Tijdelijke regeling tegemoetkoming en ondersteuning slachtoffers blootstelling chroom VI houdende stoffen defensie

27 februari 2015

nr. BS/20115005602

De Minister van Defensie

Gelet op artikel 115 Algemeen militair ambtenarenreglement en artikel 88 Burgerlijk ambtenarenreglement defensie;

Besluit:

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.1 Begrippen

In deze regeling wordt verstaan onder:

ABP:

de Stichting Pensioenfonds ABP.

Nabestaande(n):
  • a. de echtgenoot of echtgenote van de werknemer;

  • b. bij ontstentenis van de onder a bedoelde persoon, de minderjarige kinderen, tot wie de werknemer in familierechtelijke betrekking stond;

  • c. bij ontstentenis van de onder a en b bedoelde personen, degenen met wie de werknemer in gezinsverband leefde;

Tegemoetkoming:

een betaling voor het lichamelijk en psychische ongemak.

Voorziening:

een middel dat direct dan wel indirect de nadelige gevolgen van de beperkingen die de werknemer ten gevolge van zijn aandoening ondervindt, opheft of vermindert.

Werknemer:
  • a. de militair of gewezen militair, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van het Algemeen militair ambtenarenreglement; of

  • b. de ambtenaar of gewezen ambtenaar, bedoeld in artikel 1, van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie; of

  • c. de dienstplichtige of ingehuurde arbeidskracht die tijdelijk voor defensie werkzaamheden heeft verricht en voor wie defensie de werkgeversplicht heeft gehad ten aanzien van de arbeidsomstandigheden.

Onderzoek RIVM:

het onderzoek door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu naar de arbeidsomstandigheden bij de voormalige POMS-sites en het gebruik van chroom VI houdende stoffen bij defensie.

Artikel 1.2 Verhouding tot aansprakelijkstelling

  • 1. Door het aanvaarden van een tegemoetkoming of voorziening op grond van deze regeling doet de werknemer geen afstand van een lopende of een toekomstige aansprakelijkstelling.

  • 2. Een tegemoetkoming of voorziening uit hoofde van deze regeling is geen erkenning van aansprakelijkheid door de Staat der Nederlanden.

Artikel 1.3 Termijn indienen aanvraag

  • 1. Een aanvraag kan worden ingediend binnen 2 jaar na inwerkingtreding van deze regeling.

  • 2. De termijn genoemd in het voorgaande lid zal worden verlengd indien het onderzoek van het RIVM of een relevant deelonderzoek niet binnen deze termijn is afgerond.

HOOFDSTUK 2 HET RECHT OP EEN TEGEMOETKOMING OF VOORZIENING

Artikel 2.1 Recht op tegemoetkoming

Aan de werknemer die in zijn hoedanigheid als werknemer heeft gewerkt met chroom VI houdende stoffen inclusief het bewerken van materialen waarop chroom VI houdende stoffen zijn aangebracht, wordt op zijn aanvraag een tegemoetkoming ineens verleend, indien hij:

  • 1. in totaal gedurende de periode van minimaal een jaar werkzaam is geweest in een in de bijlage I omschreven functie of functies of werkzaamheden en daadwerkelijk met chroom VI houdende stoffen heeft gewerkt;

  • 2. lijdt aan één of meerdere in de bijlage II omschreven aandoeningen;

  • 3. niet eerder een bedrag heeft ontvangen in verband met blootstelling aan chroom VI houdende stoffen, dan wel een bedrag heeft ontvangen dat lager is dan € 15.000; en

  • 4. meewerkt aan een geneeskundig onderzoek zoals bedoeld in artikel 3.2, derde lid, door het ABP of de door haar aangewezen personen of instellingen.

Artikel 2.2 Aanvullende functies

Onder de in artikel 2.1, eerste lid bedoelde functie wordt mede verstaan die functie of werkzaamheden waarvan het aannemelijk is dat bij het verrichten van arbeid als werknemer voor defensie in totaal gedurende een periode van minimaal een jaar blootstelling heeft plaatsgevonden aan chroom VI houdende stoffen.

Artikel 2.3 Recht op tegemoetkoming aan nabestaanden

Indien de werknemer overlijdt na het indienen van een aanvraag, doch voordat op de tegemoetkoming is beslist, wordt de tegemoetkoming, indien daar aanspraak op bestaat, uitgekeerd aan de nabestaande(n).

Artikel 2.4 Hoogte tegemoetkoming

De tegemoetkoming bedraagt:

  • 1. bij één of meerdere aandoeningen uit de categorie 1 uit bijlage II: € 15.000;

  • 2. bij één of meerdere aandoeningen uit de categorie 2 uit bijlage II: € 5.000;

  • 3. bij één of meerdere aandoeningen uit de categorie 3 uit bijlage II: € 7.500;

  • 4. bij één of meerdere aandoeningen uit de categorie 4 uit bijlage II: € 3.000;

  • 5. bij een combinatie van meerdere aandoeningen uit meerdere categorieën uit bijlage II: het bedrag bijhorende bij de hoogste categorie waartoe de aandoening van de werknemer behoort;

  • 6. De tegemoetkoming in bovenstaande leden wordt verminderd met een eerdere betaling, die in verband met blootstelling aan chroom VI houdende stoffen van defensie is ontvangen.

Artikel 2.5 Recht op ondersteuning

Een werknemer die recht heeft op een tegemoetkoming kan in aanvulling op deze tegemoetkomingen aanspraak maken op ondersteuning bij het verkrijgen van uitkeringen of voorzieningen uit andere regelingen.

Artikel 2.6 Recht op een voorziening

In bijzondere gevallen kan de werknemer in aanmerking komen voor een voorziening, verband houdende met zijn aandoening, indien hierin niet door een andere regeling wordt voorzien. Van een bijzonder geval is sprake indien niet toekenning van de bijzondere voorziening voor de werknemer tot kosten zou leiden die redelijkerwijs niet ten laste van hem dienen te komen en bovendien zou leiden tot ernstige bestaansverschraling.

HOOFDSTUK 3 UITVOERING

Artikel 3.1 Uitvoerend orgaan

Het ABP voert deze regeling uit, met uitzondering van artikel 2.5.

Artikel 3.2 Aanvraag tegemoetkoming

  • 1. De aanvraag voor een tegemoetkoming wordt ingediend bij het ABP.

  • 2. De werknemer verstrekt het ABP of de door hen aangewezen personen of instellingen bij de indiening van de aanvraag om een tegemoetkoming in ieder geval de inlichtingen en bewijsstukken, inclusief de toestemming om van medische gegevens kennis te nemen, die noodzakelijk zijn ter vaststelling van de aandoening.

  • 3. Indien een aandoening nog onvoldoende is vastgesteld, kan het ABP aanvullend medisch onderzoek laten uitvoeren.

  • 4. Het ABP schakelt bij een geschil over de aandoening een onafhankelijke medische deskundige in.

  • 5. Defensie verstrekt het ABP op zijn aangeven de inlichtingen die noodzakelijk zijn ter vaststelling van de werkzaamheden in de in bijlage I genoemde functies.

  • 6. Het ABP stelt vast of een aanspraak op een tegemoetkoming bestaat.

Artikel 3.3 Betaling tegemoetkoming

  • 1. Het ABP keert de tegemoetkoming zo spoedig mogelijk uit.

  • 2. De uitkeringslasten en uitvoeringskosten komen ten laste van het Ministerie van Defensie.

  • 3. Indien over de tegemoetkoming verschuldigde belasting ingevolge de Wet inkomstenbelasting 2001, de Wet op de loonbelasting 1964 en premie voor de volksverzekeringen ingevolge de Wet financiering sociale verzekeringen moet worden betaald, komen die kosten ten laste van het Rijk.

  • 4. Indien de uitkering van de tegemoetkoming als bedoeld in het eerste lid op individuele basis leidt tot aantoonbare onevenredige financiële neveneffecten, kan de Minister van Defensie in voorkomend geval op basis van redelijkheid en billijkheid een maatwerkvoorziening treffen.

Artikel 3.4 Vergoeding kosten

  • 1. Kosten voor een aanvraag van een tegemoetkoming, waaronder kosten voor rechtsbijstand, worden niet vergoed.

  • 2. In afwijking van het eerste lid worden de kosten voor het onderzoek als genoemd in artikel 3.2, derde lid vergoed, inclusief een vergoeding wegens daartoe noodzakelijke reiskosten en verblijfkosten overeenkomstig het Besluit dienstreizen defensie.

HOOFDSTUK 4 VERREKENING EN TERUGVORDERING

Artikel 4.1 Verrekening

De tegemoetkoming wordt in mindering gebracht op latere schadevergoedingen door defensie in verband met blootstelling aan chroom VI houdende stoffen, ongeacht de vorm waarin de schadevergoeding wordt gedaan en de aard van de kosten waarin de schadevergoeding voorziet.

Artikel 4.2 Terugvordering

  • 1. De tegemoetkoming wordt niet teruggevorderd indien later onderzoek tot de conclusie leidt dat er geen sprake is van werkgeversaansprakelijkheid of dat er geen sprake is van causaliteit tussen het werken met chroom VI houdende stoffen en de aandoening.

  • 2. De tegemoetkoming wordt teruggevorderd indien als gevolg van verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer, of de nabestaande(n), onjuiste informatie is verstrekt waardoor de tegemoetkoming ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend.

HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN

Artikel 5.1 Mogelijkheid tot afwijken

De Minister is bevoegd af te wijken van deze regeling indien de toepassing leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 5.2 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 maart 2015. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 maart 2015, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 maart 2015.

Artikel 5.3 Citeertitel en publicatie

  • 1. Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling tegemoetkoming en ondersteuning slachtoffers blootstelling chroom VI houdende stoffen defensie.

  • 2. Deze regeling zal met toelichting worden geplaatst in de Staatscourant.

De Minister van Defensie J.A. Hennis-Plasschaert

BIJLAGE 1. FUNCTIES

Van onderstaande functies is bekend dat er werkzaamheden zijn verricht met chroom VI houdende stoffen. Indien nodig zullen functies of werkzaamheden worden toegevoegd.

CLSK

 

Functiebenaming

Onderdeel

Afdeling

Opmerkingen

1

Monteurs

Munitie depot Alphen Riel/DELM

Galvano

 

2

Monteur Vliegtuigonderhoud

Munitie depot Alphen Riel/DELM

Galvano

 

3

Schilders

Munitie depot Alphen Riel/DELM

Galvano

 

4

Kunstofbewerkers

Munitie depot Alphen Riel/DELM

Kunststof reparatie

 

5

GU monteurs

LCW/LCKLu/DMVS/DSM/DVM

   

6

MT monteurs

LCW/LCKLu/DMVS/DSM/DVM

   

7

Monteur vakgroep Wapentechniek

LCW/LCKLu/DMVS/DSM/DVM

   

8

Schilders

LCW/LCKLu/DMVS/DSM/DVM

   

9

Vliegtuigplaatwerker

LCW/LCKLu/DMVS/DSM/DVM

   

10

Monteurs GGW

GGW

   

11

Monteurs Gronduitrusting

GGW

   

12

Monteurs bewapening

GGW

   

14

Monteurs SHORAD

GGW

   

15

Monteur Vliegtuigonderhoud

Vliegbases

   

16

Schilders

Vliegbases

   

17

Kunstofbewerkers

Vliegbases

Kunststof reparatie

 

18

MT monteurs

Vliegbases

   

19

GU monteurs

Vliegbases

   

20

Monteur vakgroep Wapentechniek

Vliegbases

   

21

Vliegtuigplaatwerker

Vliegbases

   

22

Instructeur plaatwerken

LETS

 

Vallen onder vakgroep Plaatwerken

23

Instructeur Schilderen

LETS

 

Vallen onder vakgroep Schilder

24

Instructeur Vliegtuigonderhoud

LETS

 

Vallen onder vakgroep Vliegtuigonderhoud

CLAS

#

Functie

Onderdeel

POMS Afdeling

Opmerkingen

1

PAINTER

POMS

PRESERVATION

 

2

SERVICER

POMS

PRESERVATION

 

3

DERUST REPAIRMAN

POMS

TRADESHOP/ENGINEER

 

4

WELDER/CONSTR

POMS

TRADESHOP/ENGINEER

 

5

GRITSTRALER

POMS

PRESERVATION

 

6

MECHANIC

POMS

TRACKS/WHEELS

 

7

VERFSPUITER

Hersteleenheden/ NVC

   
   

HOBKL (MCW/ECW)

   
   

Munitiebedrijf

   
   

Opleidingen OTCo

   
   

Historische verzamelingen

   

8

GRITSTRALER

Hersteleenheden/ NVC

   
   

HOBKL (MCW/ECW)

   
   

Munitiebedrijf

   
   

Opleidingen OTCo

   

9

ONDERHOUDSMONTEUR

Hersteleenheden/ NVC

   
   

HOBKL (MCW/ECW)

   
   

Munitiebedrijf

   
   

Opleidingen OTCo

   

10

LASSER/PLAATWERKER

Hersteleenheden/ NVC

   
   

HOBKL (MCW/ECW)

   
   

Munitiebedrijf

   
   

Opleidingen OTCo

   

DMO

 

Functiebenaming

Onderdeel

Afdeling

Bijzonderheden

1

Hersteller Wapensystemen

DMUNB

KC W&M

 

2

Mdw Instandhouding munitie

DMUNB

D&I

 

3

Voorman Instandhouding munitie

DMUNB

D&I

 

4

Voorman Spuiter

DMUNB

D&I

 

5

Mdw Instandhouding munitie&spuiter

DMUNB

D&I

 

6

Mdw ondersteuning instandhouding

DMUNB

D&I

CZSK

 

Functiebenaming

Onderdeel

Afdeling

Bijzonderheden

1

Hoofdtechnicus, hoofdassistent, ass. Hoofdtechnicus

Marinebedrijf

SEWACO/Materieelgroep C41/Techniekgroep C41, Sectie productie

 

2

1e medew. Servicecentrum / 1e medew. p&gs, 2e medew. p&gs

Marinebedrijf

Speciale producten /Optronica /servicecentrum

Voormalig MEOB

3

Hoofdtechnicus, hoofdassistent, ass. Hoofdtechnicus

Marinebedrijf

SEWACO/Matgrp BWS/prodgrp Radar/EOV

Huidige organisatie eenheid: Afdeling Maritieme Techniek / Techniekgroep Sensor- en Wapensystemen / Sectie Productie

4

Hoofdtechnicus, hoofdassistent, ass. Hoofdtechnicus

Marinebedrijf

SEWACO/Matgrp BWS/prodgrp VL/Geschut

Huidige organisatie eenheid: Afdeling Maritieme Techniek / Techniekgroep Sensor- en Wapensystemen / Sectie Productie

5

Hoofdtechnicus, hoofdassistent, ass. Hoofdtechnicus, 1e technicus, 2e technicus

Marinebedrijf

Speciale producten/Specifieke werkplaats/Missiles

Voormalig onderdeel van SEWACO, huidige organisatie eenheid: Afdeling Maritieme Techniek / Techniekgroep Speciale Producten / Sectie Productie Chatham

6

Hoofdtechnicus, (1e) technicus, (1e) schilder/verfspuiter, specialist oppervlakte tech., 1e techn. Verspanend, techn. niet verspanend

Marinebedrijf

Speciale producten/Specifieke werkplaats/KKW/ROM

Voormalig onderdeel van SEWACO, huidige organisatie eenheid: Afdeling Maritieme Techniek / Techniekgroep Speciale Producten / Sectie Productie Chatham

7

Hoofdtechnicus plaat en scheepsbouw, technicus plaat en scheepsbouw, technicus lassen en branden, medew. plaat en scheepsbouw, medew. lassen en branden

Marinebedrijf

Divisie Platform/Materieelgroep CASCO/afd scheepsconstructie staal

Huidige organisatie eenheid: Afdeling Maritieme Techniek / Techniekgroep Platform / Sectie Productie Staal

8

Vakspecialist frezer en draaier, specialist frezer en draaier, technicus metaalspuiter, constructie/fijnbankwerker, medew. frezer en draaier

Marinebedrijf

Divisie Platform/Materieelgroep Systemen / afdeling technieken

Huidige organisatie eenheid: Afdeling Maritieme Techniek / Techniekgroep Platform / Sectie Productie Staal

9

Hoofdtechnicus dok en applicatie, technicus dok en applicatie, medew. dok en applicatie

Marinebedrijf

Divisie Platform/Materieelgroep CASCO / afdeling dok en applicatie

Huidige organisatie eenheid: Afdeling Maritieme Techniek / Techniekgroep Platform / Sectie Productie Staal

10

Hoofdtechnicus plaat en scheepsbouw, hoofdtechnicus hout en polyester, (Sr.) technicus hout/polyester, medew. plaat en scheepsbouw, medew. hout en polyester.

Marinebedrijf

Divisie Platform/Materieelgroep CASCO/ afdeling hout en polyester

Huidige organisatie eenheid: Afdeling Maritieme Instandhouding / Instandhoudinggroep Klein Boven Water / Sectie Productie / Polyester

11

Technicus hout/polyester, medew. plaat en scheepsbouw, medew. hout en polyester, technicus dok en applicatie

Marinebedrijf

Divisie Platform/Materieelgroep CASCO/ afdeling kleine en lichte vaartuigen

Huidige organisatie eenheid: Afdeling Maritieme Instandhouding / Instandhoudinggroep Klein Boven Water / Sectie Productie / Polyester

12

Specialist, 1e medewerker, medewerker

Marinebedrijf

Divisie Speciale Producten/COBI NEUTRA

Huidige organisatie extern defensie: VENKO via PPS constructie

 

Technicus vliegtuigconstructie technieken, technicus oppervlakte bewerking

MarHeli

Onderhoudsdienst/WGOO/UE373

 

1e technicus meet&materialen onderzoek

MarHeli

Onderhoudsdienst/WGOO/UE374

Huidige organisatie eenheid: CLSK/LCW

 

Technicus kunststoffen/houtbewerking

MarHeli

Onderhoudsdienst/WGOO/UE375

Huidige organisatie eenheid: CLSK/LCW

 

Technicus vliegtuigconstructie technieken, technicus oppervlakte bewerking, 1e technicus meet&materialen onderzoek, technicus kunststoffen/houtbewerking

MarPat

Onderhoudsdienst (MVKV)

Voormalig onderdeel van Marineluchtvaartdienst.

 

Militaire vliegtuigmonteurs daadwerkelijk betrokken bij vliegtuigonderhoud (verfwerkzaamheden)

MarPat

Onderhoudsdienst

(MVKV)

Voormalig onderdeel van Marineluchtvaartdienst.

 

Constructie technicus, ass. constructie technicus, spec. oppervlaktebehandeling, 1e techn. knst/plw, ass. oppervlaktebehandeling

Marine

990 PVE ONH PLW/SCH/KNST

Huidige organisatie eenheid: CLSK/DHC/990SQ/Bur. Maintenance

BIJLAGE II AANDOENINGEN

Het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCVB) heeft in december 2014 een oriënterend literatuuronderzoek uitgevoerd waarin is gekeken welke chronische aandoeningen verband kunnen houden met blootstelling aan chroom VI op de werkplek, met speciale aandacht voor informatie over de minimum blootstellingsduur. Op basis van dit oriënterend literatuuronderzoek kan geconcludeerd worden dat er sterke aanwijzingen zijn voor een verband met chroom(VI)-blootstelling voor longkanker, neuskanker, allergisch contacteczeem, allergisch beroepsastma, chroomzweren en neusseptumperforatie en beperkte aanwijzingen zijn voor maagkanker en andere gastro-intestinale kanker, chronische longaandoeningen, nieraandoeningen en immunologische aandoeningen anders dan allergie.

Op basis van het NCVB advies worden de volgende aandoeningen opgenomen in de bovenliggende tegemoetkomingsregeling:

CATEGORIE 1 (ernstige aandoeningen met sterke aanwijzingen op basis van het NCvB rapport)

  • Longkanker

  • Neuskanker

CATEGORIE 2 (overige aandoeningen met sterke aanwijzingen op basis van het NCvB rapport)

  • Allergisch contacteczeem veroorzaakt door chroom VI

  • Allergisch beroepsastma veroorzaakt door chroom VI

  • Chroomzweren

  • Neusseptumperforatie

CATEGORIE 3 (ernstige aandoeningen met beperkte aanwijzingen op basis van het NCvB rapport)

  • Maagkanker en andere gastro-intestinale kanker

  • Chronische longaandoeningen

  • Nieraandoeningen

CATEGORIE 4 (overige aandoeningen met beperkte aanwijzingen op basis van het NCvB rapport)

  • Immunologische aandoeningen anders dan allergie

TOELICHTING

1. Algemeen

In 2014 is veel publicitaire aandacht geweest voor de arbeidsomstandigheden in de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw bij de voormalige POMS-sites en voor het werken met chroom VI houdende stoffen bij de krijgsmacht. Honderden (voormalige) werknemers zijn ongerust geraakt en hebben zich al dan niet met een aandoening bij defensie laten registreren.

De Minister van Defensie heeft het RIVM gevraagd een onafhankelijk onderzoek uit te voeren naar deze problematiek. Gelet op de complexiteit van de problematiek is het de verwachting dat het echter nog geruime tijd gaat duren voordat de uitkomsten van het onderzoek naar de blootstelling aan chroom VI houdende stoffen en de causaliteit tussen de blootstelling en verschillende ziektebeelden bekend worden.

Om mensen met een aandoening, waarvan het bekend is dat deze een relatie heeft met het werken met chroom VI houdende stoffen, niet zo lang te laten wachten is een tijdelijke tegemoetkomingsregeling getroffen. Het doel van deze regeling is om deze mensen in een schrijnende situatie hulp te bieden.

Deze tijdelijke regeling is een tegemoetkomingsregeling, waarbij de tegemoetkoming wordt gegeven vanwege een voorstelbare relatie tussen de werkzaamheden met chroom VI houdende stoffen die zijn verricht binnen defensie, en de aandoening waaraan de werknemer of gewezen werknemer op dit moment lijdt en waardoor kan worden aangenomen dat hij daardoor schade heeft. Omdat het lang duurt voordat de onderzoeken naar de causaliteit c.q. aansprakelijkheid zijn afgerond, is er in deze regeling voor gekozen de betrokken (voormalige) werknemers die in een moeilijke situatie zitten, niet te belasten met een tijdrovend en belastend proces, maar snel tot een regeling te komen om de situatie te verlichten.

In verband daarmee kan bij een combinatie van een functie, een bepaalde duur van de werkzaamheden en een aandoening, voor de uitvoering van deze regeling een voorstelbare relatie worden aangenomen en een tegemoetkoming op aanvraag worden verstrekt. De functies opgenomen in bijlage I bij de regeling zijn zogenaamde risicofuncties, waarbij het uit de functie voortvloeit dat men regelmatig met chroom VI houdende stoffen in aanraking is gekomen. De functielijst kan op basis van aanvullende informatie worden aangevuld. De bijlage omvat mede functies waarbij blootstelling kan zijn ontstaan door het werken met materialen waarop eerder chroom VI houdende stoffen zijn aangebracht. De aandoeningen die in bijlage II zijn opgenomen zijn de aandoeningen waarvan uit publicaties blijkt dat er sterke of beperkte aanwijzingen zijn dat zij veroorzaakt kunnen zijn door blootstelling aan chroom VI.

Door deze werkwijze kan de tegemoetkoming snel tot uitkering komen. De vaststelling dat men een aandoening heeft gecombineerd met de vaststelling dat men een bepaalde functie heeft uitgeoefend leidt tot uitbetaling. Veelal zal de aandoening reeds door een lopende medische behandeling zijn vastgesteld. De specifieke functie van betrokkene kan defensie in de archieven achterhalen. Door deze werkwijze worden de snelheid en eenvoud benadrukt, onder normale omstandigheden zou de behandeling van een letselschadeclaim aanmerkelijk langer duren. De tegemoetkoming loopt echter niet vooruit op een nog vast te stellen aansprakelijkheid, indien de betrokken (voormalig) werknemer ervoor kiest defensie aansprakelijk te stellen voor schade. Wel zal de tegemoetkoming op een eventuele latere (en qua bedrag hogere) schadevergoeding in mindering worden gebracht. In dat opzicht heeft de tegemoetkoming het karakter van een voorschot.

Naast de tegemoetkoming voorziet de regeling ook in de mogelijkheid om ondersteuning te bieden of voorzieningen te verstrekken. Ondersteuning bestaat uit advies, bemiddeling en begeleiding door hulpverleners. Indien noodzakelijk worden ook voorzieningen verstrekt die niet op andere wijze verkregen kunnen worden. Het verstrekken van voorzieningen is maatwerk.

2 Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1.1

Omdat de regeling is gebaseerd op het Algemeen Militaire Ambtenarenreglement en het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie behoeven veel begrippen, zoals bijvoorbeeld het begrip ‘echtgenoot’, geen nadere uitleg omdat die reeds van een definitie in die reglementen zijn voorzien.

Speciaal is toegevoegd de dienstplichtige of ingehuurde arbeidskracht (b.v. via een uitzendbureau) omdat defensie voor deze (voormalig) werknemers ook een verplichting heeft in het kader van goed werkgeverschap.

Artikel 1.2

Met artikel 1.2 wordt aangegeven dat deze regeling geen aanvaarding van aansprakelijkheid betekent en met het aanvaarden van een tegemoetkoming of een voorziening op geen enkele wijze afstand wordt gedaan van de verweren in het kader van een lopende of toekomstige aansprakelijkstelling. Dit vloeit mede voort uit de keuze om de uitkomsten van het onderzoek door het RIVM naar de causaliteit of werkgeversaansprakelijkheid niet af te wachten, maar te volstaan met de aanwezigheid van een -louter voor de uitvoering van deze coulance regeling- voorstelbare relatie tussen bepaalde werkzaamheden, de duur van de werkzaamheden en bepaalde aandoeningen.

Artikel 1.3

De regeling is een tijdelijke regeling. Gekozen is voor een termijn van 2 jaar voor het indienen van een aanvraag van een tegemoetkoming en zo nodig een voorziening. Voor ommekomst van deze periode zal door een reeds opgestart onderzoek meer inzicht zijn verkregen in de causaliteit en de werkgeversaansprakelijkheid, waardoor de reguliere procedure voor een schadeclaim kan worden gevolgd.

Indien uit dat onderzoek blijkt dat er naast de normale procedures van aansprakelijkstelling toch nog aanleiding zou bestaan een regeling te treffen die van deze normale procedure afwijkt of deze aanvult, zal er een nieuwe regeling komen die is gebaseerd op de dan aanwezige inzichten. Anderzijds kan niet uitgesloten worden dat het onderzoek ertoe leidt dat er geen nieuwe regeling komt.

Mochten het onderzoek inzake de causaliteit en werkgeversaansprakelijkheid niet binnen 2 jaar uitsluitsel geven dan zal de termijn voor het indienen van een aanvraag worden verlengd.

Artikel 2.1

Artikel 2.1 is de kern van de regeling. In dit artikel komt het uitgangspunt van de koppeling van functie en aandoening naar voren. De functies en aandoeningen, genoemd in het eerste respectievelijk tweede lid, worden in bijlagen opgenomen. De bijlage van aandoeningen is opgesteld op basis van een rapport van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten. Omdat er nog onduidelijkheid is over de relatie tussen blootstellingsduur en de aandoeningen is gekozen voor een minimale duur van één jaar in functie en is er geen minimale blootstellingsduur per aandoening opgenomen. Indien er gedurende de looptijd van de regeling aanleiding toe bestaat, kan deze bijlage worden geactualiseerd.

Het is noodzakelijk dat de werknemer of gewezen werknemer die voor de regeling in aanmerking wenst te komen een aanvraag voor een tegemoetkoming indient, een tegemoetkoming wordt niet ambtshalve toegekend. Aan de aanvraag is immers gekoppeld het meesturen van gegevens zoals bestaande medische gegevens en de toestemming om daar kennis van te nemen. Met het vereiste dat de (voormalig) werknemer de aanvraag moet indienen wordt tevens weergegeven dat geen aanspraak bestaat op een tegemoetkoming volgens deze regeling, indien de (voormalig) werknemer reeds is overleden.

Het derde lid geeft de relatie aan tot eerdere betalingen die men heeft ontvangen in verband met het werken met chroom VI houdende stoffen. Het laat de mogelijkheid open dat een persoon bijvoorbeeld bij een verergerende situatie meerdere keren een aanvraag indient, meer specifiek in het geval een eerdere aanvraag niet tot het maximale bedrag zoals voorzien in deze regeling heeft geleid.

Het vierde lid geeft aan dat men in voorkomend geval moet meewerken aan een geneeskundig onderzoek zoals in artikel 3.2 wordt genoemd. Dat onderzoek is alleen noodzakelijk als op basis van de aangeleverde medische gegevens twijfels bestaan over de aandoening of voor zover niet reeds uit de beschikbare medische gegevens het bestaan van een bepaalde aandoening kan worden afgeleid.

Artikel 2.2

Niet is uit te sluiten dat de functies genoemd in bijlage I niet alle functies omvatten van (voormalige) werknemers die hebben gewerkt met chroom VI houdende stoffen en aan die stoffen zijn blootgesteld. Daarbij kan ook gedacht worden aan functies of werkzaamheden, waarvan uit de functienaam of functieomschrijving niet blijkt dat men gedurende een langere periode is blootgesteld aan chroom VI houdende stoffen, maar dat dit bijvoorbeeld voortvloeit uit de plaats waar de (voormalig) werknemer zijn werkzaamheden verrichtte of dat men bijvoorbeeld wel werkte als spuiter of plaatbewerker, maar dit niet zijn normale functie was. Het artikel stelt als voorwaarde dat aannemelijk is dat de (voormalig) werknemer tijdens het verrichten van arbeid is blootgesteld aan chroom VI houdende stoffen gedurende de periode van een jaar of meer. De coulance bestaat daarin dat (voormalige) werknemers niet hard hoeven aan te tonen dat ze een relevant arbeidsverleden hebben. Voor de vaststelling van die `aannemelijkheid' zal de (voormalig) werknemer wel bij de aanvraag enige gegevens moeten verstrekken waardoor het relevante arbeidsverleden aannemelijk wordt. Dat omvat de functies waarin de aanvrager gedurende welke periode werkzaam is geweest en blootgesteld is geweest aan chroom VI houdende stoffen, welke taken en werkzaamheden zijn verricht en de plaats waar de werkzaamheden zijn verricht. Dat is essentieel om snel erkenning te geven aan die (voormalige) werknemers die dat behoeven. Defensie zal als werkgever vervolgens het nodige onderzoek verrichten naar het arbeidsverleden.

Artikel 2.4

Met dit artikel wordt de tegemoetkoming bepaald, met een onderscheid in de hoogte van de tegemoetkoming naar de ernst van de aandoening en de mate van bewijs voor de relatie van blootstelling aan chroom VI en de aandoening. Er is een parallel gezocht met de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers. De tegemoetkomingsregeling verschilt in die zin met de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers doordat naast de financiële component ook de mogelijkheid tot een voorziening is opgenomen. Daarnaast is de tegemoetkomingsregeling een tijdelijke regeling en zal er sprake zijn van verdere financiële compensatie indien inzicht op basis van het onderzoek verkregen is in de causaliteit en de werkgeversaansprakelijkheid.

Op basis van oriënterend literatuuronderzoek van de NCvB kan geconcludeerd worden dat er sterke aanwijzingen zijn voor een verband met chroom VI-blootstelling voor longkanker, neuskanker, allergisch contacteczeem, allergisch beroepsastma, chroomzweren en neusseptumperforatie en beperkte aanwijzingen zijn voor maagkanker, chronische longaandoeningen en andere gastro-intestinale kanker, nieraandoeningen en immunologische aandoeningen anders dan allergie. Hiermee wordt in de regeling en de hoogte van de bedragen rekening gehouden.

Artikel 2.5

Steun hoeft niet altijd financieel te zijn, steun kan ook bestaan in het begeleiden of bemiddelen in het verkrijgen van aanspraken uit andere regelingen en voorliggende voorzieningen zoals de Wet maatschappelijke ondersteuning. Hierbij kan gedacht worden aan sociale regelingen maar ook aanspraken uit verzekeringen. Deze ondersteuning kan geschieden door het Veteranenloket (voorheen het ABP Zorgloket) of door het Dienstencentrum Bedrijfsmaatschappelijk Werk. De geleverde steun wordt niet verrekend.

Artikel 2.6

Naast een tegemoetkoming kan het in een bepaalde schrijnende situatie noodzakelijk zijn een voorziening te treffen om daarmee een bestaand ernstig ongemak of een bijzondere vorm van schade te verlichten. Voorzieningen zijn middelen die zich moeilijk laten omschrijven en in de vorm van maatwerk tot stand komen.

Artikel 3.1

De Stichting Pensioenfonds ABP, business unit Bijzondere Regelingen Defensie (ABP/BRD) is belast met de uitvoering van deze regeling. Dit vanwege de aanwezige expertise en ervaring van het ABP/BRD waardoor de regeling binnen een redelijke termijnen uitvoerbaar zal zijn, wat aansluit bij het karakter van een tegemoetkoming. Bovendien heeft defensie reeds een uitvoeringsovereenkomst met het ABP voor uitkeringsregelingen gerelateerd aan arbeidsongeschiktheid en invaliditeit uit dienstverband, waaronder deze regeling ook valt te scharen.

Artikel 3.2

Dit artikel beschrijft het verloop van het proces zoals dat door het ABP wordt uitgevoerd. Het medisch onderzoek is nadrukkelijk van aanvullende aard en niet nodig indien uit de beschikbare medische gegevens duidelijk blijkt dat betrokkene lijdt aan een aandoening die is opgenomen in de regeling. Bovendien is door de opzet van de regeling alleen de eenvoudige vaststelling van het aanwezig zijn van een aandoening als genoemd in bijlage II noodzakelijk. In voorkomende gevallen kan eventueel een beroep gedaan worden op externe geneeskundige experts, in het geval van een geschil over de aandoening moet dat zelfs worden gedaan. Gegevens over uitvalpercentages of toekomstverwachtingen of andere complexe medische onderzoeken zijn voor de uitvoering van deze regeling niet benodigd. Dergelijke vragen spelen immers pas een rol in een procedure n.a.v. een ingediende schadeclaim.

Omdat een besluit op basis van deze regelingen een besluit is in de zin van de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB), zijn er geen regelingen opgenomen voor termijnen en bezwaar en beroep. De AWB regelt dat afdoende. Juist omdat de regeling eenvoudig is gehouden en dus snel kan worden uitgevoerd, is de verwachting dat binnen de in de AWB gestelde termijnen en systematiek een besluit kan worden genomen. Dat er zo snel mogelijk betaald wordt, laat overigens onverlet dat indien de (voormalig) werknemer dit wenst de betaling wel gespreid kan worden.

Artikel 3.3

Alle kosten worden door defensie gedragen. Indien over de tegemoetkoming toch verschuldigde belasting ingevolge de Wet inkomstenbelasting 2001, de Wet op de loonbelasting 1964 en premie voor de volksverzekeringen ingevolge de Wet financiering sociale verzekeringen betaald moet worden, dan komen ook deze kosten ten laste van defensie. Ook met andere indirecte financiële effecten, zoals bijvoorbeeld een verandering in aanspraken op toeslagen, kan in voorkomend geval rekening worden gehouden. Daarmee komt de tegemoetkoming zoveel mogelijk netto tot het beoogde bedrag.

Artikel 3.4

Kosten ter verkrijging van een tegemoetkoming worden niet vergoed. Dit is gelet op het eenvoudige en tijdelijke karakter van de regeling ook niet noodzakelijk. Een keuze om een raadsman te betrekken in de aanvraagprocedure komt dus ook voor rekening van de (voormalig) werknemer zelf. Dit laat onverlet dat conform de systematiek van de AWB de kosten in verband met de behandeling van een eventueel bezwaarschrift wel vergoed kunnen worden voor zover het besluit wordt herroepen wegens een aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid.

Artikel 4.1

In dit artikel komt het karakter van de tegemoetkoming tot uitdrukking. Indien later in een andere procedure wordt vastgesteld dat aanspraak bestaat op een schadevergoeding, dan wordt het bedrag dat op basis van deze regeling is uitgekeerd in mindering gebracht. In dat opzicht is de tegemoetkoming een voorschot. Er wordt dus niet verrekend met andere (latere) uitkeringen zoals WIA uitkeringen of arbeidsongeschiktheidsuitkeringen zoals die door het ABP worden uitbetaald. Uiteraard hebben uitkeringen wel invloed op een mogelijke uiteindelijke schadevergoeding waarmee de tegemoetkoming uit deze regeling verrekend wordt. Zoals het artikel aangeeft wordt alleen de tegemoetkoming verrekend, een voorziening of de ondersteuning worden niet verrekend.

Artikel 4.2

Indien later blijkt dat er eigenlijk geen tegemoetkoming had moeten plaatsvinden of minder had moeten worden uitgekeerd, dan vindt er geen terugvordering plaats. In dat opzicht is de tegemoetkoming geen voorschot. Terugvorderen gebeurt evenmin in de situatie waarin zou blijken dat het uiteindelijke schadebedrag lager zou zijn dan de ontvangen tegemoetkoming.

Artikel 5.1

Ondanks het tijdelijke karakter van de regeling is er toch in een hardheidsclausule voorzien voor zover de uitvoering leidt tot uitkomsten die onbillijk zijn. Zo bevat de lijst van aandoeningen genoemd in bijlage II alleen die aandoeningen waarvoor sterke of beperkte aanwijzingen zijn dat die veroorzaakt kunnen worden door blootstelling aan chroom VI houdende stoffen. Om de (voormalige) werknemer met een aandoening die niet voorkomt in bijlage II niet bij voorbaat uit te sluiten, is er in een hardheidsclausule voorzien.

Naar boven