordt ‘het agentschap BPR’ vervangen door: de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

C

In artikel 73 wordt ‘het agentschap BPR’ vervangen door: de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

ARTIKEL III

In artikel 33, onderdeel c, van de Paspoortuitvoeringsregeling Koninklijke Marechaussee 2001 wordt na ‘Bergeijk’ ingevoegd ‘, Breda’ en wordt ‘ of Oldambt’ vervangen door: , Oldambt of Venlo.

ARTIKEL IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2015.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

TOELICHTING

In deze wijziging van de paspoortuitvoeringsregelingen worden artikel 7 van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001, artikel 80 van de Paspoortuitvoeringsregeling buitenland 2001 en artikel 33 van de Paspoortuitvoeringsregeling Koninklijk Marechaussee 2001 aangepast opdat ook de burgemeesters van de gemeenten Breda en Venlo bevoegd worden tot het afgeven van paspoorten en Nederlandse identiteitskaarten aan Nederlanders die niet als ingezetene in de basisregistratie personen staan ingeschreven.

Naast de wijzigingen die verband houden met deze aanwijzing van de burgemeesters van de gemeenten Breda en Venlo wordt een technische wijziging doorgevoerd in de bijlage bij de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001 en in artikelen 70 en 73 van de Paspoortuitvoeringsregeling Buitenland 2001.

In de wijziging van beide regelingen van 29 januari 2014 zijn de vermeldingen van het agentschap BPR vervangen door vermeldingen van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties om daarmee de indruk weg te nemen dat het agentschap BPR onder eigen verantwoordelijkheid handelt in plaats van onder de volledige verantwoordelijkheid van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Abusievelijk zijn daarbij niet alle vermeldingen van het agentschap BPR vervangen. Met de wijzigingen van artikel I, onderdeel B, en artikel II, onderdelen B en C, worden deze wijzigingen alsnog doorgevoerd.

De gemeenten Breda en Venlo hebben aangegeven op 1 april 2015 te kunnen starten met de uitgifte van reisdocumenten aan Nederlanders die niet als ingezetene in de basisregistratie personen staan ingeschreven.

Deze groep personen is gebaat bij een spoedige inwerkingtreding van deze wijziging. Om die reden is besloten de benodigde wijzigingen van de paspoortuitvoeringsregelingen per die datum inwerking te laten treden.

Deze regeling treedt derhalve in werking op een vast verandermoment; er is echter geen termijn van twee maanden tussen publicatie en inwerkingtreding in acht genomen.

Deze afwijking van de systematiek van vaste verandermomenten is niet bezwaarlijk omdat de wijzigingen van deze regeling geen directe relevantie hebben voor bedrijven en instellingen en omdat een inwerkingtreding per 1 april 2015 voor de overige paspoortuitgevende instanties geen problemen oplevert omdat deze wijzigingen voor hen niet tot nieuwe werkzaamheden leiden.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven