Centrumregeling Zorgproducten Bommelerwaard

Logo Maasdriel

De colleges van de gemeenten Maasdriel en Zaltbommel,

Overwegende dat

  • -

    per 1 januari 2016 de gemeenschappelijke regeling Werkzaak voor een groot aantal taken op het gebied van werk en inkomen in de plaats treedt van de gemeenschappelijke regeling Sociale Dienst Bommelerwaard (SDB);

  • -

    voor de taken die niet door Werkzaak worden uitgevoerd door de colleges van Maasdriel en Zaltbommel is afgesproken dat deze op het niveau van de Bommelerwaard worden uitgevoerd;

  • -

    dat onderdeel van deze afspraak is dat het met die taken belaste personeel van de SDB in dienst komt van de gemeente Maasdriel en dat de gemeente Maasdriel deze taken daarna ook uitvoert voor de gemeente Zaltbommel;

  • -

    dat de gemeenschappelijke regeling SDB per 1 januari 2016 wordt opgeheven;

  • -

    dat het voornemen bestaat om met ingang van 1 januari 2016 de samenwerking voor de Zorgproducten Bommelerwaard te starten;

Gelet op hoofdstuk I van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht;

de verleende toestemming, overeenkomstig artikel 1, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen, van de gemeenteraden van Maasdriel en Zaltbommel aan hun colleges voor het aangaan van de samenwerking en het treffen van deze regeling;

Besluiten 

te treffen de Centrumregeling Zorgproducten Bommelerwaard

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1 – Begripsbepalingen

In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    centrumgemeente: gemeente als bedoeld in artikel 8, derde lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • c.

    Maasdriel: de gemeente Maasdriel;

  • d.

    gemeenten: de gemeenten Maasdriel en Zaltbommel;

  • e.

    Zaltbommel: de gemeente Zaltbommel

  • f.

    medewerkers: ambtenaren en andere medewerkers, werkzaam onder verantwoordelijkheid van het college van Maasdriel;

  • g.

    Dienstverleningshandvest: uitwerking Centrumregeling met betrekking tot werkwijzen en overgedragen taken.

  • h.

    Bommelerwaard: het grondgebied van de gemeenten Maasdriel en Zaltbommel.

Artikel 2 – Doel en belang

Deze regeling heeft ten doel te komen tot een doelmatige en toekomstbestendige uitvoering van de in het register, als beschreven in artikel 4, lid 2 van deze regeling, opgenomen taken voor de gemeenten.

Hoofdstuk 2: Centrumconstructie

Artikel 3 – Aanwijzing centrumgemeente

Maasdriel fungeert als centrumgemeente.

Artikel 4 – Taken

  • 1.

    Het college van Zaltbommel draagt in het dienstverleningshandvest, bedoeld in artikel 6, aan het college van Maasdriel, of bij die gemeente werkzame medewerkers, taken op ter verwezenlijking van de doelen, genoemd in artikel 2.

  • 2.

    De taken die krachtens dit artikel worden opgedragen, worden door de colleges van de gemeenten bijgehouden in een register.

Artikel 5 – Bevoegdheden

  • 1.

    Het college van Zaltbommel kan aan het college van Maasdriel, of aan dit laatste college ondergeschikte medewerkers, bevoegdheden in mandaat opdragen ter verwezenlijking van de doelen, genoemd in artikel 2.

  • 2.

    De bevoegdheden die krachtens deze regeling in mandaat worden opgedragen, worden in een mandaatregeling opgenomen. De mandaatregeling wordt vastgesteld en gewijzigd door eensluidende besluiten van de colleges en burgemeesters van de gemeenten.

  • 3.

    Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op het verlenen van een volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen door Maasdriel namens Zaltbommel of het verlenen van een machtiging voor het verrichten van feitelijke handelingen door Maasdriel namens Zaltbommel.

Artikel 6 – Dienstverleningshandvest

In het dienstverleningshandvest, te sluiten door de colleges van de gemeenten, wordt nadere uitwerking gegeven aan deze regeling. In het dienstverleningshandvest worden in ieder geval geregeld:

  • a.

    de uitvoeringskaders;

  • b.

    de kwaliteitseisen waaraan de taakuitoefening door Maasdriel moet voldoen;

  • c.

    de verdeelsleutel en de wijze waarop Zaltbommel een financiële bijdrage levert in de kosten die Maasdriel maakt voor de uitvoering van de krachtens deze regeling opgedragen taken en bevoegdheden;

  • d.

    de informatieplicht en verantwoordingsplicht van het college van Maasdriel aan het college van Zaltbommel;

  • e.

    de verplichtingen tussen de colleges;

  • f.

    de wijze waarop de colleges van de gemeenten elkaar informeren over het niet nakomen van hun verplichtingen en de gevolgen die zij daaraan verbinden.

Artikel 7 – Dienstverleningsovereenkomst

In een dienstverleningsovereenkomst tussen de colleges van de gemeenten kan per taakgebied of per taak nadere uitwerking worden gegeven aan het dienstverleningshandvest, bedoeld in artikel 6.

Hoofdstuk 3: Geschillen

Artikel 8 – Deskundigenadvies

  • 1.

    Onverminderd artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, worden geschillen over deze regeling, in de ruimste zin, onderworpen aan een niet-bindend deskundigenadvies.

  • 2.

    Voordat wordt overgegaan tot het vragen van het deskundigenadvies, bedoeld in het eerste lid, wordt het geschil besproken tussen afvaardigingen van de colleges van de gemeenten.

  • 3.

    Indien het overleg, bedoeld in het tweede lid, niet tot een oplossing leidt, benoemen de colleges van de gemeenten elk een onafhankelijke deskundige. Beide deskundigen benoemen gezamenlijk een derde deskundige, die als voorzitter van de adviescommissie optreedt. De colleges van de gemeenten treden gezamenlijk op als opdrachtgever van de adviescommissie. De colleges van de gemeenten zetten in hun opdracht aan de adviescommissie in ieder geval het probleem uiteen, formuleren de te beantwoorden vragen en bepalen de termijn waarbinnen de adviescommissie haar advies uitbrengt.

  • 4.

    De adviescommissie, bedoeld in het derde lid, regelt de wijze waarop zij haar advies tot stand brengt. Het advies wordt toegezonden aan de colleges van de gemeenten.

  • 5.

    Na ontvangst van het advies, bedoeld in het vierde lid, treden de afvaardigingen, bedoeld in het tweede lid, nogmaals in overleg om te trachten, gelet op het advies van de adviescommissie, bedoeld in het vierde lid, tot een oplossing van het geschil te komen. Indien dat overleg niet tot een oplossing leidt, kan het college van elk van de gemeenten het geschil, overeenkomstig artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, voorleggen aan gedeputeerde staten van de provincie Gelderland.

  • 6.

    De colleges van de gemeenten dragen de kosten van de werkzaamheden van de adviescommissie, bedoeld in het derde lid, evenredig.

Hoofdstuk 4: Wijziging, toetreding, uittreding en opheffing

Artikel 9 – Wijziging van de regeling

  • 1.

    Deze regeling kan door de colleges van de gemeenten op voorstel van elke deelnemer worden gewijzigd, nadat zij hiertoe onderling overeenstemming hebben bereikt.

  • 2.

    De colleges van de gemeenten besluiten omtrent de voorgestelde wijziging nadat zij daartoe toestemming hebben verkregen van hun raden.

  • 3.

    Een wijziging van de centrumregeling is tot stand gekomen wanneer de colleges van de gemeenten op de wijze als vermeld in het tweede lid hiermee hebben ingestemd.

  • 4.

    De wijziging van de regeling treedt, tenzij anders bepaald, in werking op de dag volgend op die waarop de wijziging door de colleges van de gemeenten is bekendgemaakt.

  • 5.

    Artikel 13 is van overeenkomstige toepassing,

Artikel 10 – Toetreding door andere bestuursorganen

Toetreding tot deze regeling door andere bestuursorganen is mogelijk.

Artikel 11 – Uittreding en opheffing van de regeling

  • 1.

    Deze regeling wordt opgeheven bij gelijkluidend besluit van de colleges van de gemeenten tot opheffing. Een verzoek tot uittreding van een college van een van de gemeenten wordt beschouwd als een verzoek tot opheffing.

  • 2.

    Indien een besluit tot opheffing, bedoeld in het eerste lid, wordt genomen, geven de colleges een onafhankelijke registeraccountant opdracht om een opheffingsplan op te stellen.

  • 3.

    Het opheffingsplan, bedoeld in het tweede lid, voorziet in ieder geval in de verplichting van de gemeenten tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing de regeling en in de personele gevolgen van de opheffing.

  • 4.

    Het college van Maasdriel is belast met de uitvoering van het opheffingsplan, bedoeld in het tweede lid.

Hoofdstuk 5: Slotbepalingen

Artikel 12 – Duur van de regeling

Deze regeling wordt getroffen voor onbepaalde tijd.

Artikel 13 – Inzending

Het college van Maasdriel is belast met de inzending van deze regeling aan gedeputeerde staten van de provincie Gelderland.

Artikel 14 – Inwerkingtreding

Deze regeling treedt, na bekendmaking, in werking op 1 januari 2016.

Artikel 15 – Citeerwijze

Deze regeling wordt aangehaald als Centrumregeling Zorgproducten Bommelerwaard.

 

Het college van Maasdriel,

mr. ing A.P.J.M. de Jong H. van Kooten

secretaris burgemeester

 

Het college van Zaltbommel,

drs. L.H. Derksen A. van den Bosch

secretaris burgemeester

Nota van toelichting

Algemeen

De gemeente Maasdriel gaat als centrumgemeente een aantal taakgebieden en bevoegdheden uitoefenen voor de gemeente Zaltbommel. Hiervoor wordt onderhavige ‘lichte’ gemeenschappelijke regeling ingesteld. Deze is globaal van karakter en bepaalt dat de afspraken over de inrichting van de dienstverleningsrelatie en de daarvoor geldende spelregels worden vastgelegd in het dienstverleningshandvest en de afspraken over de taakgebieden of taken waarvan de uitvoering door Zaltbommel aan Maasdriel wordt opgedragen en de condities waaronder dat gebeurt, worden vastgelegd in dienstverleningsovereenkomsten. Dit maakt de regeling flexibel in zijn toepassingspraktijk.

Taken en bevoegdheden

De artikelen 4 en 5 bieden de basis voor het opdragen van taken met bijbehorende bevoegdhedentaakgebieden door het college van de gemeente Zaltbommel aan het college of medewerkers van de gemeente Maasdriel. De artikelen 6 en 7 schrijven voor dat nadere afspraken worden gemaakt over de wijze van taakuitoefening door de organen en medewerkers van de gemeente Maasdriel.Het gaat hierbij zowel om voorbereidingshandelingen als uitvoeringshandelingen. Niet bij al deze handelingen gaat het om de publiekrechtelijke bevoegdheid om besluiten, zoals beschikkingen, te nemen. Slechts wanneer sprake is van de opdracht om namens de gemeente Zaltbommel besluiten in de zin van artikel 1:3 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) te nemen, is sprake van een mandaat (art. 10:1 Awb). Wanneer sprake is van de opdracht om privaatrechtelijke bevoegdheden uit te oefenen namens de gemeente Zaltbommel, dan moet hiertoe een volmacht worden verleend (art. 3:60 van het Burgerlijk Wetboek, hierna: BW). Wanneer ten slotte sprake is van de opdracht aan organen of medewerkers van de gemeente Maasdriel om feitelijke handelingen te verrichten namens de gemeente Zaltbommel, dan moet hiertoe machtiging worden verleend (vgl. art. 10:12 Awb). Bij de feitelijke handelingen gaat het uitsluitend om taken, bij de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtshandelingen gaat het om zowel taken als bevoegdheden.

Taken (artikel 4)

Artikel 4, leden 1 en 2 bieden een basis voor het college van de gemeente Zaltbommel om taken op te dragen aan het college van de gemeente Maasdriel. Tevens voorzien genoemde twee artikelleden in een basis om rechtstreeks taken op te dragen aan medewerkers van de gemeente Maasdriel. Het gaat hierbij juridisch om een machtiging om feitelijke handelingen te verrichten. Op de machtiging in de zin van dit artikel is afdeling 10.1.1 van de Awb van overeenkomstige toepassing (art. 10:12 Awb). Omdat het hier om de machtiging aan een niet-ondergeschikte gaat (het college en de medewerkers van Maasdriel zijn immers niet-ondergeschikt aan het college van Zaltbommel), moet het college van Maasdriel en Zaltbommel instemmen met de verlening van de machtiging (art. 10:12 jo. art. 10:4 Awb). Door het zo in de gemeenschappelijke regeling op te nemen is de vereiste instemming op voorhand verleend. Om ervoor te zorgen dat er een overzicht blijft van de opgedragen taken, schrijft het tweede lid voor dat deze taken worden bijgehouden in een register.

Publiekrechtelijke bevoegdheden (artikel 5 lid 1 t/m 2)

Om sommige taken te kunnen uitoefenen is ook de bevoegdheid nodig om besluiten in de zin van artikel 1:3 lid 1 Awb te nemen. Wanneer het college of medewerkers van Maasdriel besluiten moeten kunnen nemen namens het college van Zaltbommel, dan is hiervoor een mandaat nodig (art. 10:1 Awb). Een dergelijk mandaat kan in beginsel worden verleend, tenzij de aard van de bevoegdheid zich hiertegen verzet (art. 10:3 lid 1 Awb). Een aantal bevoegdheden, zoals vaststelling van algemeen verbindende voorschriften, is uitgezonderd van mandaat (art. 10:3 lid 2 Awb). Het gaat hier om een zogenoemd mandaat aan een niet-ondergeschikte, waardoor het college van Maasdriel moet instemmen met de mandaatverlening (art. 10:4 Awb). Artikel 5 lid 1 voorziet in een basis voor deze mandaatverlening. Het tweede lid schrijft voor dat alle te mandateren bevoegdheden in een mandaatregeling worden opgenomen, die door de colleges gezamenlijk wordt vastgesteld. Met deze gezamenlijke vaststelling is zowel in de mandaatverlening als in de benodigde instemming voorzien. Er is voor gekozen voor te schrijven dat alle bevoegdheden in één mandaatregeling worden opgenomen, om zo te voorkomen dat verschillende mandaatbesluiten naast elkaar bestaan. Dat betekent dat een wijziging in de op te dragen bevoegdheden tevens inhoudt dat de mandaatregeling moet worden gewijzigd. Hiertoe zijn eveneens de gezamenlijke colleges bevoegd.

Toestemming van de raden is in dit geval niet nodig, omdat de gemeenschappelijke regeling zelf niet wijzigt (art. 1 lid 2 Wgr).

Privaatrechtelijke bevoegdheden (artikel 5 lid 3)

Om namens de rechtspersoon gemeente Zaltbommel (art. 2:1 lid 1 BW) rechtshandelingen te verrichten is een volmacht nodig (art. 3:60 BW). Normaliter is de burgemeester bevoegd rechtshandelingen te verrichten namens de gemeente (art. 171 Gemw). De burgemeester van Zaltbommel moet dus een volmacht verlenen aan de burgemeester of ambtenaren van Maasdriel. Op deze volmachtverlening is afdeling 10.1.1 van de Awb van overeenkomstige toepassing (art. 10:12 Awb), net als titel 3 van Boek 3 van het BW. Artikel 5 lid 3 geeft aan dat artikel 5 lid 1 t/m 2, van overeenkomstige toepassing is. Dit betekent onder meer dat de volmachten worden opgenomen in de mandaatregeling. Zo geeft deze regeling dus inzicht in zowel de publiekrechtelijke als de privaatrechtelijke bevoegdheden.

Naar boven