De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op de artikelen 3, eerste en vierde lid, 5 en 8, eerste lid, van de Kaderwet
SZW-subsidies;
Besluit:
ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE SUBSIDIEREGELING ESF 2007–2013 (HERZIEN)
De Subsidieregeling ESF 2007–2013 (herzien) wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b
door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:
-
c. Actie Jeugd 1, voor zover de aanvraag door de minister is ontvangen in de periode
van 2 december 2013 tot en met 17 januari 2014, bedraagt in afwijking van het eerste
lid 60% van de subsidiabele kosten. Het in de beschikking tot subsidieverlening vermelde
maximumbedrag wordt ambtshalve verhoogd overeenkomstig het subsidiepercentage van
60%.
2. Het derde lid komt te luiden:
-
3. De subsidie wordt verlaagd met het meerdere indien de subsidieaanvrager krachtens
een overeenkomst dan wel een toezegging als bedoeld in artikel 8, achtste lid, jegens
een derde aanspraak heeft op betaling van een bedrag dat meer bedraagt dan:
-
a. 60% van de subsidiabele kosten ter zake van de uitvoering van een gesubsidieerd project
als bedoeld in het eerste lid;
-
b. 25% van de subsidiabele kosten ter zake van de uitvoering van een gesubsidieerd project
als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a;
-
c. 50% van de subsidiabele kosten ter zake van de uitvoering van een gesubsidieerd project
als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b;
-
d. 40% van de subsidiabele kosten ter zake van de uitvoering van een gesubsidieerd project
als bedoeld in het tweede lid, onderdeel c.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
4. Het derde lid is van overeenkomstige toepassing indien de subsidieaanvrager bij zijn
subsidieaanvraag een schriftelijke toezegging heeft gedaan dat hij een bedrag voor
zijn rekening zal nemen dat meer bedraagt dan het bij het project behorende percentage,
bedoeld in het derde lid, onderdelen a tot en met d.
B
In artikel 13, eerste lid, onderdeel a, wordt na eindverantwoording’ ingevoegd: doch
uiterlijk op 31 december 2015.
C
In bijlage 1 wordt in artikel J3, onderdeel e, ‘€ 44.000.000,–’ vervangen door: € 61.600.000,–.
D
In bijlage 1 wordt artikel J6 als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
2. In afwijking van het eerste lid, onderdeel b, heeft een project in het kader van
Actie Jeugd 1 als bedoeld in artikel J2, eerste lid, een duur tot uiterlijk 1 november
2015, indien de aanvraag door de minister is ontvangen in de periode van 2 december
2013 tot en met 17 januari 2014. De duur van de subsidieverlening wordt ambtshalve
tot 1 november 2015 verlengd.
E
Bijlage 5 komt te luiden:
BIJLAGE 5. BEHOREND BIJ ARTIKEL J5, DERDE LID, VAN DE REGELING VAN DE STAATSSECRETARIS
VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 24 AUGUSTUS 2009, NR. R&P/RA/2009/17756,
TOT DE BESTEDING VAN GELDEN UIT HET EUROPEES SOCIAAL FONDS 2007–2013 (SUBSIDIEREGELING
ESF 2007–2013 (HERZIEN))
Arbeidsmarktregio
|
Coördinerende gemeente
|
Subsidieplafond 2013–2015 (euro’s)
|
1. Groningen
|
Groningen
|
€ 4.332.811
|
2. Friesland
|
Leeuwarden
|
€ 3.128.400
|
3. Drenthe
|
Emmen
|
€ 1.415.448
|
4. Noord-Holland Noord
|
Alkmaar
|
€ 1.669.122
|
5. Zaanstreek/Waterland
|
Zaanstad
|
€ 937.500
|
6. Flevoland
|
Almere
|
€ 2.360.685
|
7. IJsselvechtstreek
|
Zwolle
|
€ 1.073.722
|
8. Kennemerland (Zuid)
|
Haarlem
|
€ 1.218.549
|
9. Amsterdam (Groot)
|
Amsterdam
|
€ 5.993.016
|
10. Gooi- en Vechtstreek
|
Hilversum
|
€ 685.200
|
11. Stedenvierkant
|
Apeldoorn
|
€ 1.923.900
|
12. Twente
|
Enschede
|
€ 2.502.066
|
13. Holland (Rijnland)
|
Leiden
|
€ 1.350.000
|
14. Utrecht (Oost)
|
Amersfoort
|
€ 749.250
|
15. Haaglanden
|
Den Haag
|
€ 3.691.650
|
16. Holland (Midden)
|
Gouda
|
€ 630.000
|
17. Utrecht (Midden)
|
Utrecht
|
€ 2.592.198
|
18. Gelderland (Midden)
|
Arnhem
|
€ 1.312.104
|
19. Achterhoek
|
Doetinchem
|
€ 1.067.286
|
20. Rijnmond
|
Rotterdam
|
€ 4.717.741
|
21. Drechtsteden
|
Dordrecht
|
€ 746.616
|
22. Rivierenland
|
Tiel
|
€ 630.000
|
23. Gelderland (Zuid)
|
Nijmegen
|
€ 1.615.068
|
24. Brabant (Noord-Oost)
|
‘s-Hertogenbosch
|
€ 1.889.859
|
25. Zeeland
|
Goes
|
€ 2.101.947
|
26. Brabant (West)
|
Breda
|
€ 2.008.800
|
27. Brabant (Midden)
|
Tilburg
|
€ 1.694.280
|
28. Limburg (Noord)
|
Venlo
|
€ 447.336
|
29. Brabant (Zuid-Oost)
|
Eindhoven
|
€ 1.547.239
|
30. Limburg (Zuid)
|
Heerlen
|
€ 2.758.500
|
31. Zuid-Holland (Centraal)
|
Zoetermeer
|
€ 1.158.784
|
32. Food Valley
|
Ede
|
€ 460.278
|
33. Gorinchem
|
Gorinchem
|
€ 350.400
|
34. Helmond-De Peel
|
Helmond
|
€ 832.500
|
Totaal
|
|
€ 61.592.255
|
ARTIKEL II. INWERKINGTREDING
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
ALGEMEEN
Deze wijziging van de Subsidieregeling ESF 2007–2013 (herzien) heeft betrekking op
de Actie Jeugd 1. Sinds januari 2014 lopen in het kader van de Actie Jeugd 1 projecten
bij 34 centrumgemeenten. Het bestrijden van jeugdwerkloosheid vergt een voortdurende
inzet. Daarom wordt de mogelijkheid geboden de looptijd van de projecten met enkele
maanden te verlengen tot uiterlijk 1 november 2015 en wordt de ESF-bijdrage per project
verhoogd van 40% naar 60% voor alle centrumgemeenten die deelnemen aan dit aanvraagtijdvak.
Gemeenten krijgen door deze extra looptijd en financiële armslag meer mogelijkheden
om hun projecten ten volle te realiseren.
ARTIKELSGEWIJS
ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE SUBSIDIEREGELING ESF 2007–2013 (HERZIEN)
Onderdeel A (artikel 12)
Het subsidiepercentage voor de projecten Actie Jeugd 1 met betrekking tot het aanvraagtijdvak
van 2 december 2013 tot en met 17 januari 2014 wordt verhoogd van 40% naar 60%. Met
betrekking tot dit aanvraagtijdvak zijn reeds beschikkingen tot subsidieverlening
gegeven, waarin een maximumbedrag staat vermeld dat is gebaseerd op het eerder genoemde
subsidiepercentage van 40%. De subsidieontvangers bij de desbetreffende projecten
zullen op grond van het tweede lid, onderdeel c, een aangepaste beschikking tot subsidieverlening
ontvangen, waarin op basis van het verhoogde subsidiepercentage van 60% van de subsidiabele
kosten het bijbehorende maximale subsidiebedrag zal worden opgenomen. Ter illustratie:
in het geval de verlening € 600.000 (40% van totale subsidiabele kosten van € 1.500.000)
was, wordt de verlening € 900.000 (60% van € 1.500.000). Het derde lid is aangepast
aan de toevoeging van het tweede lid, onderdeel c, waarbij uit redactionele overwegingen
een vierde lid is toegevoegd.
Onderdeel B (artikel 13)
Op grond van artikel 56, eerste lid, van de Verordening (EG) nr. 2006/1083 komen uitgaven
voor subsidie in aanmerking indien zij daadwerkelijk zijn betaald tussen 1 januari
2007 en 31 december 2015. Deze einddatum van 31 december 2015 wordt in de regeling
geëxpliciteerd. Dit betekent dat alle kosten uiterlijk op 31 december 2015 betaald
moeten zijn. Dit geldt bijvoorbeeld voor de eventuele kosten voor de totstandkoming
van een einddeclaratie.
Onderdeel C (bijlage 1, artikel J3)
Het plafond voor het beschikbare bedrag voor projecten Actie Jeugd 1 met betrekking
tot het aanvraagtijdvak van 2 december 2013 tot en met 17 januari 2014 wordt verhoogd
naar € 61.600.000,–.
Onderdeel D (bijlage 1, artikel J6)
De maximale looptijd van een project in het kader van Actie Jeugd 1 met betrekking
tot het aanvraagtijdvak van 2 december 2013 tot en met 17 januari 2014 wordt verlengd.
Oorspronkelijk bedroeg de looptijd maximaal achttien maanden, gerekend vanaf de indiening
van een volledige aanvraag. Het startmoment van de meeste projecten ligt daarmee tussen
2 december 2013 en eind januari 2014 en eindigt dus medio 2015. De maximale looptijd
wordt nu verlengd tot 1 november 2015. De beschikkingen tot subsidieverlening van
deze projecten worden ambtshalve aangepast. Hierbij wordt opgemerkt dat alle kosten,
waaronder ook kosten voor het opstellen van de einddeclaratie slechts subsidiabel
zijn tot en met 31 december 2015, indien deze kosten ook uiterlijk die datum zijn
betaald.
Onderdeel E (bijlage 5)
In deze bijlage zijn de maximaal beschikbare bedragen voor het verlenen van subsidie
in het kader van Actie Jeugd 1 voor aanvragen, ingediend in de periode van 2 december
2013 tot en met 17 januari 2014 per coördinerende gemeente opgehoogd. Hierbij zijn
de daadwerkelijk aan de coördinerende gemeenten verleende bedragen genomen als uitgangspunt
en verhoogd overeenkomstig het subsidiepercentage van 60%, genoemd in artikel 12,
tweede lid, onderdeel c.
ARTIKEL II. INWERKINGTREDING
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. In verband met het zo snel mogelijk geven
van een extra impuls aan de bestrijding van de jeugdwerkloosheid is afgeweken van
de vaste verandermomenten.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. Klijnsma