Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ridderkerk | Staatscourant 2015, 49279 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ridderkerk | Staatscourant 2015, 49279 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Oorspronkelijke regeling - in werking getreden op 1 januari 2012
1e wijziging - in werking getreden op 3 oktober 2013
betreft: wijziging artikelen 10.3 en 15.3
2e wijziging - treedt in werking op 1 januari 2016
betreft: wijziging rechtsgebied en aanpassing aan nieuwe Wgr
De raden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Ridderkerk, Barendrecht en Rotterdam, ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;
de gemeenten op 12 november 2009 de 'Bestuurlijke Overeenkomst bedrijventerrein Nieuw Reijerwaard' hebben getekend, waarin tussen de gemeenten, de provincie Zuid-Holland en het ministerie van EZ, mede namens VROM en V&W, afspraken zijn gemaakt met betrekking tot het versneld realiseren van het bedrijventerrein op de locatie Nieuw Reijerwaard;
de gemeenten als doel van samenwerking hebben geformuleerd het op gelijkwaardige basis samenwerken om op basis van de businesscase Nieuw Reijerwaard de locatie te ontwikkelen, zoals eerder is vastgelegd in de Procesafspraken die op 13 mei 2011 door Barendrecht, Ridderkerk en Rotterdam mede zijn ondertekend;
het ter uitvoering van de onder artikel 4 genoemde doelstelling gewenst is te komen tot een gestructureerde vorm van bestuurlijke samenwerking ter uitvoering van de Bestuurlijke Overeenkomst, waarbij wordt gekomen tot de oprichting van een rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam, waardoor op adequate wijze in het rechtsverkeer kan worden geparticipeerd;
artikel 1. Begripsomschrijvingen
1. Deze gemeenschappelijke regeling verstaat onder:
2. Waar in de regeling artikelen van de Gemeentewet of van enige andere wet of wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, wordt indien in die artikelen wordt gesproken van gemeente, raad, college van burgemeester en wethouders, en burgemeester, daarvoor gelezen de GR Nieuw Reijerwaard, het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur, en de Voorzitter.
artikel 2. Het openbaar lichaam
1. Er is een openbaar lichaam genaamd: GR Nieuw Reijerwaard. Het openbaar lichaam is rechtspersoon en is gevestigd te Ridderkerk.
2. Het gebied waarvoor deze regeling geldt, is het rechtsgebied; een en ander zoals dat is vastgelegd op de van deze regeling onderdeel uitmakende en gewaarmerkte kaart (bijlage 1).
1. Het bestuur van de GR Nieuw Reijerwaard bestaat uit het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de Voorzitter.
2. De Voorzitter is zowel voorzitter van het Algemeen Bestuur als van het Dagelijks Bestuur.
II Doelstellingen, taken en bevoegdheden
De GR Nieuw Reijerwaard heeft tot doel casu quo als belang het binnen diens rechtsgebied ontwikkelen en realiseren van minimaal 90 hectare bedrijventerrein op de locatie Nieuw Reijerwaard met de daarbij horende ontsluiting en het daarbij horende groen.
1. De GR Nieuw Reijerwaard heeft tot taak het actief bevorderen van de realisering van de in artikel 4 omschreven doelstelling, door middel van de uitvoering van de Bestuurlijke overeenkomst. Hiertoe worden onder meer de volgende, afgeleide deeltaken gerekend:
2. De deelnemers onthouden zich van het voeren van onderhandelingen gericht op het (doen) verwerven van gronden respectievelijk het verwerven van gronden voor zover die gronden zijn gelegen binnen het rechtsgebied alsmede het vestigen van een voorkeursrecht op grond van de Wet voorkeursrecht gemeenten en het onteigeningsinstrumentarium, tenzij de GR Nieuw Reijerwaard hiertoe verzoekt of daarvoor voorafgaande instemming heeft gegeven.
1. Aan het bestuur van de GR Nieuw Reijerwaard worden ter vervulling van de in artikel 5 omschreven taken alle bevoegdheden van regelingen en bestuur toegekend binnen de grenzen van artikel 30 en 31a van de Wet gemeenschappelijke regelingen en met inachtneming van de beperkingen daarin gesteld.
2. Ten behoeve van de in artikel 4 genoemde doelstelling kan, indien dit bijzonder aangewezen wordt geacht, de GR Nieuw Reijerwaard een of meer stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen oprichten of daarin deelnemen.
Paragraaf 1 Samenstelling, lidmaatschap en stemverhouding
1. Het Algemeen Bestuur bestaat uit tien leden, de voorzitter inbegrepen. De raden van Barendrecht en Ridderkerk wijzen uit hun midden, de voorzitter van de raad inbegrepen, en uit de wethouders, elk vier leden en twee plaatsvervangend leden aan. Van deze vier leden respectievelijk twee plaatsvervangend leden dienen ten minste twee leden respectievelijk één plaatsvervangend lid deel uit te maken van het college van burgemeester en wethouders. De raad van Rotterdam wijst uit de voorzitter van de raad en uit de wethouders, twee leden en twee plaatsvervangend leden aan.
2. Bepalingen in deze regeling geldende voor de leden van het Algemeen Bestuur, zijn mede van toepassing op de plaatsvervangende leden.
3. Een lid van het Algemeen Bestuur kan bij afwezigheid worden vervangen door een daartoe aangewezen plaatsvervangend lid. Een plaatsvervanging wordt meegedeeld aan de voorzitter op de wijze, zoals bepaald in het in artikel 13 genoemde Reglement van Orde.
artikel 8. Vereisten lidmaatschap
1. Het lidmaatschap van het Algemeen Bestuur is onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar door of vanwege een deelnemer of de GR Nieuw Reijerwaard aangesteld of daaraan ondergeschikt. Onder ambtenaar wordt ook verstaan degene die op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht voor een van de deelnemers werkzaam is.
2. Op het gestelde in het eerste lid is het bepaalde in artikel 13 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.
1. Het lidmaatschap eindigt als de raad van een deelnemende gemeente zijn aanwijzing intrekt, en in ieder geval op de dag waarop de zittingsperiode van de raad afloopt.
2. De raad van elke deelnemende gemeente beslist in de eerste vergadering van elke zittingsperiode over de aanwijzing van nieuwe leden van het Algemeen Bestuur.
3. Degene die ophoudt wethouder dan wel burgemeester te zijn van de deelnemende gemeente waarvan de raad hem of haar als lid van het Algemeen Bestuur heeft aangewezen, houdt daarmee ook op lid van het Algemeen Bestuur te zijn.
4. Indien tussentijds een plaats van een door een raad aangewezen lid van het Algemeen Bestuur vacant of beschikbaar komt, wijst de raad die het aangaat in zijn eerstvolgende vergadering - of zo dat niet mogelijk zou zijn ten spoedigste daarna - een nieuw lid aan. Degene die ter vervulling van een tussentijdse vacature als lid van het Algemeen Bestuur wordt benoemd, treedt af op het tijdstip, waarop degene in wiens of wier plaats hij of zij is benoemd, zou moeten aftreden.
5. Van elke aanwijzing tot lid van het Algemeen Bestuur geven burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeente binnen acht dagen kennis aan de voorzitter van het Algemeen Bestuur.
6. Een lid van het Algemeen Bestuur kan te allen tijde ontslag nemen. Hij deelt zijn ontslag mee aan de raad die hem heeft aangewezen. De in de vorige volzin bedoelde raad doet mededeling van het ontslag aan het Algemeen Bestuur. Het lid houdt zitting in het Algemeen Bestuur totdat in de opvolging is voorzien.
1. De leden van het Algemeen Bestuur welke afkomstig zijn uit de gemeente Barendrecht of Ridderkerk hebben elk één stem. De leden van het Algemeen Bestuur welke afkomstig zijn uit de gemeente Rotterdam hebben elk twee stemmen.
2. Besluiten worden genomen met gewone meerderheid van stemmen.
3. Het Algemeen Bestuur kan besluiten nemen als minimaal twee van de drie deelnemers vertegenwoordigd zijn.
Paragraaf 2. Bevoegdheden en Werkwijze
1. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 4 behoren aan het Algemeen Bestuur alle bevoegdheden toe die niet ingevolge de regeling aan het Dagelijks Bestuur of de voorzitter zijn overgedragen. Het Algemeen Bestuur kan, door nadere regels te stellen, het uitoefenen van deze bevoegdheden overdragen aan het Dagelijks Bestuur, met dien verstande dat niet kunnen worden overgedragen de bevoegdheden bedoeld in het tweede lid, onder a.
2. Tot de in het eerste lid, eerste volzin, bedoelde bevoegdheden behoren in ieder geval de volgende bevoegdheden:
1. Het Algemeen Bestuur vergadert ten minste tweemaal per jaar en voorts zo dikwijls als de Voorzitter of het Dagelijks Bestuur dit nodig oordelen, dan wel ten minste zoveel leden dat zij minimaal vijf stemmen vertegenwoordigen dit, onder opgaaf van redenen, schriftelijk verzoeken.
2. De vergaderingen van het Algemeen Bestuur zijn openbaar. De deuren worden gesloten, wanneer ten minste een vijfde van de aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt. Het Algemeen Bestuur beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.
Artikel 13. Reglement van Orde
1. Het Algemeen Bestuur stelt voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden een Reglement van Orde vast.
2. In het Reglement van Orde worden in ieder geval regels gegeven over de wijze van het verstrekken van inlichtingen en het afleggen van verantwoording, zoals bedoeld in artikel 21 tot en met 23 van deze regeling.
Paragraaf 1 Samenstelling en Stemverhouding
1. Het Dagelijks Bestuur bestaat uit drie leden.
2. Het Algemeen Bestuur wijst in zijn eerste vergadering van elke zittingsperiode de leden van het Dagelijks Bestuur aan. Eén lid wordt aangewezen uit de leden van het Algemeen Bestuur, welke afkomstig zijn van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Barendrecht, één lid, uit de leden van het Algemeen Bestuur welke afkomstig zijn van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ridderkerk en één lid, uit de leden van het Algemeen Bestuur welke afkomstig zijn van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam.
3. Bij verhindering of ontstentenis van een lid van het Dagelijks Bestuur, dat deel uitmaakt van het college van burgemeester en wethouders van Barendrecht, wordt hij zo nodig vervangen door het door de raad van Barendrecht aangewezen (plaatsvervangend) lid uit het college van burgemeester en wethouders van Barendrecht. Het bepaalde in de vorige volzin is van overeenkomstige toepassing op de vervangen van een lid van het Dagelijks Bestuur, dat deel uitmaakt van het college van burgemeesters en wethouders van Ridderkerk dan wel Rotterdam.
4. De door het Algemeen Bestuur aangewezen leden van het Dagelijks Bestuur treden af als lid van het Dagelijks Bestuur op de dag waarop de zittingsperiode van de leden van het Algemeen Bestuur afloopt.
5. Indien tussentijds een plaats in het Dagelijks Bestuur openvalt, wijst het Algemeen Bestuur een nieuw lid aan uit de gemeente van waaruit het betreffende lid afkomstig is, met inachtname van het gestelde in lid 2. Gaat het openvallen van een plaats in het Dagelijks Bestuur gepaard met het openvallen van een plaats in het Algemeen Bestuur, dan zal het Algemeen Bestuur het kiezen van een nieuw lid van het Dagelijks Bestuur uitstellen totdat de opengevallen plaats in het Algemeen Bestuur weer is bezet.
6. Degene die als lid van het Dagelijks Bestuur ontslag neemt of overeenkomstig het bepaalde in het derde lid moet aftreden, blijft zijn/haar functie waarnemen totdat een opvolger de functie heeft aanvaard. Het nemen van ontslag geschiedt door schriftelijke kennisgeving aan de voorzitter.
7. Degene die tussentijds ophoudt lid van het Algemeen Bestuur te zijn, houdt ook op lid van het Dagelijks Bestuur te zijn.
1. De leden van het Dagelijks Bestuur hebben elk één stem.
2. Besluiten worden genomen met gewone meerderheid van stemmen.
3. Het Dagelijks Bestuur kan besluiten nemen als minimaal twee van de drie deelnemers vertegenwoordigd zijn.
Paragraaf 2 Bevoegdheden en Werkwijze
1 Aan het Dagelijks Bestuur is, onverminderd hetgeen overigens in of krachtens deze regeling is bepaald, opgedragen:
Te besluiten namens het openbaar lichaam, het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij het algemeen bestuur, voor zover het het algemeen bestuur aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist;
Tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van het openbaar lichaam te besluiten, met uitzondering van besluiten als bedoeld in artikel 31 van de Wgr, tot oprichting van of deelneming in privaatrechtelijke rechtspersonen en met uitzondering van de in artikel 11, lid 2 sub b en c aan het Algemeen Bestuur voorbehouden rechtshandelingen;
1. Het Dagelijks Bestuur vergadert zo dikwijls de Voorzitter of ten minste twee leden dit nodig vinden.
2. De vergaderingen van het Dagelijks Bestuur worden met gesloten deuren gehouden, voor zover het Dagelijks Bestuur niet anders heeft bepaald.
artikel 18. Reglement van Orde
Het Dagelijks Bestuur stelt voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden een Reglement van Orde vast.
V De Voorzitter en Plaatsvervangend voorzitter
1. De Voorzitter wordt door en uit het Algemeen Bestuur gekozen uit hen die tevens zijn aangewezen als lid van het Dagelijks Bestuur.
2. Bij verhindering of ontstentenis van de Voorzitter wordt deze vervangen door de Plaatsvervangend voorzitter. De Plaatsvervangend voorzitter wordt door en uit het Algemeen Bestuur gekozen uit hen die tevens zijn aangewezen als lid van het Dagelijks Bestuur en niet zijn aangewezen als Voorzitter.
3. De aanwijzing van de Voorzitter alsmede de Plaatsvervangend voorzitter vindt voor het eerst plaats in de eerste vergadering van het Algemeen Bestuur, en vervolgens jaarlijks, zodanig dat het voorzitterschap bij toerbeurt voor de duur van één jaar rouleert.
4. De Voorzitter en Plaatsvervangend voorzitter treden af op de dag waarop de zittingsperiode van de leden van het Algemeen Bestuur afloopt. Zij blijven hun functie echter waarnemen totdat hun opvolgers deze functie hebben aanvaard.
5. Indien tussentijds de functie van Voorzitter beschikbaar komt, wijst het Algemeen Bestuur zo spoedig mogelijk een nieuwe Voorzitter aan, zulks met inachtneming van het bepaalde in het eerste en derde lid. Gaat het beschikbaar komen van de functie van Voorzitter gepaard met het openvallen van een plaats in het Algemeen Bestuur, dan zal het Algemeen Bestuur het aanwijzen van een nieuwe Voorzitter uitstellen totdat de opengevallen plaats in het Algemeen Bestuur weer is bezet. Het bepaalde in de eerste en tweede volzin is van overeenkomstige toepassing op het tussentijds beschikbaar komen van de functie van Plaatsvervangend voorzitter, met dien verstande dat ten aanzien van de nieuwe aanwijzing het tweede lid overeenkomstig van toepassing is.
artikel 20. Taken en bevoegdheden
1. De Voorzitter is tevens voorzitter van het Algemeen en van het Dagelijks Bestuur.
2. De Voorzitter is belast met de leiding van vergaderingen van het Algemeen en van het Dagelijks Bestuur en draagt er zorg voor dat de besluiten naar behoren worden uitgevoerd.
3. De Voorzitter tekent de stukken die van het Algemeen en het Dagelijks Bestuur uitgaan.
4. De Voorzitter vertegenwoordigt de GR Nieuw Reijerwaard in en buiten rechte. Hij kan de vertegenwoordiging aan een door hem gemachtigde opdragen. Indien de GR Nieuw Reijerwaard en een van de deelnemers gezamenlijk betrokken zijn in een geding en de Voorzitter tevens burgemeester van de betrokken gemeente is, oefent de Plaatsvervangend voorzitter de in de eerste volzin bedoelde bevoegdheid uit.
VI Informatie, verantwoording en ontslag
1. De leden van het Dagelijks Bestuur zijn, tezamen en ieder afzonderlijk, aan het Algemeen Bestuur verantwoording verschuldigd voor het door het Dagelijks Bestuur gevoerde bestuur.
2. Zij geven het Algemeen Bestuur mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, op de wijze zoals die is geregeld in het Reglement van Orde van het Algemeen Bestuur.
3. Het Algemeen Bestuur is bevoegd aan een lid van het Dagelijks Bestuur ontslag te verlenen, indien dit lid het vertrouwen van het Algemeen Bestuur niet meer bezit. Op het ontslagbesluit is artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.
4. Het bepaalde in de voorgaande leden is van overeenkomstige toepassing op de Voorzitter voor het door hem/haar gevoerde bestuur.
artikel 22. Externe werking, bestuursorganen
1. Het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de Voorzitter geven aan de raden van de deelnemers, gevraagd of ongevraagd, alle inlichtingen die voor een juiste beoordeling van het door het bestuur gevoerde en te voeren beleid nodig is, indien het verstrekken daarvan niet in strijd is met het openbaar belang.
2. Een verzoek om inlichtingen door een of meer leden van de raad van een deelnemende gemeente dient schriftelijk te worden ingediend bij het Dagelijks Bestuur.
3. Het Dagelijks Bestuur verstrekt de gevraagde inlichtingen aan de raad van een deelnemende gemeente schriftelijk binnen één maand na ontvangst van het verzoek.
artikel 23. Externe werking, leden Algemeen Bestuur
1. Een lid van het Algemeen Bestuur geeft het bestuursorgaan dat hem als lid heeft aangewezen, gevraagd en ongevraagd, mondeling of schriftelijk de door een of meerdere leden van dat bestuursorgaan overeenkomstig het Reglement van Orde van dat bestuursorgaan verlangde inlichtingen, waarvan het verstrekken niet in strijd is met artikel 16, vijfde lid Wet gemeenschappelijke regelingen.
2. Alvorens de gevraagde inlichtingen zoals bedoeld in het eerste lid te verstrekken, kan het lid zich daarover laten adviseren door het Dagelijks Bestuur.
3. Een lid van het Algemeen Bestuur is aan het bestuursorgaan dat hem als lid heeft aangewezen, verantwoording schuldig voor het door hem in het Algemeen Bestuur gevoerde beleid. Het afleggen van verantwoording vindt plaats op de wijze zoals geregeld in het Reglement van Orde van het desbetreffende bestuursorgaan, met dien verstande dat daarbij een termijn in acht wordt genomen die het lid de gelegenheid biedt om zich desgewenst door het Dagelijks Bestuur te laten informeren.
4. De raad van een deelnemende gemeente is bevoegd een door hem aangewezen lid van het Algemeen Bestuur ontslag te verlenen indien dit lid het vertrouwen van de raad niet meer bezit, overeenkomstig het bepaalde in het Reglement van Orde van de desbetreffende raad.
artikel 24. De secretaris en de directeur
1. Tot het personeel van de GR Nieuw Reijerwaard behoren de secretaris en de directeur. Het Algemeen Bestuur beslist over de benoeming, de schorsing en het ontslag van de secretaris en de directeur. Deze functies zijn onverenigbaar. De secretaris en de directeur worden bij verhindering of ontstentenis vervangen op een door het Algemeen Bestuur te bepalen wijze.
2. De secretaris is het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de Voorzitter behulpzaam in alles wat de hun opgedragen taak aangaat.
3. Door de secretaris worden alle stukken die van het Algemeen en van het Dagelijks Bestuur uitgaan, medeondertekend.
4. De directeur is onder toezicht van het Dagelijks Bestuur verantwoordelijk voor de administratie, het beheer van vermogenswaarden en het jaarlijks opmaken van de rekening. Het Algemeen Bestuur stelt voor de directeur een instructie vast.
artikel 25. Afstemmingsoverleg
Het Dagelijks Bestuur, de secretaris en de directeur worden, teneinde de betrokkenheid van de deelnemers ook op ambtelijk niveau te waarborgen, in hun werkzaamheden bijgestaan door een regelmatig bijeen te roepen Afstemmingsoverleg, bestaande uit ambtelijk vertegenwoordigers in wisselende samenstelling – afhankelijk van het onderwerp – afkomstig uit de deelnemers.
artikel 26. Rechtspositie overleg
1. Het Dagelijks Bestuur kan, naast de in artikel 24 genoemde secretaris en directeur, met inachtneming van de door het Algemeen Bestuur te stellen regels verder personeelsleden aanstellen.
2. Het Algemeen Bestuur regelt de bezoldiging van de secretaris, de directeur en het eventuele overige personeel van de GR Nieuw Reijerwaard, al dan niet werkzaam op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.
3. Op de secretaris, de directeur en de eventuele overige ambtenaren van de GR Nieuw Reijerwaard, en op het eventuele overige personeel werkzaam op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht zijn de regelingen en voorschriften van de gemeente waar het openbaar lichaam GR Nieuw Reijerwaard zijn zetel heeft van toepassing.
4. Bij de uitvoering van de in het derde lid bedoelde regelingen en voorschriften treden in de plaats van de organen en functionarissen van de gemeente, de overeenkomstige organen en functionarissen van de GR Nieuw Reijerwaard.
artikel 27. Detachering en dienstverlening
1. Voor de uitvoering van de in artikel vijf, eerste lid genoemde deeltaken is het Dagelijks Bestuur, met inachtneming van de door het Algemeen Bestuur te stellen regels, bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten met elk van de deelnemers, waarbij personeel in dienst van de deelnemers wordt gedetacheerd bij de GR Nieuw Reijerwaard. In deze overeenkomsten worden bepalingen opgenomen over het functionele werkgeverschap, de rechtspositie en de kosten.
2. Voor de uitvoering van de in artikel vijf, eerst lid genoemde deeltaken is het Dagelijks Bestuur, met inachtneming van de door het Algemeen Bestuur te stellen regels, bevoegd tot het aangaan van dienstverleningsovereenkomsten met elk van de deelnemers. In deze overeenkomsten worden bepalingen opgenomen over de met de uitvoering gepaard gaande kosten.
VIII Vergoedingen en aansprakelijkheid
artikel 28. Vergoedingen en verzekering
1 De leden van het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de Voorzitter ontvangen geen vergoeding voor hun werkzaamheden.
2 Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor het sluiten van een verzekering met een naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur toereikende dekking, tegen de risico's van aansprakelijkheid.
artikel 29. Administratie en beheer
1. Met betrekking tot de regels op het gebied van administratie en beheer van vermogenswaarden is de betreffende verordening van de gemeente waar het openbaar lichaam GR Nieuw Reijerwaard zijn zetel heeft van toepassing. Deze regels dienen te waarborgen dat aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle wordt voldaan.
2. Met betrekking tot de controle op de administratie en op het beheer van vermogenswaarden zijn de betreffende verordeningen van de gemeente waar het openbaar lichaam GR Nieuw Reijerwaard zijn zetel heeft van toepassing. Deze regels dienen onder meer te waarborgen dat de rechtmatigheid en doelmatigheid van de administratie en het financiële beheer worden getoetst.
artikel 30. Comptabiliteitsvoorschriften
De begroting, de begrotingswijzigingen, de meerjarenraming, en de rekening worden ingericht overeenkomstig de in en krachtens het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten gestelde regels.
1. Het Dagelijks Bestuur zendt jaarlijks vóór 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders en de voorlopige jaarrekening aan de raden van de deelnemende gemeenten
2. Het Dagelijks Bestuur zendt de ontwerpbegroting acht weken voordat zij aan het Algemeen Bestuur wordt aangeboden, toe aan de raden van de deelnemende gemeenten.
3. De ontwerpbegroting wordt door de zorg van de besturen van de deelnemers voor een ieder ter inzage gelegd en tegen betaling van de kosten algemeen verkrijgbaar gesteld.
4. De raden van de deelnemers kunnen binnen zes weken na toezending van de ontwerpbegroting het Dagelijks Bestuur van hun zienswijzen doen blijken. Het Dagelijks Bestuur voegt de commentaren waarin deze reactie is vervat binnen twee weken bij de ontwerpbegroting zoals deze aan het Algemeen Bestuur wordt aangeboden.
5. Het Algemeen Bestuur stelt de begroting vast vóór 15 juli van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting moet dienen. Na vaststelling wordt de begroting toegezonden aan de raden van de deelnemers. De vastgestelde begroting wordt binnen veertien dagen na vaststelling doch uiterlijk vóór 1 augustus van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, gezonden aan Gedeputeerde Staten.
6. De raden van de deelnemers kunnen bij Gedeputeerde Staten hun zienswijzen over de vastgestelde begroting doen blijken.
7. In het geval Gedeputeerde Staten hebben bepaald dat de begroting voor het komende jaar goedkeuring behoeft, doet het Dagelijks Bestuur mededeling van de beslissing van Gedeputeerde Staten aan de raden van de deelnemers.
8. In de begroting wordt aangegeven het naar raming bepaalde batig of nadelig saldo. Het bepaalde in artikel 33 van de Wgr is van overeenkomstige toepassing.
9. Het bepaalde in het eerste tot en met zevende lid van dit artikel is van overeenkomstige toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting, zulks met inachtneming van het bepaalde in het negende lid.
10. Het bepaalde in het derde en vijfde lid is niet van toepassing op begrotingswijzigingen die:
1. Van de rechtmatigheid en de doelmatigheid van de baten en lasten van de GR Nieuw Reijerwaard wordt door het Dagelijks Bestuur over het verstreken dienstjaar verantwoording gedaan aan het Algemeen Bestuur, onder overlegging van de door of namens de directeur, overeenkomstig de in artikel 29 , eerste lid bedoelde verordening, aangeboden rekening met toelichting. Het Dagelijks Bestuur voegt daarbij een verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekening, ingesteld door de op grond van artikel 29, tweede lid, genoemde regelen aangewezen deskundige.
2. Het Algemeen Bestuur onderzoekt de rekening zonder uitstel en stelt haar vast vóór 1 juli van het jaar volgend op het jaar waarop de rekening betrekking heeft. Van de vaststelling doet het Dagelijks Bestuur mededeling aan de raden van de deelnemers.
3. Zij wordt terstond doch in ieder geval vóór 15 juli met alle bijbehorende stukken ter kennisneming toegezonden aan Gedeputeerde Staten.
4. De vaststelling van de rekening ontlast de leden van het Dagelijks Bestuur van het daarin verantwoorde financieel beheer, behoudens later in rechte gebleken onregelmatigheden.
5. In de rekening wordt het werkelijke batige of nadelige saldo opgenomen. Het bepaalde in artikel 33 van de Wgr is van overeenkomstige toepassing.
artikel 33. Risicoverdeling deelnemers
1. Ten behoeve van het startkapitaal van de GR Nieuw Reijerwaard kan door de deelnemers een nader vast te stellen financiële bijdrage worden verleend. De deelnemers staan er voor in dat de GR Nieuw Reijerwaard te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen.
2. Indien aan het Algemeen Bestuur blijkt dat een deelnemende gemeente weigert de uit het eerste lid voortvloeiende uitgaven op de gemeentebegroting te zetten, doet het Algemeen Bestuur onverwijld aan Gedeputeerde Staten het verzoek over te gaan tot toepassing van de artikelen 194 en 195 van de Gemeentewet.
3. Het Algemeen Bestuur beslist of een batig saldo van de begroting of rekening van baten en lasten geheel of gedeeltelijk zal worden toegevoegd aan reserves.
4. Het Algemeen Bestuur beslist of een nadelig saldo van de begroting of rekening van baten en lasten:
5. Indien er sprake is van een verdeling van enig batig saldo ten gunste van de deelnemers dan wel van enig nadelig saldo ten laste van de deelnemers, geschiedt de verdeling als volgt:
6. Indien het Dagelijks Bestuur voornemens is een geldlening aan te trekken onder rechtstreekse garantiestelling van de deelnemers, dan gaat het Dagelijks Bestuur niet over tot het aangaan van zodanige geldlening totdat door de deelnemers schriftelijk is meegedeeld dat met de verlening van die garantiestelling wordt ingestemd. Het Dagelijks Bestuur richt ten aanzien van dit voornemen een schriftelijk verzoek tot garantiestelling aan de deelnemers.
artikel 34. Rekening-courantverhouding
1. Ter voorziening in de behoefte aan kasgeld en voor het aangaan van leningen kan door de deelnemers ten behoeve van de GR Nieuw Reijerwaard een rekening-courant worden opengesteld, zulks onder nader overeen te komen voorwaarden.
2. Een ingevolge het eerste lid gecreëerde rekening-courantverhouding laat onverlet dat de GR Nieuw Reijerwaard met bancaire instellingen of met andere deelnemers een rekening-courantverhouding voor het in eerste lid genoemde doel kan aangaan.
1. Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor de archiefbescheiden van de bestuursorganen ingesteld bij deze regeling overeenkomstig een door het Algemeen Bestuur vast te stellen regeling, die aan Gedeputeerde Staten moet worden meegedeeld.
2. Gedeputeerde staten oefenen toezicht uit op de in lid 1 aan het Dagelijks Bestuur opgedragen zorg voor de archiefbescheiden overeenkomstig artikel 33 van de Archiefwet 1995.
3. De secretaris is belast met het beheer van de archiefbescheiden.
4. Voor de bewaring van de op grond van artikel 12 van de Archiefwet 1995 over te brengen archiefbescheiden van de in deze regeling genoemde organen wijst het Algemeen Bestuur een archiefbewaarplaats aan.
5. Na opheffing van de gemeenschappelijke regeling worden de in lid 3 bedoelde archiefbescheiden overgebracht naar de alsdan door het Algemeen Bestuur aangewezen archiefbewaarplaats.
1. Op verzoek van de raad van één of meer der deelnemers zullen de deelnemers de toepassing en werking van deze regeling evalueren.
2. De in het eerste lid bedoeld evaluatie heeft onder meer, doch niet uitsluitend, tot doel na te gaan:
3. Door het Algemeen Bestuur wordt een regeling vastgesteld, volgens welke procedure de in het eerste lid bedoelde evaluatie zal plaatsvinden.
XII Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing
artikel 37. Toetreding en uittreding
1. Toetreding tot de regeling door andere gemeenten en/of provincies is alleen mogelijk door wijziging van deze regeling.
2. Uittreding uit de regeling is alleen mogelijk door opheffing van deze regeling.
1. Het Dagelijks Bestuur en/of de raad van een deelnemende gemeente kan aan het Algemeen Bestuur voorstellen doen voor wijziging van de regeling.
2. Indien het Algemeen Bestuur wijziging van de regeling wenselijk acht, doet het Dagelijks Bestuur het door het Algemeen Bestuur vastgestelde voorstel toekomen aan de raden van de deelnemers.
3. Een wijziging is tot stand gekomen, wanneer de onderscheiden bestuursorganen van de deelnemers met het voorstel van het Algemeen Bestuur hebben ingestemd.
4. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ridderkerk draagt zorg voor de bekendmaking van besluiten tot wijziging, verlenging of opheffing van de regeling door kennisgeving van de inhoud daarvan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan- huisblad dat in alle deelnemende gemeenten verschijnt, dan wel op een andere geschikte wijze. Elektronische bekendmaking vindt uitsluitend plaats in een van overheidswege uitgegeven blad. Besluiten tot wijziging, verlenging of opheffing van de regeling treden in werking op de in dat besluit aangewezen dag.
1. De regeling wordt opgeheven wanneer de datum zoals bedoeld in artikel 41 is verstreken, of zoveel eerder wanneer de raden van de deelnemers, al dan niet op basis van een voorstel van het Algemeen Bestuur, daartoe besluiten.
2. In 2020 vindt een evaluatie plaats. Het Algemeen Bestuur stelt uiterlijk in 2019 de procedure daarvoor vast, op basis van een voorstel van het Dagelijks Bestuur.
3. In geval van opheffing van de regeling, besluit het Algemeen Bestuur tot liquidatie en stelt daarvoor de nodige regels. Hierbij kan van de bepalingen van de regeling – met uitzondering van het bepaalde in artikel 33, derde tot en met vijfde lid en van het bepaalde in artikel 39 – worden afgeweken.
4. Het liquidatieplan wordt door het Algemeen Bestuur, de raden van de deelnemers gehoord, vastgesteld. Het behoeft de goedkeuring van Gedeputeerde Staten.
5. Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de deelnemers alle rechten en verplichtingen van de GR Nieuw Reijerwaard over de deelnemers te verdelen op een in het liquidatieplan te bepalen wijze, waarbij de in artikel 33, lid 5 vermelde percentuele verdeling uitgangspunt is.
6. Zo nodig blijven de bestuursorganen van de GR Nieuw Reijerwaard ook na het tijdstip van de opheffing in functie, totdat de liquidatie is beëindigd.
1. Gedeputeerde Staten beslissen omtrent geschillen over de toepassing, in de ruimste zin des woords, van deze regeling tussen besturen van deelnemers of tussen besturen van een of meer deelnemers en het bestuur van het openbaar lichaam, voor zover die geschillen niet behoren tot die zoals vermeld in artikel 112, eerste lid van de Grondwet of tot die waarvan de beslissing krachtens artikel 112, tweede lid van de Grondwet is opgedragen aan hetzij de rechterlijke macht, hetzij aan gerechten die niet tot de rechterlijke macht behoren. Het bepaalde in artikel 28, tweede en derde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen is van overeenkomstige toepassing.
2. Alvorens een beslissing zoals bedoeld in het eerste lid te nemen, legt het Algemeen Bestuur een dergelijk geschil om advies voor aan een door het Algemeen Bestuur in te stellen geschillencommissie, zulks met inachtneming van het bepaalde in lid 3 en 4. Het Algemeen Bestuur kan regels stellen voor het functioneren van de geschillencommissie.
3. De geschillencommissie hoort de bij dat geschil betrokken besturen en brengt advies uit aan de bij dat geschil betrokken besturen over de mogelijkheden partijen tot overeenstemming te brengen. Een afschrift van dit advies wordt toegezonden aan het Algemeen Bestuur.
4. Indien, nadat het advies van de geschillencommissie is uitgebracht, de bij het geschil betrokken besturen alsnog niet blijken tot overeenstemming te komen, wordt het advies van de geschillencommissie toegezonden aan Gedeputeerde Staten.
1. De regeling heeft een looptijd tot 1 januari 2030.
2. De werkingsduur van de regeling kan bij besluit van de raden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Barendrecht, Ridderkerk en Rotterdam, ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft, worden verlengd.
XV Overgangs- en slotbepalingen
artikel 42. Tussentijdse benoeming leden Algemeen Bestuur, Dagelijks Bestuur en (Plaatsvervangend) Voorzitter
1. Voor zover van belang, in afwijking van artikel 9, lid 2 van deze regeling geschiedt de aanwijzing van de leden van het Algemeen Bestuur voor de eerste zittingsperiode binnen één maand na de inwerkingtreding van deze regeling.
2. Voor zover van belang, in afwijking van artikel 14, lid 2 van deze regeling geschiedt de aanwijzing van de leden van het Dagelijks Bestuur voor de eerste zittingsperiode in de eerste vergadering van het Algemeen Bestuur.
3. Voor zover van belang, in afwijking van artikel 19, lid 3 van deze regeling geschiedt de aanwijzing van de Voorzitter en de Plaatsvervangend voorzitter voor de eerste zittingsperiode in de eerste vergadering van het Algemeen Bestuur.
artikel 43. Niet-voorziene gevallen
In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, wordt, voor zover wet- en regelgeving zich daartegen niet verzet, door het Algemeen Bestuur een voorziening getroffen.
artikel 44. Inwerkingtreding van de regeling
1. De deelnemende gemeente waar de zetel van het openbaar lichaam GR Nieuw Reijerwaard is gevestigd, draagt zorg voor toezending van de regeling aan Gedeputeerde Staten.
2. Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand volgende op de maand waarin de bekendmakingen zoals bedoeld in artikel 26, tweede lid Wet gemeenschappelijke regelingen hebben plaatsgevonden.
De regeling kan worden aangehaald als “Gemeenschappelijke Regeling Nieuw Reijerwaard”.
artikel 46. Overgangsbepalingen
1. De begroting wordt voor de eerste maal vastgesteld voor de periode aanvangende op de dag waarop de regeling in werking treedt, tot het einde van het kalenderjaar dan wel, indien het Algemeen Bestuur daartoe besluit, tot het einde van het volgende kalenderjaar.
2. De eerste rekening heeft betrekking op de periode waarvoor de eerste begroting geldt.
Bijlage I - Rechtsgebied regeling
Grens GR Nieuw Reijerwaard: Het grensgebied omvat de grenzen van het inpassingsplan Nieuw Reijerwaard, zoals dat op 26 juni 2013 is vastgesteld door de Provinciale Staten van Zuid Holland.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2015-49279.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.