Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 16 maart 2015, nr. 621450, houdende wijziging van de Regeling modellen en formulieren ten behoeve van de handhaving Justitie

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 4, eerste lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, de artikelen 27c, 257c, vierde lid, en 388, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering en artikel 8, derde lid, van het Transactiebesluit 1994;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling modellen en formulieren ten behoeve van de handhaving Justitie wordt als volgt gewijzigd:

De bijlage, bedoeld in artikel 1, wordt vervangen door de bij deze regeling gevoegde Bijlage.

ARTIKEL II

Tot 31 december 2015 kunnen de vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling gebruikte modellen en formulieren nog worden gebruikt voor zover op de achterzijde van Blad A1 schriftelijk opgave wordt gedaan van de bij deze wijziging opgenomen aanvullende gegevens.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 16 maart 2015.

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok

BIJLAGE ZOALS VASTGESTELD KRACHTENS ARTIKEL 1 VAN DE REGELING MODELLEN EN FORMULIEREN T.B.V. DE HANDHAVING

TOELICHTING

Door de invoering van artikel 27c in het Wetboek van Strafvordering (Sv) per 1 januari 2015 is een wijziging van het model bedoeld in artikel 1 van de Regeling modellen en formulieren ten behoeve van de handhaving Justitie, noodzakelijk geworden. Hiertoe dient de onderhavige wijzigingsregeling. In artikel I van de regeling wordt voornoemd model, dat in de zogeheten combibon is neergeslagen, opnieuw vastgesteld.

Met de invoering van artikel 27c Sv is uitvoering gegeven aan de richtlijn nr.2012/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het recht op informatie in strafprocedures. Kort samengevat, stelt de richtlijn minimumregels met betrekking tot het recht op informatie van verdachten in strafprocedures (zie verder Kamerstukken II 2013/14, 33 871, 2). Als gevolg hiervan is aanpassing van het proces-verbaal (de combibon) noodzakelijk. Deze combibon wordt gebruikt voor het opmaken van proces-verbaal in zowel strafrechtelijke zaken als in geval van administratieve sancties op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). Op grond van een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 10 januari 2013 (ECLI:NL:GHARL:2013:BY8163) dient ook in geval van administratieve sancties aan de betrokkene de cautie te worden gegeven.

Het gewijzigde model maakt het mogelijk om op de combibon vereenvoudigd aan te geven dat de verdachte, of in voorkomend geval de betrokkene, is geïnformeerd over zijn rechten, namelijk dat (1) aan de verdachte of de betrokkene opgave is gedaan van het strafbaar feit, dan wel van de gedraging in de zin van artikel 2 Wahv, (2) dat de verdachte recht heeft op rechtsbijstand en (3) dat de verdachte, voor zover van toepassing, recht heeft op vertolking en vertaling.

Gelet op de kosten en tijd die met het bestellen en vervaardigen van nieuwe combibonnen gepaard gaan, wordt de opsporingsinstanties tot 31 december 2015 de mogelijkheid geboden om gebruik te maken van de combibonnen welke vóór de inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling in gebruik waren, mits op de achterzijde van Blad A1 schriftelijk melding wordt gemaakt van de bij deze wijziging opgenomen aanvullende gegevens. Na 31 december 2015 mogen uitsluitend combibonnen worden gebruikt welke conform het thans vastgestelde model zijn vervaardigd.

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok

Naar boven