Artikel 4 Belangen
De veiligheidsregio behartigt de belangen van de deelnemende gemeenten op de volgende terreinen:
- a.
- b.
geneeskundige hulpverlening;
- c.
rampenbestrijding en crisisbeheersing;
- d.
het voorzien in een gemeenschappelijke meldkamer.
Artikel 5 Taken veiligheidsregio
- 1.
Ter behartiging van de in artikel 4 genoemde belangen is de veiligheidsregio, gelet op de artikelen 10, 14, 15, 16 en 17 van de Wet veiligheidsregio’s en artikel 6, tweede lid van de Wet publieke gezondheid belast met de volgende wettelijke taken:
- a.
het inventariseren van risico’s van branden, rampen en crisis;
- b.
het adviseren van het bevoegd gezag over risico's van branden, rampen en crises in de bij of krachtens de wet aangewezen gevallen alsmede in de gevallen die in het beleidsplan zijn bepaald;
- c.
het adviseren van het college van burgemeester en wethouders over de brandweerzorg;
- d.
het voorbereiden op de bestrijding van branden en het organiseren van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing;
- e.
het instellen en in stand houden van een brandweer;
- f.
het instellen en in stand houden van een GHOR;
- g.
het voorzien in de meldkamerfunctie;
- h.
het aanschaffen en beheren van gemeenschappelijk materieel;
- i.
het inrichten en in stand houden van de informatievoorziening binnen de diensten van de veiligheidsregio en tussen deze diensten en de andere diensten en organisaties die betrokken zijn bij de onder d, e, f en g genoemde taken;
- j.
het vaststellen van het risicoprofiel;
- k.
het tenminste één maal in de vier jaar vaststellen van een beleidsplan;
- l.
het tenminste één maal in de vier jaar vaststellen van een crisisplan;
- m.
het vaststellen van rampbestrijdingsplannen voor zover dit bij Algemene maatregel van Bestuur voorgeschreven is;
- n.
het zorg dragen voor de voorbereiding op de bestrijding van een epidemie van een infectieziekte behorend tot groep A, als bedoeld in artikel 1 onder e Wet publieke gezondheid alsmede op de bestrijding van een nieuw subtype humaan influenzavirus, waarbij ernstig gevaar voor de volksgezondheid bestaat.
- 2.
De veiligheidsregio is tevens belast met de volgende taken:
- a.
advisering van de deelnemende gemeenten bij een verbetering van de kwaliteit van de gemeentelijke rampbestrijdingstaken;
- b.
advisering bij evenementenvergunningen;
- c.
alle overige door het Algemeen Bestuur van de veiligheidsregio te bepalen taken.
Artikel 6 Bevoegdheden veiligheidsregio
Aan de veiligheidsregio worden alle bevoegdheden tot regeling, bestuur en beheer overgedragen die nodig zijn voor de uitvoering van de aan de veiligheidsregio toegekende taken.
Artikel 7 Dienstverleningsovereenkomsten
- 1.
De colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten kunnen, afzonderlijk of tezamen, andere taken of bevoegdheden opdragen aan het bestuur van de veiligheidsregio, voor zover deze taken binnen het belang van de regeling vallen, als omschreven in artikel 4.
- 2.
De uitoefening van de in het eerste lid bedoelde taken en bevoegdheden geschiedt op basis van een dienstverleningsovereenkomst tussen de veiligheidsregio en de gemeente of gemeenten die het aangaat. In deze dienstverleningsovereenkomst wordt neergelegd welke prestaties de veiligheidsregio zal leveren, de kosten die integraal bij de betreffende gemeente(n) in rekening worden gebracht en de voorwaarden waaronder tot uitvoering van de taken en bevoegdheden wordt overgegaan.
Hoofdstuk 3 Algemeen Bestuur
Artikel 8 Samenstelling Algemeen Bestuur
- 1.
Het Algemeen Bestuur van de veiligheidsregio bestaat uit de burgemeesters van de deelnemende gemeenten.
- 2.
Bij verhindering of ontstentenis kan een burgemeester zich laten vervangen overeenkomstig artikel 77 van de Gemeentewet.
Artikel 8a Taken en bevoegdheden Algemeen Bestuur
- 1.
Alle bevoegdheden die niet bij of krachtens de wet of deze regeling aan een ander bestuursorgaan zijn opgedragen behoren aan het Algemeen Bestuur.
- 2.
Het Algemeen Bestuur kan besluiten tot oprichting van of deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen. Het Algemeen Bestuur kan slechts daartoe besluiten indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang. Het besluit wordt niet genomen dan nadat de raden van de deelnemende gemeenten een ontwerpbesluit is toegezonden en in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het Algemeen Bestuur te brengen.
- 3.
Het Algemeen Bestuur kan aan het Dagelijks Bestuur bevoegdheden overdragen, tenzij de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet. De volgende bevoegdheden worden in ieder geval niet overgedragen:
- a.
het vaststellen en wijzigen van de begroting;
- b.
het vaststellen en wijzigen van de jaarrekening;
- c.
het vaststellen, wijzigen of intrekken van verordeningen door strafbepalingen of bestuursdwang te handhaven;
- d.
het vaststellen van het beleidsplan, bedoeld in artikel 14 van de Wet veiligheidsregio’s;
- e.
het vaststellen van een risicoprofiel, bedoeld in artikel 15 van de Wet veiligheidsregio’s;
- f.
het vaststellen van een crisisplan, bedoeld in artikel 16 van de Wet veiligheidsregio’s;
- g.
de oprichting van of deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen dan wel het ontbinden daarvan of het beëindigen van de deelneming daarin.
Artikel 9 Werkwijze Algemeen Bestuur
- 1.
Het Algemeen Bestuur vergadert overeenkomstig artikel 22 van de wet.
- 2.
De hoofdofficier van justitie en een vertegenwoordiger van de waterschappen, die door de voorzitters van de waterschappen, die binnen het grondgebied van de veiligheidsregio zijn gelegen, uit hun midden, is aangewezen, en de algemeen directeur veiligheidsregio worden in ieder geval uitgenodigd deel te nemen aan de vergadering. Deze functionarissen mogen deelnemen aan de beraadslaging, maar hebben geen stemrecht.
- 3.
De overige leden van de Veiligheidsdirectie, als bedoeld in artikel 20, tweede lid, onder a of de aangewezen vervangers kunnen door de voorzitter worden uitgenodigd deel te nemen aan de vergadering. De voorzitter nodigt andere functionarissen wier aanwezigheid in verband met de te behandelen onderwerpen van belang is uit deel te nemen aan de vergadering. De leden van de Veiligheidsdirectie en de andere genodigde functionarissen mogen deelnemen aan de beraadslaging, maar hebben geen stemrecht.
- 4.
De commissaris van de Koning wordt uitgenodigd om bij de vergadering aanwezig te zijn en kan zich laten vertegenwoordigen. De commissaris van de Koning of zijn vertegenwoordiger heeft geen stemrecht.
- 5.
De vergaderingen van het Algemeen Bestuur zijn openbaar, tenzij met in achtneming van artikel 22 van de wet wordt besloten de deuren te sluiten. In een besloten vergadering kan niet worden besloten over:
- a.
het vaststellen of wijzigen van de begroting;
- b.
het vaststellen van de rekening;
- c.
het vaststellen, wijzigen of intrekken van algemeen verbindende verordeningen door strafbepalingen of bestuursdwang te handhaven;
- d.
het oprichten van of deelnemen in stichtingen, maatschappen, vennootschappen en coöperatieve en andere verenigingen, dan wel het ontbinden daarvan of het beëindigen van deelneming daaraan;
- e.
het tenminste één maal in de vier jaar vaststellen van een beleidsplan, als bedoeld in artikel 14 van de Wet veiligheidsregio’s;
- f.
het tenminste één maal in de vier jaar vaststellen van een crisisplan als bedoeld in artikel 16 van de Wet veiligheidsregio’s.
Artikel 10 Besluitvorming Algemeen Bestuur
- 1.
De besluiten van het Algemeen Bestuur worden genomen bij meerderheid van stemmen. Indien de stemmen staken, geeft de stem van de voorzitter de doorslag.
- 2.
Elk lid van het Algemeen Bestuur heeft in de vergadering één stem.
- 3.
In afwijking van het tweede lid bedraagt, voor besluiten tot vaststelling van de begroting, begrotingswijzigingen, jaarrekening en het beleidsplan als bedoeld in artikel 14 van de Wet veiligheidsregio’s, het aantal stemmen dat elk lid van het Algemeen Bestuur kan uitbrengen, één stem per 50.000 inwoners of een gedeelte daarvan, van de gemeente die door het lid wordt vertegenwoordigd.
- 4.
Een voorstel tot vaststelling van de begroting, begrotingswijzigingen, jaarrekening en het beleidsplan als bedoeld in artikel 14 van de Wet veiligheidsregio’s wordt aangehouden, indien de stemming met één stem per 50.000 vertegenwoordigde inwoners of een gedeelte daarvan, een ander besluit oplevert c.q. zou opleveren dan een stemming met één stem voor elk lid van het Algemeen Bestuur.
- 5.
In een situatie als bedoeld in het vorige lid wordt het voorstel tot vaststelling binnen de periode van één maand opnieuw voor besluitvorming aangeboden, waarbij elk lid van het Algemeen Bestuur één stem per 50.000 vertegenwoordigde inwoners of een gedeelte daarvan uit kan brengen. Op het aldus genomen besluit is het vorige lid niet van toepassing.
- 6.
Voor de vaststelling van het aantal inwoners van de deelnemende gemeenten wordt uitgegaan van de per 1 januari van het voorafgaande jaar door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers.
Hoofdstuk 4 Dagelijks Bestuur
Artikel 11 Samenstelling Dagelijks Bestuur
- 1.
Het Dagelijks Bestuur bestaat uit de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en tenminste drie en ten hoogste vijf andere leden, aan te wijzen door en uit het Algemeen Bestuur met in achtneming van het bepaalde in artikel 15. Het Algemeen Bestuur houdt bij de samenstelling rekening met een representatieve vertegenwoordiging vanuit de deelnemende gemeenten.
- 2.
Het lid van het Dagelijks Bestuur dat ontslag neemt blijft in functie tot de eerstvolgende vergadering van het Algemeen Bestuur.
- 3.
Een lid, met uitzondering van de voorzitter, kan worden ontslagen, indien hij het vertrouwen niet meer bezit van het Algemeen Bestuur.
- 4.
Bij bijzondere omstandigheden kan het Algemeen Bestuur kan uit zijn midden een tijdelijke plaatsvervanger voor een lid van het Dagelijks Bestuur aanwijzen.
Artikel 12 Taken en bevoegdheden Dagelijks Bestuur
- 1.
Het Dagelijks Bestuur is belast met en bevoegd tot:
- a.
het voeren van het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam, voor zover niet bij of krachtens de wet of de regeling het Algemeen Bestuur hiermee is belast;
- b.
het voorbereiden en uitvoeren van beslissingen van het Algemeen Bestuur;
- c.
het vaststellen van regels over de ambtelijke organisatie van het openbaar lichaam;
- d.
het benoemen, schorsen en ontslaan van ambtenaren;
- e.
het nemen van besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen, met uitzondering van privaatrechtelijke rechtshandelingen als bedoeld in artikel 31a van de wet;
- f.
het nemen van besluiten namens het openbaar lichaam, het Dagelijks Bestuur, of het Algemeen Bestuur rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij het Algemeen Bestuur, voor zover het het bestuur aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist;
- g.
het nemen, ook alvorens besloten is tot het voeren van een rechtsgeding, van alle conservatoire maatregelen en het doen wat nodig is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht of bezit;
- h.
het voorstaan van de belangen van de veiligheidsregio bij andere overheden, instellingen of personen, waarmee contact voor de veiligheidsregio van belang is;
- i.
de zorg voor het beheer van inkomsten en uitgaven van de veiligheidsregio;
- j.
de zorg, voor zover deze niet aan anderen toekomt, voor de controle op het geldelijk beheer en de boekhouding;
- k.
het houden van toezicht op alles wat de veiligheidsregio aangaat;
- l.
de zorg voor de archiefbescheiden van de veiligheidsregio en haar organen.
- 2.
Het Dagelijks Bestuur oefent verder, voor zover het Algemeen Bestuur daartoe besluit, de aan het Algemeen Bestuur wettelijke toegekende of krachtens deze regeling toevallende bevoegdheden uit.
- 3.
Het Algemeen Bestuur kan regels stellen inzake de wijze waarop het Dagelijks Bestuur de haar toegewezen taken uitvoert en bevoegdheden uitoefent.
- 4.
Het Dagelijks Bestuur kan een of meer leden van het Dagelijks Bestuur machtigen tot uitoefening van een of meer van zijn bevoegdheden, tenzij de regeling waarop de bevoegdheid steunt zich daartegen verzet.
Artikel 13 Werkwijze Dagelijks Bestuur
- 1.
Op het houden en de orde van de vergadering van het Dagelijks Bestuur zijn de artikelen 52, 53 en 54 tot en met 60 van de Gemeentewet, voor zover daarvan niet bij of krachtens wet wordt afgeweken, van overeenkomstige toepassing.
- 2.
De leden van de Veiligheidsdirectie worden uitgenodigd deel te nemen aan de vergadering. Zij mogen deelnemen aan de beraadslaging, maar hebben geen stemrecht.
Artikel 14 Besluitvorming Dagelijks Bestuur
- 1.
Elk lid van het Dagelijks Bestuur heeft in de vergadering één stem.
- 2.
De besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen. Indien de stemmen staken geeft de stem van de voorzitter de doorslag.
Hoofdstuk 5 Voorzitter
Artikel 15 Aanwijzing en vervanging voorzitter
- 1.
De voorzitter van de veiligheidsregio wordt overeenkomstig artikel 11, tweede lid van de Wet veiligheidsregio’s bij Koninklijk Besluit benoemd.
- 2.
De voorzitter kan uitsluitend bij Koninklijk Besluit worden geschorst en ontslagen.
- 3.
Het Algemeen Bestuur stelt een regeling vast voor de vervanging van de voorzitter bij afwezigheid.
Artikel 16 Taken en bevoegdheden voorzitter
- 1.
De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur en draagt er zorg voor dat de besluiten van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur naar behoren worden uitgevoerd.
- 2.
De voorzitter vertegenwoordigt de veiligheidsregio in en buiten rechte. Hij kan de vertegenwoordiging opdragen aan een door hem aan te wijzen persoon.
- 3.
De voorzitter tekent de stukken die van het Algemeen en Dagelijks Bestuur uitgaan.
- 4.
Artikel 170, eerste lid van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 6 Commissies
Artikel 17 Commissies van advies
- 1.
Het Algemeen Bestuur kan commissies van advies instellen als bedoeld in artikel 24 van de wet.
- 2.
Het Algemeen Bestuur regelt de bevoegdheden en de samenstelling van deze commissies.
Artikel 18 Bestuurscommissies
- 1.
Het Algemeen Bestuur kan commissies instellen met het oog op de behartiging van bepaalde belangen als bedoeld in artikel 25 van de wet.
- 2.
Het Algemeen Bestuur regelt de bevoegdheden en de samenstelling van deze commissies.
Hoofdstuk 7 Ambtelijke organisatie
Artikel 19 De algemeen directeur
- 1.
Er is een Algemeen Directeur, die door het Algemeen Bestuur wordt benoemd, geschorst en ontslagen.
- 2.
De Algemeen Directeur is tevens secretaris van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur, ondertekent mede de stukken die van het Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur uitgaan en zorgt, voor zover nodig, voor bekendmaking van de genomen besluiten.
- 3.
Het Algemeen Bestuur kan een instructie vaststellen voor de Algemeen Directeur.
Artikel 20 Organisatiebesluit
- 1.
Het Dagelijks Bestuur neemt een besluit betreffende de inrichting van de ambtelijke organisatie van de veiligheidsregio.
- 2.
In het besluit worden in ieder geval de volgende zaken geregeld:
- a.
de samenstelling van een veiligheidsdirectie onder leiding van de Algemeen Directeur;
- b.
de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de veiligheidsdirectie en de Algemeen Directeur;
- c.
de inrichting van de organisatie in diensten en organisatieonderdelen, waaronder brandweer, GHOR en meldkamer;
- d.
op welke wijze wordt voorzien in het management van de diensten en organisatieonderdelen;
- e.
de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van het management van de diensten en organisatieonderdelen.
Artikel 21 Arbeidsvoorwaardenregeling
Het Dagelijks Bestuur stelt de arbeidsvoorwaardenregeling vast voor het personeel van de veiligheidsregio.
Hoofdstuk 8 Inlichtingen, verantwoording
Artikel 22 Inlichtingen en verantwoording Algemeen Bestuur
- 1.
Het Algemeen Bestuur geeft de raden alle inlichtingen die de raden voor de uitoefening van hun taak nodig hebben.
- 2.
Het Algemeen Bestuur geeft schriftelijk de door een of meer leden van de raden gevraagde inlichtingen.
- 3.
Een lid van het Algemeen Bestuur geeft het college en de raad van zijn gemeente de door een of meer leden van die organen gevraagde inlichtingen. De inlichtingen kunnen schriftelijk of mondeling worden gegeven.
- 4.
Een lid van het Algemeen Bestuur is verantwoording verschuldigd aan de raad en het college van zijn gemeente over het door hem in het Algemeen Bestuur gevoerde beleid.
- 5.
Een lid van het Algemeen Bestuur geeft geen inlichtingen en legt geen verantwoording af over zaken waaromtrent krachtens artikel 23 van de wet geheimhouding is opgelegd, behoudens na opheffing van de geheimhouding door het Algemeen Bestuur.
- 6.
Het vijfde lid is niet van toepassing indien krachtens artikel 25 Gemeentewet geheimhouding is opgelegd
Artikel 23 Inlichtingen en verantwoording Dagelijks Bestuur
- 1.
Het Dagelijks Bestuur geeft het Algemeen Bestuur alle inlichtingen die het Algemeen Bestuur voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft.
- 2.
Het Dagelijks Bestuur geeft schriftelijk de door een of meer leden van de raden gevraagde inlichtingen.
- 3.
Het Dagelijks Bestuur en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan het Algemeen Bestuur verantwoording schuldig over het door het Dagelijks Bestuur gevoerde bestuur.
Artikel 24 Inlichtingen aan Minister en Provincie
- 1.
Het Dagelijks Bestuur dient Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het provinciebestuur desgevraagd van bericht en raad.
- 2.
Het Dagelijks Bestuur doet mededeling van het verzoek en de inhoud daarvan aan de deelnemende gemeenten.
Hoofdstuk 9 Financiële bepalingen
Artikel 25 Financiële voorschriften
- 1.
Het Algemeen Bestuur stelt regels vast met betrekking tot de organisatie van de financiële administratie en van het beheer van de geldmiddelen, met inachtneming van de artikelen 186 tot en met 215 van de Gemeentewet.
- 2.
De veiligheidsregio draagt zorg voor het afsluiten van een aansprakelijkheidsverzekering voor schade aan personen en goederen alsmede voor vermogensschade.
- 3.
De aan de regeling deelnemende gemeenten zullen er zorg voor dragen dat de veiligheidsregio over voldoende middelen beschikt om aan alle verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen, mits de veiligheidsregio binnen de door het Algemeen Bestuur vastgestelde kaders blijft.
Artikel 26 Kaders en begroting
- 1.
Het Dagelijks Bestuur zendt voor 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders aan de raden van de deelnemende gemeenten.
- 2.
Het Dagelijks Bestuur zendt de ontwerp-begroting ten minste acht weken voordat zij aan het Algemeen Bestuur wordt aangeboden toe aan de raden van de deelnemende gemeenten. Indien de ontwerpbegroting voor 15 april wordt aangeboden kunnen de kaders als bedoeld in het eerste lid hierin worden verwerkt.
- 3.
De ontwerpbegroting wordt door de zorg van de besturen van de deelnemende gemeenten voor een ieder ter inzage gelegd en, tegen betaling van de kosten, algemeen verkrijgbaar gesteld.
- 4.
De raden van de deelnemende gemeenten kunnen bij het Dagelijks Bestuur hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren brengen. Het Dagelijks Bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de ontwerpbegroting, zoals deze aan het Algemeen Bestuur wordt aangeboden.
- 5.
De ontwerpbegroting vermeldt de door elke gemeente verschuldigde bijdragen voor het begrotingsjaar.
- 6.
Voor zover de bijdragen opgenomen in de ontwerpbegroting worden berekend aan de hand van de inwoneraantallen van de gemeenten, wordt uitgegaan van het aantal inwoners volgens de door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers per 1 januari van het jaar, voorafgaande aan dat, waarvoor de bijdrage verschuldigd is.
- 7.
Het Algemeen Bestuur stelt de begroting vast in het jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dient.
- 8.
Nadat deze is vastgesteld zendt het Algemeen Bestuur de begroting aan de raden van de deelnemende gemeenten, die ter zake bij Gedeputeerde Staten hun zienswijze naar voren kunnen brengen.
- 9.
Het Dagelijks Bestuur zendt de begroting binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval vóór 1 augustus van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, aan Gedeputeerde Staten.
- 10.
Het bepaalde in het tweede, vierde en negende lid is van overeenkomstige toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting.
Artikel 27 Jaarrekening
- 1.
Het Algemeen Bestuur stelt de jaarrekening vast in het jaar, volgend op het jaar waarop deze betrekking heeft.
- 2.
Het Dagelijks Bestuur zendt de voorlopige jaarrekening voor 15 april van het jaar volgend op het jaar waarop deze betrekking heeft aan de raden van de deelnemende gemeenten.
- 3.
Het Dagelijks Bestuur zendt de jaarrekening binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval vóór 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft, aan Gedeputeerde Staten en de deelnemende gemeenten.
- 4.
Het Algemeen Bestuur stelt jaarlijks een controleprotocol vast als basis voor de accountantscontrole op de jaarrekening.
Hoofdstuk 10 Archief
Artikel 28 Het archief
- 1.
Het Dagelijks Bestuur is belast met de zorg voor de archiefbescheiden van de Veiligheidsregio en haar organen, overeenkomstig een door het Algemeen Bestuur vast te stellen regeling. Deze regeling wordt door het Algemeen Bestuur aan Gedeputeerde Staten medegedeeld.
- 2.
De secretaris van het Dagelijks Bestuur is belast met het beheer van de archiefbescheiden, bedoeld in het eerste lid overeenkomstig de door het Dagelijks Bestuur vast te stellen nadere regeling.
- 3.
Voor de bewaring van de op grond van artikel 12 van de Archiefwet 1995 over te brengen archiefbescheiden wijst het Dagelijks Bestuur een archiefbewaarplaats aan.
- 4.
De beheerder van de in het vorige lid aan te wijzen archiefbewaarplaats oefent overeenkomstig de regeling als bedoeld in het eerste lid toezicht uit op het beheer van de archiefbescheiden van de veiligheidsregio en haar organen, voor zover deze archiefbescheiden niet zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats.
Hoofdstuk 11 Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing
Artikel 29 Toetreding en uittreding
- 1.
Toe- en uittreding van gemeenten tot deze regeling is slechts mogelijk na wijziging van de indeling van gemeenten in regio´s als bedoeld in artikel 8 van de Wet veiligheidsregio´s.
- 2.
Het Algemeen Bestuur regelt de gevolgen van de toetreding of de uittreding en kan hieraan voorwaarden verbinden.
Artikel 30 Wijziging
De regeling kan worden gewijzigd bij daartoe strekkende besluiten van tenminste twee derde van de deelnemende gemeenten.
Artikel 31 Opheffing
- 1.
De gemeenschappelijke regeling kan niet worden opgeheven, tenzij dit door een wijziging van artikel 8 jo. artikel 9 van de Wet veiligheidsregio´s mogelijk wordt. Opheffing geschiedt in dat geval bij daartoe strekkende besluiten van tenminste twee derde van de deelnemende gemeenten.
- 2.
Ingeval van opheffing van de gemeenschappelijke regeling besluit het Algemeen Bestuur tot liquidatie en stelt daarvoor de nodige regelen. Daarbij kan van de bepalingen van deze regeling worden afgeweken.
- 3.
Het liquidatieplan wordt door het Algemeen Bestuur, nadat de raden van de deelnemende gemeenten hun zienswijze hebben kunnen inbrengen, vastgesteld.
- 4.
Het liquidatieplan voorziet ook in de gevolgen die de beëindiging heeft voor het personeel.
- 5.
Het liquidatieplan geeft regels voor de wijze waarop de deelnemende gemeenten, voor zover het saldo ontoereikend is, zorg dragen voor de nakoming van de verplichtingen van het samenwerkingsverband.
- 6.
Het Dagelijks Bestuur is belast met de uitvoering van de liquidatie.
- 7.
Het definitieve afwikkelingsvoorstel voor de liquidatie en de bijbehorende vereffening naar de deelnemers (inclusief accountantsverklaring) wordt door het Algemeen Bestuur op voordracht van het Dagelijks Bestuur vastgesteld.
- 8.
De organen van de veiligheidsregio blijven ook na het tijdstip van opheffing in functie, totdat de liquidatie volledig is voltooid.
Hoofdstuk 12 Slotbepalingen
Artikel 32 Duur van de regeling
De gemeenschappelijke regeling wordt getroffen voor onbepaalde tijd.
Artikel 33 Toezending en bekendmaking
Het gemeentebestuur van de gemeente Tilburg draagt zorg voor bekendmaking van het besluit tot vaststelling van de regeling, van de besluiten tot wijziging en opheffing van de regeling en van besluiten tot toetreding en uittreding in de Staatscourant en stuurt deze besluiten naar Gedeputeerde Staten.
Artikel 34 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2016 onverminderd het bepaalde in artikel 26, derde lid van de wet.
Artikel 35 Citeertitel
Deze regeling kan worden aangehaald als “GR Veiligheidsregio MWB”.
Aldus vastgesteld door de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Aalburg, Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Bergen op Zoom, Breda, Dongen, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Gilze, en Rijen, Goirle, Halderberge, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Moerdijk, Oisterwijk, Oosterhout, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Tilburg, Waalwijk, Werkendam, Woensdrecht, Woudrichem en Zundert en bevestigd door het Algemeen Bestuur in zijn vergadering van 5 november 2015.
De secretaris,
N.van Mourik,
De voorzitter,
P.Noordanus