Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 13 februari 2015, nummer WBCTU 2015/1, houdende wijziging van de Circulaire Toelating en Uitzetting Bonaire, Sint Eustatius en Saba

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelet op de Wet Toelating en Uitzetting Bonaire, Sint Eustatius en Saba, het Besluit Toelating en Uitzetting Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Regeling Toelating en Uitzetting Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

Besluit:

ARTIKEL I

De Circulaire Toelating en Uitzetting Bonaire, Sint Eustatius en Saba wordt als volgt gewijzigd:

A

Hoofdstuk 3/Paragraaf 1.9.3.1 CTU-BES komt te luiden:

1.9.3.1 Zelfstandige middelen van bestaan

Als zelfstandige middelen van bestaan worden aangemerkt (zie artikel 5.32 BTU-BES):

  • a. inkomsten uit wettelijk toegestane arbeid in loondienst;

    Hieronder vallen:

    • loon (salaris);

    • soldij;

    • vakantiegeld;

    • overwerkvergoeding, onregelmatigheidstoeslagen en fooien, mits deze op de salarisspecificaties zijn vermeld en deel uitmaken van de grondslag van de loonheffing;

    • uitbetaling van een dertiende maand of eindejaarsuitkering, mits contractueel vastgelegd; en

    • loon in natura, mits contractueel vastgelegd; de waarde van het loon in natura dient op de salarisspecificaties te zijn vermeld en moet deel uitmaken van de grondslag van de loonheffing.

    Om te kunnen controleren of sprake is van legale arbeid, wordt bij twijfel geverifieerd bij de betreffende uitvoeringsinstelling of de werknemer daar geregistreerd staat. Er kan dan gecontroleerd worden wat de aard is van het dienstverband en of er premies en belastingen voor de betreffende werknemer worden afgedragen. Als de aard van het dienstverband anders is dan zoals die is aangemeld of er worden geen premies of belastingen voor de werknemer afgedragen, dan kan aan de arbeidsovereenkomst niet de gebruikelijke waarde worden toegekend. Verder mag de arbeid ook niet in strijd zijn met de Wav BES. Als dat wel het geval is, is geen sprake van wettelijk toegestane arbeid.

    In beide hier genoemde gevallen is geen sprake van zelfstandige middelen van bestaan.

  • b. inkomsten uit wettelijk toegestane arbeid als zelfstandige;

    Als middelen van bestaan in de zin van de WTU-BES wordt alleen aangemerkt inkomen uit arbeid als zelfstandige voor zover het is toegestaan de betreffende arbeid als zelfstandige te verrichten. Het inkomen van een houder van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd wordt alleen aangemerkt als zelfstandige middelen van bestaan als het de houder is toegestaan die arbeid te verrichten.

    Of de betreffende arbeid als zelfstandige wettelijk is toegestaan moet worden aangetoond door overlegging van:

    • een kopie van een geldige vestigingsvergunning of directievergunning op grond van de Wet vestiging bedrijven BES;

    • in voorkomende gevallen: een geldige verblijfsvergunning voor bepaalde tijd waaruit blijkt dat het verrichten van arbeid als zelfstandige is toegestaan.

  • c. inkomsten uit eigen vermogen;

    Hierbij geldt dat de bron van de inkomsten niet wordt aangetast en de vereiste premies en belastingen zijn afgedragen. Hieronder vallen bijvoorbeeld:

    • inkomsten uit rente;

    • inkomsten uit obligaties of aandelen; en

    • inkomsten uit verhuur van een zelfstandige woonruimte.

    Naast de onder a, b en c genoemde middelen van bestaan worden als zelfstandige middelen van bestaan aangemerkt:

Inkomsten uit een inkomensvervangende uitkering

Dit zijn inkomsten uit een inkomensvervangende uitkering krachtens een sociale verzekeringswet, waarvoor premie is afgedragen.

Zelfstandige inkomsten uit overige bron

De volgende middelen van bestaan uit overige bron worden eveneens als zelfstandig aangemerkt:

  • alimentatie die wordt ontvangen ten behoeve van kinderen;

  • inkomsten uit een particuliere pensioenverzekering. Als de vreemdeling verblijf beoogt als echtgeno(o)t(e) of (geregistreerd) partner van de hoofdpersoon die deze inkomsten ontvangt, kunnen deze middelen alleen dan als zelfstandig worden aangemerkt als met een verklaring van de betreffende verzekeraar is aangetoond dat het recht op uitkering niet ophoudt in geval van samenwonen of (her)trouwen;

  • inkomsten uit uitkeringen van een lijfrentepolis of stamrechtovereenkomst, mits is aangetoond dat belasting en premies worden afgedragen;

  • inkomsten uit een invaliditeitspensioen, al dan niet als aanvulling op een arbeidsongeschiktheidsuitkering; en

  • inkomsten uit een particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering (aan te tonen door overlegging van een bewijs van de betreffende verzekeraar).

Niet mee te rekenen inkomensbestanddelen

Niet als (bestanddeel van) middelen van bestaan wordt aangemerkt een uitkering of bijdrage uit de publieke middelen op grond van sociale voorzieningen waarvoor geen premie wordt afgedragen.

B

Hoofdstuk 3/Paragraaf 1.9.3.2 CTU-BES komt te luiden:

1.9.3.2 Duurzaamheid middelen van bestaan

Middelen van bestaan moeten duurzaam zijn.

Hoofdregel:

Middelen van bestaan zijn duurzaam, als zij nog één jaar beschikbaar zijn op het tijdstip waarop de aanvraag is ontvangen of de beschikking wordt gegeven (zie artikel 5.34, eerste lid, BTU-BES).

Duurzaamheid van inkomsten uit arbeid in loondienst

Proeftijd:

Als in een arbeidscontract een proeftijd is overeengekomen, heeft de proeftijd geen invloed voor het bepalen van de duurzaamheid van de middelen van bestaan. Als op het moment dat de aanvraag wordt beoordeeld de proeftijd nog niet is verstreken, dan vormt dit geen reden om de beslissing op de aanvraag aan te houden. Ook wordt de proeftijd niet in mindering gebracht op de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning. Ontslag tijdens de proeftijd kan wel gevolgen hebben voor het verblijfsrecht.

Duurzaamheid van middelen van bestaan uit eigen vermogen

Middelen van bestaan verkregen uit eigen vermogen zijn duurzaam, als zij gedurende een aaneengesloten periode van één jaar beschikbaar zijn geweest en nog één jaar beschikbaar zijn op het tijdstip waarop de aanvraag is ontvangen of de beschikking wordt gegeven (zie artikel 5.34, tweede lid, BTU-BES).

Duurzaamheid van middelen van bestaan uit eigen vermogen wordt aangetoond door overlegging van de volgende stukken:

  • a. een verklaring van de Belastingdienst waaruit blijkt wat het jaarinkomen van de verzoeker is geweest in het jaar voorafgaand aan het tijdstip van ontvangst van de aanvraag of het geven van de beschikking;

  • b. bij twijfel: additionele bewijsmiddelen waaruit blijkt dat de verschuldigde premies en belasting zijn afgedragen;

  • c. persoonlijk crib nummer of wat hiervoor in de plaats is gekomen;

  • d. bij verhuur van woonruimte: kopie huurovereenkomst waaruit blijkt dat de duur van de huurovereenkomst is en de huurprijs.

Duurzaamheid van middelen van bestaan uit arbeid als zelfstandige

Middelen van bestaan uit arbeid als zelfstandige zijn duurzaam, als zij gedurende ten minste anderhalf jaar zijn verworven en nog één jaar beschikbaar zijn op het tijdstip waarop de aanvraag is ontvangen of de beschikking wordt gegeven (zie artikel 5.34, derde lid, BTU-BES en artikel 4.4, eerste lid, RTU-BES).

De inkomsten van een ondernemer die nog niet ten minste anderhalf jaar werkzaam is als zelfstandig kunnen derhalve niet als duurzaam aangemerkt worden, ongeacht de hoogte van zijn inkomsten uit arbeid als zelfstandige. Ook de omstandigheid dat een ondernemer een al langer bestaande onderneming overneemt, maakt niet dat de uit die onderneming verkregen inkomsten uit arbeid als zelfstandige duurzaam zijn.

Duurzaamheid van middelen van bestaan uit arbeid als zelfstandige wordt aangetoond door overlegging van:

  • een verklaring van de Belastingdienst waaruit blijkt wat de inkomsten uit onderneming/als zelfstandige zijn geweest gedurende anderhalf jaar voorafgaand aan het tijdstip van ontvangst van de aanvraag of het geven van de beschikking;

  • crib nummer van het bedrijf; en

  • referentiebrief van de bank.

Als het een aanvraag betreft om verlening van een verblijfsvergunning onder een beperking verband houdend met het verrichten van arbeid als zelfstandige, is bovenstaande duurzaamheidseis niet van toepassing (zie artikel 4.4, tweede lid, RTU-BES).

Onregelmatige inkomsten en loon in natura

Onregelmatige inkomsten (overwerkvergoeding, onregelmatigheidstoeslag en fooien) en loon in natura verworven uit arbeid in loondienst worden als duurzaam aangemerkt als deze inkomsten structureel zijn. Deze inkomsten zijn structureel als deze in de twaalf maanden voorafgaand aan de aanvraag of het moment van beschikken ten minste elf van de twaalf maanden zijn verworven. Het laagste verkregen maandelijkse bedrag wordt meegeteld bij de beoordeling of de vreemdeling over voldoende middelen van bestaan beschikt.

C

Hoofdstuk 3/Paragraaf 1.9.3.3 CTU-BES komt te luiden:

1.9.3.3. Voldoende middelen van bestaan

Hoofdregel:

Middelen van bestaan zijn voldoende, als het bruto-inkomen ten minste gelijk is aan de door Onze Minister vast te stellen bedragen (zie artikel 9, eerste lid, aanhef en onder c, WTU-BES en artikel 5.33 BTU-BES). Voorkomen moet worden dat na verlening van een verblijfsvergunning aanspraak gemaakt kan worden op onderstand of een andere uitkering die gefinancierd wordt uit publieke middelen.

Beleidsregels:

  • 1. Algemeen bij verblijfsdoelen

    Als uitgangspunt geldt dat voor de beperkingen zoals opgenomen in paragraaf 1.2 middelen van bestaan aan te merken zijn als voldoende als het inkomen ten minste gelijk is aan het bruto-inkomen per maand op grond van de Wet minimumloon BES.

    De inkomsten uit arbeid in loondienst mogen met andere zelfstandige en duurzame inkomsten (bijvoorbeeld inkomsten uit arbeid als zelfstandige) worden samengevoegd om te voldoen aan het toepasselijke normbedrag.

  • 2. Verblijf in het kader van ‘gezinshereniging’ of als ‘gepensioneerde/rentenier’

    Van het uitgangspunt wordt afgeweken voor de beperking in het kader van ‘gezinshereniging’ en in het kader van verblijf als ‘gepensioneerde of rentenier’. Middelen van bestaan worden aangemerkt als voldoende als het bruto-inkomen minimaal USD 1.680 per maand is.

    Bij aanvragen van of ten behoeve van (voor)kinderen die niet in de openbare lichamen geboren zijn, moet daarnaast, als aanvullende financiële zekerheid, het volgende normbedrag worden bijgeteld:

    • a. kinderen tot de leeftijd van 6 jaar USD 140 bruto per maand per kind;

    • b. kinderen in de leeftijd van 6 tot 12 jaar USD 200 bruto per maand per kind;

    • c. kinderen van 12 jaar en ouder USD 280 bruto per maand per kind.

    Voorkinderen zijn kinderen die zijn geboren uit een eerder huwelijk of een eerdere relatie van een ouder, die in de openbare lichamen of daarbuiten daarna een nieuwe (huwelijkse)relatie is aangegaan.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 13 februari 2015

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, namens deze, J.C. Goet Directeur-generaal Vreemdelingenzaken

TOELICHTING

Met dit wijzigingsbesluit zijn in de Circulaire Toelating en Uitzetting Bonaire, Sint Eustatius en Saba (CTU-BES) de begrippen ‘loon in natura’ en ‘onregelmatige inkomsten’ opgenomen danwel nader verduidelijkt.

Deze inkomensbestanddelen kunnen enkel als zelfstandig worden aangemerkt als er sprake is van een contractuele vastlegging. Daarnaast moet de waarde van het bestandsdeel op de salarisspecificaties zijn vermeld. Tevens geldt dat deze inkomensbestanddelen deel moeten uitmaken van de grondslag van de loonheffing, conform de geldende fiscale regels.

Om deze inkomensbestanddelen verworven uit arbeid in loondienst als duurzaam aan te kunnen merken moeten deze structureel zijn. Hiervan is sprake als deze in de twaalf maanden voorafgaand aan de aanvraag of het moment van beschikken ten minste elf van de twaalf maanden zijn verworven. Het laagste verkregen maandelijkse bedrag wordt meegeteld bij de beoordeling of de vreemdeling over voldoende middelen van bestaan beschikt.

Tot slot is in de CTU-BES tevens opgenomen dat de inkomsten uit arbeid in loondienst met andere zelfstandige en duurzame inkomsten mogen worden samengevoegd (bijvoorbeeld inkomsten uit arbeid als zelfstandige) om te voldoen aan het toepasselijke normbedrag.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, namens deze, J.C. Goet Directeur-generaal Vreemdelingenzaken

Naar boven