Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken, van 3 maart 2015, nr. 15025075, houdende tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter bestrijding van onkruiden in de onbedekte teelt van hyacint, tulp, lelie, gezaaide zomerbloemen, bloemenzaadteelt, spinazie en de spinaziezaadteelt (Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de onbedekte teelt van hyacint, tulp, lelie, gezaaide zomerbloemen, bloemenzaadteelt, spinazie en de spinaziezaadteelt tegen onkruid 2015)

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Gelet op artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van de Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309);

BESLUIT:

Artikel 1

Tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 wordt verleend voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Agrichem Asulam 2, voorheen toegelaten onder toelatingsnummer 11078 N ter bescherming van de onbedekte teelt van hyacint, tulp, lelie, gezaaide zomerbloemen, bloemenzaadteelt, spinazie en de spinaziezaadteelt tegen onkruid.

Artikel 2

De vrijstelling is slechts van toepassing indien de gebruiksvoorschriften in de bijlage bij dit besluit worden nageleefd.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van 15 maart 2015 en vervalt met ingang van 30 augustus 2015 met dien verstande dat de vrijstelling voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Agrichem Asulam 2:

  • a) in de teelt van hyacint, tulp geldt met ingang van 15 maart 2015 en vervalt met ingang van 13 juli 2015.

  • b) in de teelt van gezaaide zomerbloemen en bloemenzaad geldt met ingang van 15 maart 2015 en vervalt 11 juli 2015.

  • c) in de teelt van spinaziezaad geldt met ingang van 15 maart 2015 en vervalt met ingang van 11 juli 2015.

  • d) in de teelt van lelie geldt met ingang van 20 april 2015 en vervalt met ingang van 18 augustus 2015;

  • e) in de teelt van spinazie geldt met ingang van 26 april 2015 en vervalt met ingang van 30 augustus 2015.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de onbedekte teelt van hyacint, tulp, lelie, gezaaide zomerbloemen, bloemenzaadteelt, spinazie en de spinaziezaadteelt tegen onkruid 2015.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: J.P. Hoogeveen Directeur-Generaal Agro

Als u het niet eens bent met dit besluit, kunt u binnen zes weken na dagtekening van dit besluit digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen.

Een digitaal bezwaarschrift kunt u indienen via ‘mijn.rvo.nl’. Om in te loggen heeft u uw gebruikerscode en wachtwoord nodig, voor de ondertekening een TAN-code. Bij een digitaal bezwaarschrift stuurt u een kopie van dit besluit mee als pdf-bestand of u stuurt een kopie per post na.

Als u schriftelijk bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, afdeling Juridische Zaken, postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Bij een schriftelijk bezwaar stuurt u een kopie van dit besluit mee met uw bezwaarschrift.

Op mijn.rvo.nl/bezwaar vindt u meer belangrijke informatie over het digitaal en schriftelijk indienen van een bezwaarschrift.

Meer informatie

Heeft u nog vragen over uw bezwaarschrift, kijk dan op onze website: mijn.rvo.nl. Of bel ons: 088 042 42 42 (lokaal tarief

BIJLAGE

Wettelijk gebruiksvoorschrift

Naam middel: AGRICHEM ASULAM 2

Toelatingsnummer: voorheen 11078

Wettelijk Gebruiksvoorschrift

Toegestaan is uitsluitend het professionele gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de volgende toepassingsgebieden (volgens Definitielijst toepassingsgebieden versie 2.0, Ctgb juni 2011) onder de vermelde toepassingsvoorwaarden.

Toepassingsgebied

Type toepassing

Te bestrijden organisme

Dosering (middel) per toepassing

Maximaal aantal toepassingen per teeltcyclus of per 12 maanden

Maximaal aantal liter middel per ha per teeltcyclus of per 12 maanden

Minimum interval tussen toepassingen in dagen

Spinazie (productieteelt) onbedekte teelt

voor opkomst

Breedbladige onkruiden en eenjarige grasachtige onkruiden

6 – 7,5 l/ha

1 per teeltcyclus

7,5 l/ha per teeltcyclus

 

Spinazie (zaadteelt) onbedekte teelt

voor opkomst en/of na opkomst

Breedbladige onkruiden en eenjarige grasachtige onkruiden

6 – 7,5 l/ha

2 per teeltcyclus

12 l/ha per teeltcyclus

14

Hyacint onbedekte teelt

na opkomst

Breedbladige onkruiden

4 – 6 l/ha

2 per teeltcyclus

12 l/ha per teeltcyclus

14

Tulp onbedekte teelt

na opkomst

Breedbladige onkruiden

4 – 6 l/ha

2 per teeltcyclus

12 l/ha per teeltcyclus

14

Lelie onbedekte teelt

na opkomst

Breedbladige onkruiden

4 – 6 l/ha

2 per teeltcyclus

12 l/ha per teeltcyclus

14

Gezaaide zomerbloemen onbedekte teelt

voor opkomst en/of na opkomst

Breedbladige onkruiden

4 – 7,5 l/ha

2 per 12 maanden

12 l/ha per 12 maanden

14

Bloemenzaad onbedekte teelt

voor opkomst en/of na opkomst

Breedbladige onkruiden

4 – 7,5 l/ha

2 per 12 maanden

12 l/ha per 12 maanden

14

De gevoeligheid van de onkruiden is afhankelijk van het toepassingstijdstip, de dosering is afhankelijk van de grondsoort.

Agrichem Asulam 2 moet worden toegepast in minstens 600 liter water per ha.

In lelie kan de toepassing van Agrichem Asulam 2 onder bepaalde omstandigheden (warm weer, veel instraling) en in sommige cultivars leiden tot enige gewasreactie in de vorm van lichtgroene bladvlekjes.

Toepassingsvoorwaarden

Om het grondwater te beschermen mag dit product niet worden toegepast in grondwaterbeschermingsgebieden.

Gezien de beperkte ervaring en het grote assortiment aan gewassen in gezaaide zomerbloemen en gewassen bestemd voor bloemenzaadproductie verdient het aanbeveling, voor zover geen ervaring werd opgedaan, door middel van een proefbespuiting vast te stellen of het te behandelen gewas het middel goed verdraagt.

In aanvulling op de maatregelen die gelden conform het Activiteitenbesluit Milieubeheer (teeltvrije zones) moet het volgende in acht worden genomen:

Om in het water levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende planten te beschermen geldt dat toepassing van het middel uitsluitend is toegestaan indien gebruik wordt gemaakt van minimaal 75% driftreducerende spuitdoppen in combinatie met een kantdop.

TOELICHTING

Algemeen

Artikel 53 van de Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309) (hierna: Verordening (EG) nr. 1107/2009) en artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) maken het mogelijk in bijzondere omstandigheden vrijstelling te verlenen van het verbod om een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel binnen Nederland te brengen, op de markt te brengen, voorhanden te hebben of te gebruiken.

Vrijstelling kan worden verleend als een maatregel nodig blijkt voor een gecontroleerd en beperkt gebruik ter beheersing van een gevaar dat op geen enkele andere redelijke manier te beheersen is.

Met dit besluit wordt tijdelijk vrijstelling verleend voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Agrichem Asulam 2, tegen onkruid in de onbedekte teelt van hyacint, tulp, lelie, gezaaide zomerbloemen, bloemenzaad, spinazie en de zaadteelt van spinazie.

Gevaar voor de teelt door onkruiden

Algemeen

Schade door onkruiden veroorzaakt kwaliteitsverlies, opbrengstverlies en afkeuringen. Het gevolg hiervan is dat een landbouwtechnisch doelmatige geïntegreerde teelt niet meer mogelijk is. Een slechte onkruidbestrijding is ook schadelijk voor volgteelten: door niet afdoende bestrijding van onkruiden neemt de onkruiddruk toe en daarmee ook de opbrengstderving in de volggewassen.

Spinazie

Schade door onkruiden in de teelt van spinazie ten behoeve van de consumptie bestaat uit opbrengstverlies en afkeuringen. Vanwege de mechanische oogst van spinazie kunnen onkruiden niet handmatig uit het geoogste product worden gesorteerd. De schade wordt geschat op 65 procent opbrengstverlies.

Spinaziezaadteelt

In de zaadteelt van spinazie leidt de aanwezigheid van onkruiden tot opbrengstverlies en verontreiniging van zaadpartijen. Daarnaast kan onkruid een bron zijn van overdraagbare plantenziekten. De schade wordt geschat op 10 tot 100 procent opbrengstverlies.

Lelie, hyacint, tulp

Met name op de percelen waar de onkruiddruk hoog is en waar akkerkers (kiek), kleefkruid en klein kruiskruid voorkomen en onvoldoende bestreden kunnen worden leidt dit tot kwantitatieve schade: door concurrentie met het onkruid om water en voedingsstoffen blijven de bollen klein. De schade door onkruiden kan leiden tot een gemiddelde opbrengstderving van 15 procent, die kan oplopen tot 50 procent, waardoor de bloembollenteelt economisch niet langer haalbaar is.

Gezaaide zomerbloemen

Door concurrentie met onkruiden zullen bloemen zich minder goed ontwikkelen, dus kleiner blijven of soms minder goed gevormd zijn, waardoor minder zogenaamde ‘eerste kwaliteit’ zal worden geproduceerd. Ook verhoogt de aanwezigheid van onkruiden de ziektegevoeligheid van het gewas. De aanwezigheid van onkruiden kan in het uiterste geval leiden tot het volledig verloren gaan van de oogst.

Bloemenzaadteelt

Meer ziektedruk door schimmels en virussen, als gevolg van een suboptimale onkruidbestrijding, kan leiden tot een verminderde zaadkwaliteit met een verminderde kiemkracht. Voor bloemenzaad geldt verder een nultolerantie voor onkruidzaden. Opbrengstverlies als gevolg van het schonen van het zaad kan oplopen tot 30 procent of 100 procent bij volledige afkeuring.

Een landbouwtechnisch doelmatige onbedekte teelt van spinazie, spinaziezaad, zomerbloemen, bloemenzaad, tulp, lelie en hyacint in Nederland wordt bedreigd door onvoldoende bestrijding van onkruiden.

Alternatieven

Asulam is een onkruidbestrijdingsmiddel met zowel bodemwerking (door opname van het middel door de wortels van (kiemende) onkruiden) als contactwerking. De beschikbare toegelaten herbiciden hebben op zich zelf staand onvoldoende effect. Dit heeft deels te maken met de schadelijkheid voor het gewas waardoor middelen alleen in een laag doseringssysteem kunnen worden toegepast, deels met een onvoldoende werkingsspectrum en deels door beperkingen in het moment van toepassen, waardoor onkruiden niet in het gevoelige stadium kunnen worden bestreden.

Mechanische onkruidbestrijding is vaak een aanvulling, maar kan schade toebrengen aan gewassen waardoor het geen goed alternatief is. De effectiviteit van mechanische onkruidbestrijding is sterk afhankelijk van verschillende factoren, zoals de stuifgevoeligheid van de grond en de weersomstandigheden. Handmatige onkruidbestrijding is effectief maar economisch niet haalbaar. Teelttechnische maatregelen zoals vruchtwisseling en bedrijfshygiëne kunnen de onkruiddruk verlagen, maar werken niet afdoende. De effectiviteit van deze maatregelen is ook sterk afhankelijk van de onkruiddruk, de weersomstandigheden en de grondsoort.

Alternatieven voor het gebruik van het voorgestelde middel zijn onvoldoende toereikend teneinde het gevaar afdoende te bestrijden.

Bijzondere omstandigheden

Bij besluit van de Europese Commissie van 19 oktober 2011 (L275/23) is bekendgemaakt dat de werkzame stof asulam niet is goedgekeurd overeenkomstig de Verordening (EG) nr. 1107/2009. Hierdoor zijn de toelatingen van middelen op basis van asulam ingetrokken per 31 december 2011 en hebben de middelen een opgebruiktermijn tot 31 december 2012 gekregen. In 2013 en 2014 is een middel op basis van asulam door middel van art.38 vrijgesteld geweest voor de genoemde toepassingen

De toelatinghouders conform Annex II van verordening (EG) nr. 1107/2009 een dossier ingediend bij de Reporting Member State met als ‘safe uses’ de teelt van spinazie en de teelt van bloembollen. De sector, met medewerking van de toelatinghouder, heeft toegezegd een uitbreiding van het toepassingsgebied naar de teelt van bloemisterijgewassen en de bloemenzaadteelt aan te vragen en de benodigde financiële ondersteuning te regelen. Middelen op basis van asulam zijn niet beschikbaar in het teeltseizoen 2015.

De aanvraag voldoet aan de eis van bijzondere omstandigheden. De toelatinghouder en sector leveren inspanningen om te komen tot een toelating. Er is perspectief voor de toelating van asulam in de onbedekte teelt van spinazie, spinaziezaad, zomerbloemen, bloemenzaad, tulp, lelie en hyacint in Nederland waardoor een kortstondig noodverband gerechtvaardigd is.

Advies College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden

Het College constateert dat ondanks risicoreducerende maatregelen/restrictiezinnen de risico’s m.b.t. vogels en zoogdieren, niet-doelwitplanten en waterorganismen onvoldoende gereduceerd kunnen worden om aan de normen te voldoen. Desondanks adviseert het Ctgb een vrijstelling volgens artikel 38 Wgb van het gewasbeschermingsmiddel Agrichem Asulam 2 in de onbedekte teelt van spinazie, spinaziezaad, zomerbloemen, bloemenzaad, tulp, lelie en hyacint te verlenen onder vermelding van de volgende risicoreducerende maatregel:

Om in het water levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende planten te beschermen geldt dat toepassing van het middel uitsluitend is toegestaan indien gebruik wordt gemaakt van minimaal 75% driftreducerende spuitdoppen in combinatie met een kantdop.

Gezien de duur van de vrijstelling en de mate van normoverschrijding vindt het College overschrijding van de norm voor vogels, zoogdieren en niet-doelwitplanten aanvaardbaar.

De overwegingen

Een vrijstelling is gewenst, omdat zonder de vrijstelling van Agrichem Asulam 2 onkruiden in de teelt van hyacint, tulp, lelie, gezaaide zomerbloemen, bloemenzaad, spinazie en de zaadteelt van spinazie op geen enkele andere redelijke wijze te beheersen zijn. Hierdoor is landbouwtechnisch doelmatige geïntegreerde teelt niet meer mogelijk. De door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) voorgestelde risicoreducerende maatregelen zijn overgenomen in het Wettelijk Gebruiksvoorschrift, bijlage bij dit besluit. Hierdoor zijn er geen onaanvaardbare risico’s verbonden aan de vrijstelling.

In overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, heb ik besloten om op grond van artikel 38 van de Wgb vrijstelling te verlenen voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Agrichem Asulam 2, ter bescherming van de teelt van hyacint, tulp, lelie, gezaaide zomerbloemen, bloemenzaadteelt, spinazie en zaadteelt van spinazie tegen onkruid.

Dit besluit treedt in werking met ingang van 15 maart 2015 en vervalt met ingang van 3o augustus 2015 met dien verstande dat de vrijstelling voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Agrichem Asulam 2:

  • a) in de teelt van hyacint, tulp geldt met ingang van 15 maart 2015 en vervalt met ingang van 13 juli 2015.

  • b) in de teelt van gezaaide zomerbloemen en bloemenzaad geldt met ingang van 15 maart 2015 en vervalt 11 juli 2015.

  • c) in de teelt van spinaziezaad geldt met ingang van 15 maart 2015 en vervalt met ingang van 11 juli 2015.

  • d) in de teelt van lelie geldt met ingang van 20 april 2015 en vervalt met ingang van 18 augustus 2015;

  • e) in de teelt van spinazie geldt met ingang van 26 april 2015 en vervalt met ingang van 30 augustus 2015.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: J.P. Hoogeveen Directeur-Generaal Agro

Naar boven