Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 februari 2015, nr. VO/BZO/701225 houdende de vaststelling van het bedrag per leerling voor het regionaal zorgbudget en subsidie regionale verwijzingscommissies voortgezet onderwijs per 1 januari 2015 (Regeling regionaal zorgbudget en regionale verwijzingscommissies voortgezet onderwijs)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 5, eerste lid, en artikel 6 van het Besluit RVC’s en regionaal zorgbudget

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling regionaal zorgbudget en regionale verwijzingscommissies voortgezet onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, wordt ‘2014’ vervangen door: 2015.

2. Het derde lid vervalt.

B

Artikel 3 komt als volgt te luiden:

Voor de werkzaamheden van een RVC als bedoeld in artikel 10g, tiende lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs verstrekt de Minister subsidie, binnen de door de begrotingswetgever ter beschikking gestelde middelen, voor het kalenderjaar 2015. De subsidie per RVC voor het kalenderjaar 2015 is gelijk aan het subsidiebedrag voor het kalenderjaar 2014, met dien verstande dat het destijds in mindering gebrachte bedrag van de niet-bestede middelen over het kalenderjaar 2012 buiten beschouwing wordt gelaten. De RVC’s mogen de subsidie voor het kalenderjaar 2015 voor afrondende werkzaamheden inzetten tot uiterlijk 30 juni 2016.

C

Artikel 4 vervalt.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

TOELICHTING

Deze toelichting wordt gegeven mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken.

Artikel I

Onderdeel A

Met deze wijziging van de Regeling regionaal zorgbudget en regionale verwijzingscommissies voortgezet onderwijs wordt het bedrag dat per leerling voor het regionaal zorgbudget beschikbaar is voor het kalenderjaar 2015 vastgesteld op € 87 per leerling.

Onderdeel B

De RVC’s ontvangen op grond van deze regeling subsidie voor hun werkzaamheden voor het kalenderjaar 2015. Met de invoering van passend onderwijs per 1 augustus 2014 is de samenstelling van de samenwerkingsverbanden veranderd. Bovendien is er een wetsvoorstel in de Tweede Kamer aanhangig inzake de beëindiging van de RVC’s per 1 januari 2016. Om ingewikkelde herberekeningen achterwege te laten is er in overleg met de RVC’s voor gekozen om het subsidiebedrag hetzelfde te laten als voor 2014. Het bedrag van de subsidie in 2014 was gebaseerd op een vast bedrag per RVC van € 150.000 en een bedrag van € 22 per leerling.

Deze subsidie mag ook worden ingezet voor de afrondende werkzaamheden van het RVC in de periode van 1 januari 2016 tot uiterlijk 30 juni 2016. Onder de werkzaamheden van een RVC vallen ook de werkzaamheden voor de beëindiging van het RVC. De kosten van de opheffing RVC’s kunnen onder meer zijn: het opstellen van het jaarverslag, bezwaar en beroep en accountantskosten. Over de periode van 1 januari 2015 tot uiterlijk 30 juni 2016 volstaat één verantwoording (in te dienen bij DUO voor 1 juli 2016). Niet bestede gelden of overschotten worden opgenomen in de eindafrekening als schuld aan onze Minister.

Artikel II

De regeling treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 1 januari 2015. Het creëert een juridische basis voor de bestaande uitvoeringspraktijk en hiermee wordt met terugwerkende kracht de rechtmatigheid van de bekostiging geborgd.

Administratieve lasten

Deze wijzigingsregeling veroorzaakt geen extra administratieve lasten ten opzichte van de voorgaande jaren.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

Naar boven