Convenant houdende afspraken over de samenwerking in het kader van de verbetering van de bestrijding van zorgfraude: Voortzetting Bestuurlijk Overleg Integriteit Zorgsector

De ondergetekenden,

Gelet op het belang van een integere zorgsector, het belang van een adequaat toezicht, een doeltreffende civielrechtelijke, bestuursrechtelijke, tuchtrechtelijke en strafrechtelijke handhaving in die sector en gelet op een goede samenwerking tussen de ketenpartners als bedoeld in artikel 1 van dit convenant, op die onderscheiden gebieden;

Gelet op de uitkomsten van de evaluatie van het op 13 februari 2013 ondertekende convenant;

Gelet op het belang en de wens van de convenantpartners om de ingezette integrale aanpak voort te zetten;

Overwegende dat de werkzaamheden van de ondergetekenden in het kader van de verbetering van de bestrijding van zorgfraude de bovenstaande belangen beogen te behartigen en dat deze werkzaamheden, met inachtneming van ieders bestaande wettelijke taken en bevoegdheden, derhalve onverkort dienen te worden voortgezet en te worden versterkt;

Overwegende dat de onderwerpen die in het kader van de samenwerking worden behandeld, hetzij de reguliere werkzaamheden van de ondergetekenden rechtstreeks raken, hetzij indirect kunnen raken;

zijn het volgende overeengekomen:

Besluit:

Artikel 1: Voortzetting Bestuurlijk Overleg Integriteit Zorgsector

Er is een samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid.

Het samenwerkingsverband bestaat in ieder geval uit de volgende organisaties:

  • a) Nederlandse Zorgautoriteit (NZa);

  • b) Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ);

  • c) Zorgverzekeraars Nederland (ZN);

  • d) Directie Opsporing van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Inspectie SZW);

  • e) Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst (FIOD);

  • f) Belastingdienst;

  • g) Openbaar Ministerie (OM);

  • h) Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ);

  • i) Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS);

Hierna: de ‘convenantpartners’.

Het samenwerkingsverband wordt gevormd door een ´Bestuurlijk Overleg Integriteit Zorgsector´(te noemen ‘het Bestuurlijk Overleg TIZ’);

Met instemming van het Bestuurlijk Overleg kunnen andere organisaties toetreden en kunnen andere organisaties deelnemen aan bepaalde activiteiten.

Artikel 2: Doelen en missie van het samenwerkingsverband

  • 1. Het doel van het samenwerkingsverband is het versterken van de integriteit van de zorgsector door samenwerking tussen de convenantpartners te stimuleren, te coördineren en te vergroten door het uitwisselen van informatie en het uitwisselen van kennis, inzicht en vaardigheden.

  • 2. De beoogde versterking van de integriteit van de zorgsector wordt gerealiseerd door middel van de preventieve, civielrechtelijke, bestuursrechtelijke, tuchtrechtelijke en strafrechtelijke aanpak van bedreigingen van de integriteit van de zorgsector.

  • 3. De activiteiten van het samenwerkingsverband worden elk jaar nader geconcretiseerd in een beleidsagenda die mede voortvloeit uit het Programmaplan Rechtmatige zorg: aanpak fouten en fraude. De activiteiten sluiten zoveel mogelijk aan bij de prioriteiten van de convenantpartners.

Artikel 3: Informatie delen

  • 1. De convenantpartners delen binnen de bestaande wettelijke kaders, waar nodig op basis van actuele informatieprotocollen en een informatiematrix, informatie, waaronder persoonsgegevens, die noodzakelijk is voor onder andere:

    • het daar waar nodig versterken dan wel versnellen van reeds ingezette maatregelen en het ontwikkelen van nieuwe werkwijzen of maatregelen die kunnen bijdragen aan de versterking van de integriteit van de zorgsector;

    • het effectief en efficiënt laten verlopen van de samenwerking tussen de convenantpartners.

  • 2. De bevoegdheid van informatieverstrekking aan een convenantpartner binnen het samenwerkingsverband, voor het bereiken van de doelstelling, wordt bepaald door de wettelijke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de afzonderlijke convenantpartners en door het wettelijk kader voor de verwerking van persoonsgegevens.

Artikel 4: Het Bestuurlijk Overleg Integriteit Zorgsector

  • 1. Deelnemers aan het Bestuurlijk Overleg vervullen een bestuurlijke functie bij een van de aan het convenant deelnemende organisaties.

  • 2. De Secretaris-generaal van VWS, die het bevorderen van de integriteit in de zorg en het verbeteren van de fraudebestrijding in de zorg in zijn portefeuille heeft, is de voorzitter van het Bestuurlijk Overleg.

  • 3. Het Bestuurlijk Overleg komt ten minste twee keer per jaar bijeen. Daarnaast kan elke convenantpartner om een bijeenkomst van het Bestuurlijk Overleg verzoeken.

  • 4. Het Bestuurlijk Overleg kan een projectorganisatie instellen zoals een Expertisecentrum Zorgfraudebestrijding, dan wel werkgroepen oprichten voor het uitvoeren van activiteiten uit de beleidsagenda, zoals werkgroepen voor specifieke risicoanalyses of voor het opzetten van een gezamenlijk communicatiebeleid.

  • 5. Het Bestuurlijk Overleg geeft invulling aan de activiteiten die zijn opgenomen in de beleidsagenda, welke mede voortvloeien uit het Programmaplan Rechtmatige Zorg: Aanpak fouten en fraude.

  • 6. Het Bestuurlijk Overleg beslist bij consensus met inachtneming van de verantwoordelijkheden van de convenantpartners.

  • 7. Het Bestuurlijk Overleg wordt voorbereid door een beleidsvormende werkgroep. De deelnemers aan de beleidsvormende werkgroep vervullen een managementfunctie bij een van de aan het convenant deelnemende organisaties.

Artikel 5: Afspraken convenantpartners

  • 1. VWS neemt het voortouw bij het bevorderen van de integriteit in de zorgsector en het verbeteren van de fraudebestrijding in de zorg.

  • 2. VWS organiseert naar aanleiding van de uitkomsten van de inspanningen van de andere convenantpartners beleidsprocessen die de integriteit van de zorgsector kunnen doen toenemen en initieert waar nodig wijzigingen van wet- en regelgeving.

Artikel 6: Overige bepalingen

  • 1. Dit convenant treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening en wordt voor een periode van twee jaar aangegaan.

  • 2. Uiterlijk anderhalf jaar na de inwerkingtreding van dit convenant vindt, op initiatief en onder leiding van de voorzitter van het Bestuurlijk Overleg een evaluatie plaats van de uitvoering van het convenant.

  • 3. Dit convenant wordt na ondertekening gepubliceerd in de Staatscourant.

  • 4. Elke partner kan zijn deelname aan dit convenant opzeggen met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden.

  • 5. Wanneer een partij het convenant opzegt, blijft het convenant voor de overige partijen in stand voor zover de inhoud en de strekking ervan zich daartegen niet verzetten.

Den Haag, 11 maart 2015

Nederlandse Zorgautoriteit, Voorzitter Raad van Bestuur a.i. M.A. Ruys

Inspectie voor de Gezondheidszorg, de plv. Inspecteur-generaal voor de Gezondheidszorg R. Hoogerboord

Zorgverzekeraars Nederland, Algemeen Directeur P.F. Hasekamp

Belastingdienst/Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst, Directeur J. van der Vlist

Belastingen, Algemeen Directeur H.R. Blokpoel

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, de Inspecteur-generaal van de Inspectie SZW J.A. van den Bos

Openbaar Ministerie, Procureur-generaal G. van der Burg

Centrum Indicatiestelling Zorg, Voorzitter Raad van Bestuur D. Hoefsmit,

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, namens deze, de Secretaris-generaal L.A.M. van Halder

Naar boven