Besluit van de Minister voor Wonen en Rijksdienst, van 24 februari 2015 nr. 2014-00006183625, houdende wijziging van het Besluit van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 12 augustus 2014, nr. 2014-0000439657, tot het verlenen van mandaat, volmacht en machtiging ter uitvoering van een aantal wetten, besluiten, regelingen en beschikkingen op het terrein van Wonen en Bouwen (Mandaatbesluit RVO Regelingen Wonen en Bouwen) in verband met de Regeling fonds energiebesparing huursector

De Minister voor Wonen en Rijksdienst,

Gezien de schriftelijke instemming van de directeur-generaal Rijksdienst voor Ondernemend Neder-land;

Besluit:

ARTIKEL I

Onder vervanging van de punt aan het slot van het laatste onderdeel door een puntkomma, wordt aan de opsomming in bijlage 1 bij het Mandaatbesluit RVO Regelingen Wonen en Bouwen een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • Regeling fonds energiebesparing huursector.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 oktober 2014.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 24 februari 2015

De Minister van Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

TOELICHTING:

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland gaat namens de Minister de bevoegdheden uitoefenen aangaande de uitvoering en beheer van het Fonds Energiebesparing Huursector voor 2014 en 2015. Dit betreft ten eerste het beheer van de subsidiedossiers. Daaronder valt de uitvoering en administratie van het proces van aanvraag, subsidieverlening, -vaststelling en eventueel afwijzing. Daarnaast gaat het om het managen van de risico’s van kredietverstrekking en -beheer. Bij de beoordeling van leningaanvragen, kredietverlening en -vaststelling, en het innen van de rente en aflossing zijn externe en interne risico’s aan de orde die gemanaged dienen te worden. Externe risico’s zijn bijvoorbeeld het kredietwaardigheidrisico en risico op misbruik van de regeling. Interne risico’s hebben te maken met een deugdelijke uitvoering van de regeling en management van de leningenportfolio. Ook dient de financiële administratie van het fonds uitgevoerd te worden. Dit betreft de administratie van de leningenportfolio en de uitvoeringskosten van de regeling onderscheiden naar leningen aan corporaties (geborgd en ongeborgd) en leningen aan overige verhuurders.

Op eventuele bezwaren die worden gemaakt tegen besluiten die voortvloeien uit de uitoefening van de hiervoor bedoelde bevoegdheden, wordt namens de minister door de Rijksdienst beslist. De Rijksdienst voert ook namens de minister in voorkomend geval de gerechtelijke procedures.

De Minister van Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

Naar boven