Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Veiligheid en Justitie van 13 maart 2015, kenmerk 704957-131583-WJZ, houdende wijziging van een aantal regelingen in verband met de inwerkingtreding van de Jeugdwet (Aanpassingsregeling Jeugdwet)

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op de artikelen 5.2.9, zesde lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, 3, 5 en 7 van de Kaderwet VWS-subsidies, 48g, tweede lid, van de Wet Justitie-subsidies, 5, tweede lid, 11, eerste lid, 16, zesde lid, 25, zevende lid, 26, vierde lid, 35, eerste lid, en 38, derde lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, 302, tweede lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, 77hh, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, 107, tweede lid, onderdeel b, onder 2°, van de Vreemdelingenwet 2000, 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, 2.40, derde lid, onderdeel b, van de Wet basisregistratie personen, 2 en 3 van de Kaderwet SZW-subsidies, 95 van de Wet financiering sociale verzekeringen, 4.3.3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, 5, vierde lid, van het Reïntegratiebesluit, 2, vierde lid, van het Reglement justitiële jeugdinrichtingen en 60 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

Besluiten:

§ 1. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

ARTIKEL I

De Uitvoeringsregeling Wmo 2015 wordt als volgt gewijzigd:

A

In hoofdstuk 2 komt de aanduiding ‘Paragraaf 1. budgetbeheer Sociale verzekeringsbank’ voorafgaand aan artikel 2 te vervallen.

B

In artikel 2, vijfde lid, wordt voor ‘worden verricht’ ingevoegd: alsnog.

C

Onder vernummering van de hoofdstukken 3 tot en met 7 tot 4 tot en met 8 wordt de aanduiding ‘Paragraaf 2. beveiligingseisen gegevensverwerking’ voorafgaand aan artikel 3 vervangen door: HOOFDSTUK 3. BEVEILIGINGSEISEN GEGEVENSVERWERKING.

D

In artikel 3 wordt ‘beveiligingseisen’ vervangen door: gegevensverwerking.

E

In artikel 6, eerste lid, wordt de puntkomma aan het slot van onderdeel b vervangen door een punt.

F

De bijlage behorende bij artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. Na paragraaf 3.8.1 worden twee paragrafen ingevoegd, luidende:

3.8.2. Geboortedatum

De geboortedatum van de persoon wordt weergegeven als JJJJMMDD.

Toelichting:

Bij sommige personen is de exacte geboortedatum niet bekend. Indien de geboortedag niet bekend is, wordt dat aangegeven door JJJJMM00 te noteren. Indien (ook) de geboortemaand niet bekend is, dan wordt dat aangegeven door JJJJ0000 te noteren. Bij ongeboren kinderen wordt 99999999 genoteerd.

Zie ook paragraaf 4.8.2.

3.8.3. Geslacht

Het geslacht van de persoon, waarbij de volgende opties gelden:

  • Vrouw (V)

  • Man (M)

  • Onbekend (O)

Zie ook paragraaf 4.8.3.

2. Paragraaf 6.5 komt te luiden:

6.5. Inhoud van het gegevensbestand

In artikel 4.3.2 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 zijn de gegevens opgenomen die de AMHK’s aan het CBS dienen te leveren voor de beleidsinformatie. In deel 1 van dit informatieprotocol is elk gegeven uitgewerkt in een definitie en, waar van toepassing, voorzien van keuzeopties. De AMHK’s leveren de gegevens aan het CBS in een door het CBS gedefinieerd gegevensbestand (zie deel 3 van dit informatieprotocol).

Het gegevensbestand dat de AMHK’s genereren en uploaden bij het CBS dient de volgende inhoud te hebben:

  • Een uniek nummer voor het betreffende AMHK.

  • Alle in de verslagperiode afgegeven adviezen. Per advies wordt een record aangemaakt dat voorziet in een voor de organisatie uniek nummer. Verder bevat dit record een code voor de aanleiding om met het AMHK contact op te nemen en een code voor de hoedanigheid van adviesvrager. Hieronder is een voorbeeld record opgenomen. De exacte opbouw van het record wordt uitgewerkt door het CBS in een bestandspecificatie (zie 7.2.).

    Nummer

    Aanleiding om contact op te nemen

    Hoedanigheid adviesvrager

    AD23334

    03

    05

  • Alle in de verslagperiode afgeronde meldingen. Per melding wordt een record aangemaakt dat voorziet in een voor de organisatie uniek nummer. Verder bevat dit record een code voor de aanleiding om met het AMHK contact op te nemen, een code voor de aard van het geweld of de mishandeling, de datum van de melding, een code voor de hoedanigheid van de melder, een code voor het vervolg op de aanmelding en in geval het vervolg een onderzoek is, het nummer van dit onderzoek. In het geval dat een vervolgtraject moet wordt ingezet, de startdatum van het vervolgtraject en de datum dat de bemoeienis van het AMHK eindigt. Tot slot worden weergegeven het BSN, de geboortedatum en het geslacht van degene op wie de melding betrekking heeft.

    Hieronder is een voorbeeld record opgenomen van een melding. De exacte opbouw van het record wordt uitgewerkt door het CBS in een bestandspecificatie (zie 7.2.).

    Nummer

    Aanleiding om contact op te nemen

    Aard van het geweld/ de mishandeling

    Datum

    Hoedanigheid melder

    ML45567

    02

    03

    20150223

    05

    Vervolg

    Onderzoek

    BSN

    Geboortedatum

    Geslacht

    01

    OZ76885

    123456789

    20091105

    V

  • Noot ten aanzien van het doorgeven van gegevens over de melding indien vervolg op de melding ‘inzetten vervolgtraject’ is. Een dergelijke melding, met alle bijbehorende gegevens zoals datum start inzetten vervolgtraject en datum einde bemoeienis AMHK wordt pas doorgegeven als de bemoeienis van het AMHK is geëindigd.

  • Alle in de verslagperiode afgeronde onderzoeken. Per onderzoek wordt een record aangemaakt dat voorziet in een voor de organisatie uniek nummer. Verder bevat dit record een code voor de aanleiding om met het AMHK contact op te nemen, de startdatum van het onderzoek, de einddatum van het onderzoek, een code voor de uitkomst van het onderzoek, een code voor de aard van het geweld of de mishandeling, een code voor het vervolg van het onderzoek, het BSN, de geboortedatum en het geslacht van degene waarop de melding betrekking heeft. Hieronder is een voorbeeld record opgenomen. Hieronder is een voorbeeld record opgenomen. De exacte opbouw van het record wordt uitgewerkt door het CBS in een bestandspecificatie (zie 7.2.).

    Nummer

    Aanleiding om contact op te nemen

    Startdatum

    Datum afronding

    Uitkomst van het onderzoek

    OZ76885

    02

    20150225

    20150506

    03

    Vervolg...

    Aard van het geweld/de mishandeling

    Vervolg onderzoek

    BSN

    Geboortedatum

    Geslacht

    03

    02

    123456789

    20091105

    V

  • Per verslagperiode worden gegevens van alle onderzoeken doorgegeven die het AMHK in de betreffende periode heeft afgesloten. In de eerste verslagperiode zijn dus ook onderzoeken opgenomen die voor 1-1-2015 gestart zijn. Voor deze onderzoeken wordt de oorspronkelijke startdatum van het onderzoek doorgegeven.

ARTIKEL II

In de artikelen 15, derde lid, en 16 van de Subsidieregeling opvang kinderen van ouders met trekkend/varend bestaan wordt ‘de Inspectie jeugdzorg, bedoeld in artikel 47 van de Wet op de jeugdzorg’ telkens vervangen door: de inspectie jeugdzorg, bedoeld in artikel 9.1 van de Jeugdwet.

ARTIKEL III

In artikel 1, onderdeel g, van de Subsidieregeling stageplaatsen zorg II komt onderdeel 3° te luiden:

  • 3°. jeugdhulpaanbieder als bedoeld in artikel 1.1. van de Jeugdwet.

ARTIKEL IV

De Regeling verantwoording aantal specifieke uitkeringen wordt ingetrokken.

ARTIKEL V

De Regeling gebruik burgerservicenummer in de jeugdzorg wordt ingetrokken.

§ 2. Ministerie van Veiligheid en Justitie

ARTIKEL VI

Artikel 6 van de Regeling erkenning scholings- en trainingsprogramma wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘de stichting bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet op de jeugdzorg’ vervangen door: de gecertificeerde instelling, bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet.

2. In het tweede lid worden onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel c door een punt de onderdelen d en e geschrapt en komt de aanhef te luiden: Bij de aanvraag om erkenning van het scholings- en trainingsprogramma vermeldt de organisatie de erkenning of toelating, indien het scholings- en trainingsprogramma of een substantieel gedeelte daarvan uitgevoerd wordt door een derde-organisatie die:

ARTIKEL VII

Artikel 24, vierde lid, van de Regeling Halt 2013 komt te luiden:

  • 4. Onder kindermishandeling wordt verstaan: kindermishandeling, bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet.

ARTIKEL VIII

De Regeling melding ongeoorloofde afwezigheid wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4.4, onderdeel b, onder 1°, wordt ‘artikel 29k, tweede lid, van de Wet op de jeugdzorg’ vervangen door: artikel 6.2.2, tweede lid, van de Jeugdwet.

B

In artikel 4.7, eerste lid, wordt ‘de betrokken stichting bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet op de jeugdzorg’ vervangen door: de betrokken gecertificeerde instelling, bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet.

C

In artikel 4.10, derde lid, onderdeel b, wordt ‘de betrokken stichting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet op de jeugdzorg’ vervangen door: de betrokken gecertificeerde instelling, bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet.

ARTIKEL IX

De bijlage bij de Regeling model huisregels justitiële jeugdinrichtingen wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel 7.2 wordt ‘een vertegenwoordiger van een stichting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet op de Jeugdzorg’ vervangen door: een andere vertegenwoordiger van een gecertificeerde instelling als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet.

2. In onderdeel 10.9 in de paragrafen ‘Afzondering’ en ‘Tijdelijke overplaatsing’ wordt ‘de stichting’ telkens vervangen door: de gecertificeerde instelling.

3. In onderdeel 10.10 wordt in de een na laatste volzin ‘de stichting’ vervangen door: de gecertificeerde instelling.

ARTIKEL X

Artikel 12 van de Regeling plaatsing en overplaatsing jeugdigen wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid komt de tweede volzin te luiden:

Indien de overbrenging een jeugdige betreft die met toepassing van artikel 6.2.2, tweede lid, van de Jeugdwet in een inrichting is geplaatst, overlegt de directeur met de gecertificeerde instelling, bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet.

2. In het vijfde en zesde lid wordt ‘de de stichting bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet op de Jeugdzorg’ telkens vervangen door: de gecertificeerde instelling, bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet.

ARTIKEL XI

In de artikelen 26, vierde lid, en 31, vierde lid, van de Regeling straf- en afzonderingscel justitiële jeugdinrichtingen wordt ‘de stichting bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet op de jeugdzorg’ telkens vervangen door: de gecertificeerde instelling, bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet.

ARTIKEL XII

In de artikelen 5 en 6, eerste lid, van de Regeling toepassing mechanische middelen jeugdigen wordt ‘, de stichting bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet op de jeugdzorg’ telkens vervangen door: en de gecertificeerde instelling, bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet.

ARTIKEL XIII

In onderdeel 4.4 van bijlage 2 bij de Regeling Uitstapprogramma Prostituees wordt ‘artikel 44 zesde lid, van de Wet op de Jeugdzorg’ vervangen door: artikel 7.4.3 van de Jeugdwet.

ARTIKEL XIV

De Regeling vrijwillige begeleiding jeugdreclassering wordt als volgt gewijzigd.

A

In artikel 1 komt onderdeel a te luiden:

  • a. gecertificeerde instelling: gecertificeerde instelling, bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet.

B

In artikel 2 wordt in het eerste lid, aanhef, in het tweede lid, aanhef, en in het derde lid ‘de stichting’ telkens vervangend door: de gecertificeerde instelling.

ARTIKEL XV

In artikel 7.1e van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 vervalt in de opsomming ‘de Wet op de jeugdzorg’ en wordt in de alfabetische volgorde ingevoegd: de Jeugdwet.

ARTIKEL XVI

In artikel 1, onder c, van het Instellingsbesluit Taskforce kindermishandeling en seksueel misbruik wordt ‘kindermishandeling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet op de jeugdzorg’ vervangen door: kindermishandeling als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet.

§ 3. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

ARTIKEL XVII

In artikel 18 van de Regeling basisregistratie personen wordt ‘accommodaties als bedoeld in artikel 29k, eerste lid, van de Wet op de jeugdzorg’ vervangen door: gesloten accommodaties als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet.

ARTIKEL XVIII

In de artikelen 1, onderdeel a, en 2 van de Tijdelijke regeling overstap naar een niet substantieel bezwarende functie wordt na ‘Justitiële Inrichtingen’ telkens een punt geplaatst en vervalt de rest van de volzin.

§ 4. Ministerie van Financiën

ARTIKEL XIX

In artikel 14, eerste lid, onderdeel c, onder 6°, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 wordt ‘Wet op de jeugdzorg’ vervangen door: Jeugdwet.

§ 5. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

ARTIKEL XX

In onderdeel 19 van bijlage 3 bij de Regeling cofinanciering sectorplannen wordt ‘Jeugdzorg’ vervangen door: Jeugdhulp.

ARTIKEL XXI

In onderdeel 19 van bijlage 3 bij de Regeling cofinanciering sectorplannen 2015 wordt ‘Jeugdzorg’ vervangen door: Jeugdhulp.

ARTIKEL XXII

In onderdeel 35, onder 20, letter g, van bijlage 1 bij de Regeling Wfsv wordt ‘Jeugdzorg’ vervangen door: Jeugdhulp.

ARTIKEL XXIII

In artikel 1, vierde lid, van de Reïntegratieregeling wordt na ‘Wet op de jeugdzorg’ ingevoegd: of de Jeugdwet.

ARTIKEL XXIV

In artikel A21, eerste lid, van bijlage 1 bij de Subsidieregeling ESF 2014–2020 wordt ’een accommodatie als bedoeld in hoofdstuk IVb Wet op de jeugdzorg’ telkens vervangen door: een gesloten accommodatie als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet.

§ 6. Slotbepalingen

ARTIKEL XXV

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

ARTIKEL XXVI

Deze regeling wordt aangehaald als: Aanpassingsregeling Jeugdwet.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok

TOELICHTING

Algemeen

Met de Jeugdwet is met ingang van 1 januari 2015 de bestuurlijke en financiële verantwoordelijkheid voor jeugdhulp en de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering gedecentraliseerd naar de gemeenten. In het belang van jeugdigen en hun ouders, in het belang van een goede uitvoering van de Jeugdwet en gezien de verantwoordelijkheid van het Rijk voor het jeugdstelsel, zijn in de Jeugdwet en in het Besluit Jeugdwet bevoegdheden opgenomen om bij ministeriële regeling nadere regels te stellen. Daaraan is uitvoering gegeven in de Regeling Jeugdwet. Zoals reeds aangekondigd in de toelichting bij de Regeling Jeugdwet, wordt nu in een afzonderlijke regeling voorzien in de nodige technische aanpassingen van de terminologie en verwijzingen in andere ministeriële regelingen. Het gaat daarbij voornamelijk om het aanpassen van verwijzingen naar wet- en regelgeving in het kader van de Wet op de jeugdzorg. Deze verwijzingen worden gewijzigd in verwijzingen naar wet- en regelgeving in het kader van de Jeugdwet. Deze Aanpassingsregeling Jeugdwet zorgt er zodoende voor dat de Regeling Jeugdwet juridisch en wettechnisch klopt met de andere regelingen.

Met de inwerkingtreding van de Jeugdwet is de Wet op de jeugdzorg ingetrokken, waardoor van rechtswege alle op de Wet op de jeugdzorg gebaseerde algemene maatregelen van bestuur, ministeriële regelingen en besluiten van algemene strekking zijn vervallen. Dit betreft in ieder geval:

  • het Uitvoeringsbesluit Wet op de jeugdzorg

  • het Besluit aanwijzing vervoerder gesloten jeugdzorg

  • het Besluit beleidsinformatie jeugdzorg 2011

  • de Regeling aanwijzing gedragswetenschappers gesloten jeugdzorg

  • de Regeling bekostiging jeugdzorg 2009

  • de Regeling beleidsinformatie jeugdzorg 2011

  • de Regeling pleegvergoeding

  • de Regeling pleegzorg 2013

  • de Rijkssubsidieregeling jeugdzorg 2011

  • de Subsidieregeling gesloten jeugdzorg 2013/2014

Artikelsgewijs

De meeste bepalingen van deze regeling voorzien in noodzakelijke terminologische aanpassingen die voortvloeien uit de inwerkingtreding van de Jeugdwet, waaronder het vervangen van verwijzingen in diverse ministeriële regelingen naar bepalingen uit de Wet op de jeugdzorg door verwijzingen naar de relevante bepalingen in de Jeugdwet. De overige wijzigingen worden hierna afzonderlijk toegelicht.

Artikel I

In de Uitvoeringsregeling Wmo 2015 worden enkele redactionele misslagen weggenomen.

In de bijlage bij artikel 7 ontbraken 2 paragrafen over het registreren van geslacht en geboortedatum en is paragraaf 6.5 aangevuld met een uitgebreidere en duidelijkere beschrijving over het aanleveren van informatie aan het CBS. Ten behoeve van de duidelijkheid is een nieuwe, integrale tekst van paragraaf 6.5 vastgesteld.

Artikel IV

Van de Regeling verantwoording aantal specifieke uitkeringen wordt geen gebruik meer gemaakt en deze regeling wordt daarom ingetrokken.

Artikel V

De Regeling gebruik burgerservicenummer in de jeugdzorg is niet van rechtswege vervallen omdat zij niet alleen op het Uitvoeringsbesluit Wet op de jeugdzorg berustte, maar ook op het Besluit gebruik burgerservicenummer in de zorg. Gelet op hetgeen over het gebruik van het burgerservicenummer in het jeugddomein is geregeld in artikel 6 van de Regeling Jeugdwet en in paragraaf 7.4 van het Besluit Jeugdwet, is de Regeling gebruik burgerservicenummer in de jeugdzorg echter niet meer van belang en daarom wordt zij ingetrokken.

Artikel VI

Bij de wijzigingsopdracht van artikel 2.1, tweede lid, worden twee veranderingen aangebracht. Het oorspronkelijke onderdeel e wordt opgenomen in de aanhef, om de bepaling taalkundig kloppend te maken. Daarnaast wordt onderdeel d geschrapt, omdat geen sprake meer is van een mogelijke erkenning van een organisatie op grond van de Wet op de jeugdzorg. Omdat iets vergelijkbaars niet bestaat op grond van de Jeugdwet, komt het onderdeel te vervallen. Op een eventuele derde-organisatie die niet erkend of toegelaten is als bedoeld in het tweede lid, is het derde lid van toepassing. Dat betekent dat bij een aanvraag om erkenning van een scholings- en trainingsprogramma de betrouwbaarheid van de betreffende organisatie getoetst dient te worden.

Artikel XVIII

De verwijzing naar twee rijksinstellingen voor gesloten jeugdzorg wordt in de Tijdelijke regeling overstap naar een niet substantieel bezwarende functie geschrapt, omdat beide rijksinstellingen zijn geprivatiseerd.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok

Naar boven