Terinzagelegging plandelen bestemmingsplan Laakhavens n.a.v. uitspraak Raad van State, Den Haag

Procedure

Op 20 februari 2014 heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan Laakhavens vastgesteld. Gedeputeerde staten van Zuid-Holland hebben bij besluit van 26 maart 2014 de gemeenteraad omtrent het bestemmingsplan Laakhavens een reactieve aanwijzing gegeven er toe strekkende dat:

• artikel 1.76 onder b, artikel 3.1 onder b de woorden “en tuincentra”, artikel 3.4 onder h de woorden “en tuincentra”, artikel 5.4 onder a de woorden “en tuincentra” en artikel 31.2 onder b de woorden “en tuincentra”;

• artikel 3.1 onder c het zinsdeel “en showroom met dien verstande dat een showroom alleen is toegestaan op de begane grondlaag”, artikel 5.1 onder g;

• artikel 7.1 onder c de woorden “detailhandel en”, artikel 7.4 onder c (“ter plaatse....6.000m²”) geen onderdeel blijven uitmaken van het bestemmingsplan. Deze plandelen zijn daarna toen niet in werking getreden.

Gedurende de termijn van terinzagelegging van het vastgestelde bestemmingsplan Laakhavens is beroep ingediend bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Tevens is er beroep ingediend tegen de reactieve aanwijzing van gedeputeerde staten van Zuid-Holland.

Het beroep tegen het bestemmingsplan is op 11 december 2014 ingetrokken. Hierdoor is het bestemmingsplan in werking getreden behalve de plandelen waarop de reactieve aanwijzing van toepassing is.

Op 4 februari 2015 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State het beroep tegen de reactieve aanwijzing gegrond verklaard en het besluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland vernietigd voor zover daarbij een reactieve aanwijzing is gegeven met betrekking tot de artikelen:

• 3, lid 3.1, onder c het zinsdeel “en showroom met dien verstande dat een showroom alleen is toegestaan op de begane grondlaag”,

• 3, lid 3.4, onder h de woorden “en tuincentra”,

• 5, lid 5.1, onder g,

• 7, lid 7.1, onder c de woorden “detailhandel en”,

• 7, lid 7.4, onder c (“ter plaatse....6.000m²”) van de planregels.

Door deze uitspraak maken de bovenvermelde genoemde plandelen weer onderdeel uit van het vastgestelde bestemmingsplan Laakhavens.

Door de uitspraak van de afdeling Bestuursrechtspraak is de aanwijzing van gedeputeerde staten voor de overige onderdelen onherroepelijk. De volgende onderdelen maken definitief geen deel meer uit van het bestemmingsplan Laakhavens:

• 1.76 onder b,

• 3.1 onder b de woorden “en tuincentra”,

• 5.4 onder a de woorden “en tuincentra”,

• 31.2 onder b de woorden “en tuincentra” van de planregels.

Terinzagelegging

De plandelen die weer onderdeel uitmaken van het vastgestelde bestemmingsplan Laakhavens worden van 6 maart tot en met 16 april 2015 op de volgende wijzen ter inzage gelegd, beschikbaar gesteld en raadpleegbaar gemaakt:

• in de wettelijk voorgeschreven digitale vorm op de landelijke website: www.ruimtelijkeplannen.nl

  waar de plandelen te vinden zijn onder planID: NL.IMRO.0518.BP0258FLaakhavens-50VA;

• op de gemeentelijke website: www.denhaag.nl/bestemmingsplannen (onder Bestemmingsplannen > stadsdeel Laak);

• digitaal en op papier bij het Den Haag Informatiecentrum, Spui 70 (maandag t/m vrijdag van 09.00 tot 16.00 uur en donderdag van 16.00 tot 20.00 uur alleen op afspraak).

Beroepsmogelijkheid

Gedurende de termijn van terinzagelegging kunnen belanghebbenden tegen de plandelen die weer onderdeel uitmaken van het vastgestelde bestemmingsplan Laakhavens beroep instellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag.

De plandelen van het bestemmingsplan treden in werking met ingang van 17 april 2015, tenzij gedurende bovengenoemde termijn naast het indienen van een beroep een verzoek om voorlopige voorziening wordt gedaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als dat het geval is, treden de plandelen niet in werking voordat op dat verzoek is beslist.