Besluit van de directeur Bedrijfsvoering van 26 februari 2015, nr. 14208256, houdende verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging voor de directie Bedrijfsvoering van het Ministerie van Economische Zaken 2015 (Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor de directie Bedrijfsvoering van het Ministerie van Economische Zaken 2015)

De directeur Bedrijfsvoering,

Gelet op artikel 18 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 2015;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de directeur:

de directeur Bedrijfsvoering;

b. de onderdeelmanagers:

de managers van de organisatieonderdelen van de directie Bedrijfsvoering;

c. de plaatsvervangend onderdeelmanagers:

de plaatsvervangend managers van de directie Bedrijfsvoering;

d. het DT:

het directieteam van de directie Bedrijfsvoering bestaande uit het collectief van de onder a en b genoemde functionarissen;

e. de coördinerend directeur inkoop:

de coördinerend directeur inkoop van het Ministerie van Economische Zaken;

f. de MT-leden:

de leden van de managementteams van een organisatieonderdeel van de directie Bedrijfsvoering;

g. het MT:

het managementteam van een organisatieonderdeel van de directie Bedrijfsvoering;

h. de manager HRM:

de manager HRM van de directie Bedrijfsvoering;

i. de teamleiders:

de teamleiders van de directie Bedrijfsvoering;

j. de HR-adviseurs:

de HR-adviseurs van de directie Bedrijfsvoering;

k. de medewerkers servicepunt Inkoop:

de medewerkers van het servicepunt Inkoop van het Ministerie van Economische Zaken;

l. de medewerkers Bedrijfsvoering:

de medewerkers van de directie Bedrijfsvoering;

m. het bedrag:

het bedrag inclusief verschuldigde omzetbelasting (BTW).

§ 2. Taakverdeling

Artikel 2

Aan de directeur is voorbehouden: het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van andere handelingen dan een besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling betreffende:

  • a. onderwerpen waarover binnen het DT geen overeenstemming bestaat;

  • b. aangelegenheden:

    • 1°. ten aanzien waarvan de directeur in een incidenteel geval mededeling heeft gedaan dat zij door hem zullen worden behandeld, of

    • 2°. die door een onderdeelmanager aan de directeur ter afhandeling worden voorgelegd, tenzij zij naar het oordeel van de directeur door een andere onderdeelmanager moeten worden behandeld.

Artikel 3

  • 1. Aan de onderdeelmanagers en de plaatsvervangend onderdeelmanagers wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 130.000 per verplichting niet te boven gaat.

  • 2. Aan de onderdeelmanagers en de plaatsvervangend onderdeelmanagers wordt voorts, ieder voor zich, met betrekking tot de onder hen ressorterende medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps, bevallings- en ouderschapsverlof;

    • c. het goedkeuren van wijzigingen in werkroosters;

    • d. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • e. de inhuur van tijdelijk personeel, ter uitvoering van een beslissing van een hoofd van dienst;

    • f. het aangaan van verplichtingen inzake de opleiding van personeel;

    • g. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnen en buiten de Europese Unie.

Artikel 4

Aan de coördinerend directeur inkoop wordt ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor het aangaan van aangelegenheden op zijn werkterrein.

Artikel 5

  • 1. Aan de MT-leden wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor het aangaan van aangelegenheden op zijn werkterrein met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 15.000 per verplichting niet te boven gaat.

  • 2. Aan de MT-leden wordt voorts, ieder voor zich, met betrekking tot de onder hen ressorterende medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps, bevallings- en ouderschapsverlof;

    • c. het goedkeuren van wijzigingen in werkroosters;

    • d. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • e. de inhuur van tijdelijk personeel, ter uitvoering van een beslissing van een hoofd van dienst;

    • f. het aangaan van verplichtingen inzake de opleiding van personeel;

    • g. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnen de Europese Unie.

Artikel 6

Aan de manager HRM wordt ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor beslissingen op bezwaarschriften inzake personeelsaangelegenheden van medewerkers van het Ministerie van Economische Zaken met uitzondering van de beslissingen op bezwaarschriften tegen besluiten die in mandaat zijn genomen door de directeur Bedrijfsvoering of door hem aangewezen medewerkers.

Artikel 7

  • 1. Aan de teamleiders wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein, met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 5.000 per verplichting niet te boven gaat.

  • 2. Aan de teamleiders wordt voorts, ieder voor zich, met betrekking tot de onder hen ressorterende medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps, bevallings- en ouderschapsverlof;

    • c. het goedkeuren van wijzigingen in werkroosters;

    • d. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • e. het aangaan van verplichtingen inzake de opleiding van personeel;

    • f. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnen de Europese Unie.

Artikel 8

Aan de HR-adviseurs wordt, ieder voor zich, volmacht en machtiging verleend voor het aangaan van financiële verplichtingen op hun werkterrein voortvloeiend uit beslissingen van een hoofd van dienst.

Artikel 9

Aan de medewerkers servicepunt Inkoop wordt, ieder voor zich, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op hun werkterrein met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 5.000 per verplichting niet te boven gaan.

Artikel 10

Aan de medewerkers Bedrijfsvoering wordt, ieder voor zich, volmacht en machtiging verleend voor:

  • a. het aangaan van verplichtingen inzake de eigen opleiding, voortvloeiend uit een beslissing van zijn onderdeelmanager, met dien verstande dat het een bedrag van € 5.000 per verplichting niet te boven gaat;

  • b. de aanschaf van goederen en diensten op hun werkterrein met dien verstande dat het een bedrag van € 500 niet te boven gaat.

§ 3. Vervanging

Artikel 11

  • 1. De uit dit besluit voor een onderdeelmanager voortvloeiende bevoegdheden gaan in het geval van zijn afwezigheid over op zijn plaatsvervanger. Bij afwezigheid van zowel de onderdeelmanager als zijn plaatsvervanger gaan de uit dit besluit voortvloeiende bevoegdheden over op een andere door de directeur aangewezen onderdeelmanager.

  • 2. De uit dit besluit voor een MT-lid voortvloeiende bevoegdheden gaan in het geval van zijn aanwezigheid over op een ander MT-lid van het desbetreffende onderdeel.

§ 4. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 12

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

Artikel 13

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor de directie Bedrijfsvoering van het Ministerie van Economische Zaken 2015.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 26 februari 2015

J.H. Maas directeur Bedrijfsvoering

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het Ministerie van Economische Zaken, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK ’s-Gravenhage.

Naar boven