Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu van 11 maart 2015, nr. IENM/BSK-2015/44451, houdende wijziging van de Regeling periodieke controle basisregistraties adressen en gebouwen (wijziging periodieke controle Wet BAG 2015–2017)

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op de artikelen 42, vierde lid, aanhef en onder c, en 43, derde lid, van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling periodieke controle basisregistraties adressen en gebouwen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de begripsomschrijving behorend bij ‘controleprotocol’ wordt ‘www.bag.vrom.nl ‘ vervangen door ‘www.basisregistratiesienm.nl’.

2.Raad voor accreditatie:’ en de bijbehorende begripsomschrijving wordt vervangen door: NEN: stichting NEN te Delft.

B

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

  • 1. Aan de eisen, bedoeld in artikel 42, vierde lid, onder c, van de wet wordt voldaan door bedrijven waaraan sinds 1 januari 2012 op basis van NEN-EN-ISO/IEC 17020:2004 een accreditatie is afgegeven voor de uitvoering van de controle.

  • 2. Aan de eisen wordt voorts voldaan door bedrijven die blijkens een verklaring van het NEN of een vergelijkbare instelling in een lidstaat van de Europese Unie in staat zijn om de controle uit te voeren overeenkomstig het controleprotocol.

  • 3. Controle-instellingen als bedoeld in het eerste en tweede lid worden opgenomen op een lijst, gepubliceerd op www.basisregistratiesienm.nl.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling wijzigt de Regeling periodieke controle basisregistraties adressen en gebouwen (hierna: regeling periodieke controle). De regeling periodieke controle is gebaseerd op de artikelen 42, vierde lid, en 43, derde lid, van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen (hierna: de wet BAG). Ten behoeve van de kwaliteitsborging van de basisregistraties adressen en gebouwen voorzien de genoemde artikelen in een periodieke controle op de kwaliteit van het beheer van die basisregistraties door burgemeester en wethouders.

Artikel 42 van de wet BAG houdt kort gezegd in dat burgemeester en wethouders eens per drie jaar de uitvoering van het bij of krachtens de Wet BAG bepaalde laten controleren door een bedrijf dat voldoet aan de krachtens dat artikel bij ministeriële regeling gestelde eisen. In artikel 2 van die ministeriële regeling, de regeling periodieke controle, was met het oog daarop bepaald dat de controle-instelling beschikt over een accreditatie voor de uitvoering van de controle, die op basis van NEN-EN-ISO/IEC 17020:2004 is afgegeven door de Raad voor Accreditatie of een andere accreditatie-instelling die erkend is in een lidstaat van de Europese Unie.

Door de Audit Dienst Rijk (ADR) is begin 2014 een evaluatieonderzoek uitgevoerd op het functioneren en de doeltreffendheid van de Wet BAG. Het onderdeel toezicht en handhaving – de periodieke controles – is in deze evaluatie meegenomen. In de evaluatie wordt geconcludeerd dat de controles en inspecties momenteel niet adequaat zijn. In mijn reactie op het evaluatierapport van 25 april 2014 heb ik deze conclusie overgenomen en heb ik aangegeven op korte termijn te werken aan de invoering van een modern en adequaat instrumentarium (Kamerstukken II 2013/14, 33 926, nr. 1). Dit nieuwe instrumentarium krijgt zijn beslag bij de herziening van de Wet BAG, die naar verwachting vanaf 2017 van kracht kan worden. Voor de tussentijd – de tweede inspectiecyclus over de periode 2015 tot en met 2017 – vinden enkele aanpassingen op basis van de vigerende Wet BAG plaats. Deze regeling voorziet daarin.

De eerste driejaarlijkse inspectiecyclus voor de Wet BAG liep van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2014. De tweede cyclus loopt vanaf 1 januari 2015 tot en met 31 december 2017. Vooruitlopend op de toekomstige nieuwe systematiek worden de eisen aan bedrijven die de controles uitvoeren ‘bevroren’ om meerkosten in de vorm van nieuwe investeringen ten behoeve van accreditatie te voorkomen. Daarbij wordt voorkomen dat de markttoegang wordt afgesloten, er blijft ruimte voor nieuwkomers.

Daartoe wordt onder andere artikel 2 van de regeling periodieke controle vereenvoudigd. De wijziging houdt samengevat in dat het vereiste van een rechtsgeldige accreditatie op basis van NEN-EN-ISO/IEC 17020:2004 voor de controle-instellingen vervalt (deze vervalt eveneens voor het controleprotocol zelf maar dat leidt niet tot wijziging van deze regeling).

Bedrijven waaraan sinds 1 januari 2012 een accreditatie voor de uitvoering van de controle was afgegeven op basis van NEN-EN-ISO/IEC 17020:2004 blijven op grond van deze wijziging in elk geval voldoen aan de eisen, bedoeld in artikel 42, vierde lid, onder c, van de wet (artikel 2, eerste lid). Zij hoeven verder geen actie te ondernemen. Het vernieuwen van een verleende accreditatie, bijvoorbeeld omdat onderliggende normen zijn gewijzigd, is voor de periode tot en met 31 december 2017 voor de toepassing van de Wet BAG dus niet meer vereist. Daardoor worden kosten voorkomen en kunnen de betrokken bedrijven in elk geval tot en met 31 december 2017 controles blijven uitvoeren.

Aan de eisen wordt voorts voldaan door bedrijven die blijkens een verklaring van het NEN (dat het inspectieprotocol beheert) of een vergelijkbare instelling in een lidstaat van de Europese Unie in staat zijn om de controle uit te voeren overeenkomstig het controleprotocol (artikel 2, tweede lid).

Controle-instellingen als bedoeld in het eerste lid en tweede lid worden opgenomen op een lijst, gepubliceerd op www.basisregistratiesienm.nl (artikel 2, derde lid).

De onderhavige regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten van burgers of bedrijven of voor de inhoudelijke nalevingkosten. Voor de kosten die gemeenten moeten maken voor het laten uitvoeren van de periodieke controle ontvangen zij zoals voorheen een vergoeding van het ministerie van Infrastructuur en Milieu.

Deze regeling bevat geen overgangsrecht, omdat geen sprake is van verzwaarde of veranderde eisen of van andere overgangsrechtelijke problemen door de wijziging. Bedrijven die in het tijdvak vanaf 1 januari 2012 aan de eisen voldeden en daarvoor geaccrediteerd waren, blijven op grond van deze regeling tot en met 31 december 2017 voldoen aan de eisen, ook al is de accreditatie in de tussentijd niet meer vernieuwd of niet langer rechtsgeldig. Voor zover bekend zijn er geen bedrijven die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling een accreditatieprocedure doorlopen. Indien dat toch het geval zou zijn kunnen deze bedrijven de procedure afronden en voldoen ze daarmee eveneens aan de eisen.

De regeling werkt terug tot en met 1 januari 2015 om rechtsonzekerheid met betrekking tot de periode tot en met 2017 te voorkomen en om te voorkomen dat controle-instellingen extra kosten maken om lopende accreditaties te verlengen. Afgeweken wordt van de systematiek van de vaste verandermomenten voor zowel de invoeringstermijn als het vaste verandermoment vanwege de publieke en private nadelen die bij inwerkingtreding per 1 maart 2015 zouden optreden. Over de wijzigingen is vanaf medio 2014 met de betrokken gemeenten en bedrijven overleg geweest.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A (wijziging artikel 1 regeling periodieke controle)

Dit onderdeel bevat een technische wijziging van een verwijzing in de begripsomschrijving van ‘controleprotocol’ in artikel 1 van de regeling periodieke controle, en daarnaast een vervanging van het begrip ‘Raad voor accreditatie’ door het NEN.

Artikel I, onderdeel B (vervanging artikel 2 regeling periodieke controle)

Voor de inhoud van het nieuwe artikel 2, eerste en tweede lid, wordt kortheidshalve verwezen naar het algemeen deel van de toelichting.

Op grond van het derde lid worden de contactgegevens van de controle-instellingen opgenomen op een lijst die wordt gepubliceerd op www.basisregistratiesienm.nl. Dit heeft uitsluitend een informatieve functie. Uitsluitend bedrijven die reeds waren geaccrediteerd of die beschikken over een verklaring van het NEN of vergelijkbare instelling komen in aanmerking voor opname op de lijst. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu controleert uitsluitend of een dergelijke verklaring is bijgevoegd.

Artikel II

Kortheidshalve wordt verwezen naar het algemeen deel van deze toelichting met betrekking tot overgangsrecht en terugwerkende kracht.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven