Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gorinchem | Staatscourant 2015, 48859 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gorinchem | Staatscourant 2015, 48859 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Een gemeenschappelijke regeling te treffen waarin een rechtspersoonlijkheid bezittende bedrijfsvoeringsorganisatie Reinigingsdienst Waardlanden wordt ingesteld als rechtsopvolger van de Gemeenschappelijke Regeling Reinigingsdienst Waardlanden
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Giessenlanden, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Leerdam, Molenwaard en Zederik, ieder voor zover zij voor de eigen gemeente bevoegd zijn;
de Gemeenschappelijke Regeling Reinigingsdienst Waardlanden een samenwerkingsverband is van de gemeenten ten aanzien van uitvoeringstaken op het gebied van reiniging, inzameling en verwijdering van afval
de Reinigingsdienst Waardlanden thans feitelijk wordt bestuurd door een gezamenlijk vergaderend en besluitend Algemeen en Dagelijks Bestuur en een directeur voor de dagelijkse aansturing van de organisatie, in de vorm van een raad van toezichtmodel
de gewijzigde Wet gemeenschappelijke regelingen hiervoor een nieuwe rechtsvorm introduceert: de bedrijfsvoeringsorganisatie, waarin één bestuur fungeert als raad van toezicht en stuurt op de directie, en de directie verantwoording aflegt aan het bestuur
het gewenst is de bestaande Gemeenschappelijke Regeling Reinigingsdienst Waardlanden te vereenvoudigen en te wijzigen in een gemeenschappelijke regeling voor een bedrijfsvoeringsorganisatie en in overeenstemming te brengen met de huidige wijze van besturen
een college van burgemeester en wethouders bevoegd is tot het treffen van een gemeenschappelijke
regeling in de vorm van een bedrijfsvoeringsorganisatie na toestemming van de gemeenteraad.
Hoofdstuk I. van de Wet gemeenschappelijke regelingen
artikel 32 van de Gemeenschappelijke Regeling Reinigingsdienst Waardlanden
de besluiten van de gemeenteraden van Giessenlanden, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Leerdam, Molenwaard en Zederik tot wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Reinigingsdienst Waardlanden in een bedrijfsvoeringsorganisatie en tot toestemming aan de respectievelijke colleges van burgemeester en wethouders op grond van artikel 1, tweede lid, Wet gemeenschappelijke regelingen tot het treffen van een gemeenschappelijke regeling voor een bedrijfsvoeringsorganisatie
HOOFDSTUK 3 Belang, doelstelling, taken en bevoegdheden
De bedrijfsvoeringsorganisatie behartigt de gemeenschappelijke en afzonderlijke uitvoeringstaken van de gemeenten op het gebied van reiniging, inzameling en verwijdering van afval. Het draagt zorg voor een zo doelmatig mogelijke uitvoering van deze taken en uitoefening van bevoegdheden op deze terreinen.
In het kader van haar doelstelling heeft de bedrijfsvoeringsorganisatie tot taak het inzamelen, verwijderen of het collectief doen inzamelen of doen verwijderen van huishoudelijke afvalstoffen ter voldoening van de bij of krachtens de Wet Milieubeheer aan de gemeente opgelegde verplichting. Tot deze taak behoort in ieder geval het dagelijks onderhoud en beheer van opstallen, brengstations en inzamelmiddelen en de zorg voor de verwerking van huishoudelijke afvalstoffen.
Het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie heeft voorts tot taak het op verzoek van een of meerdere gemeenten uitvoeren of doen uitvoeren van andere gemeentelijke uitvoeringstaken op het gebied van afvalstoffenverwijdering of reiniging, zoals bijvoorbeeld: zwerfafval, gladheidsbestrijding, graffitiverwijdering en ongediertebestrijding.
De bedrijfsvoeringsorganisatie heeft verder tot taak het inzamelen en verwijderen van bedrijfsafval. 5. Het bestuur is bevoegd tot het oprichten van en deelnemen in stichtingen, maatschappen,
vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, indien dat
in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van de belangen van de
Paragraaf 2 De voorzitter en de secretaris
1.Het bestuur benoemt aan het begin van elke zittingsperiode van het college een voorzitter en een
plaatsvervangend voorzitter. Bij aanvang van elke zittingsperiode besluit het bestuur over een
rooster van aan- en aftreden, zodanig dat het voorzitterschap rouleert over de deelnemende
2.De directeur van de bedrijfsvoeringsorganisatie is tevens secretaris van het bestuur.
HOOFDSTUK 5 De bevoegdheden van het bestuur
Paragraaf 2 De bevoegdheden van de voorzitter en de secretaris
bestuur kan het tekenen van bepaalde stukken opdragen aan de directeur van de
1.De voorzitter vertegenwoordigt de bedrijfsvoeringsorganisatie in en buiten rechte. Hij kan deze
vertegenwoordiging opdragen aan een door hem aangewezen gemachtigde. Indien de voorzitter partij is, of als bestuurder is aangewezen door de gemeente die partij is, in het geding waarbij de bedrijfsvoeringsorganisatie betrokken is, wordt de bedrijfsvoeringsorganisatie door een ander, door
het bestuur aan te wijzen lid van het bestuur vertegenwoordigd.
Paragraaf 3 Verantwoordingsplicht, verantwoordelijkheid van de leden van het bestuur en openbaarheid
4.Over al hetgeen de bedrijfsvoeringsorganisatie betreft dient het bestuur van de
bedrijfsvoeringsorganisatie Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het
provinciebestuur desgevraagd van bericht.
5.Het bestuur doet mededeling van het verzoek en de inhoud daarvan aan de colleges van de
Paragraaf 1 De werkwijze van de bestuursorganen
De directeur heeft de dagelijkse leiding over de bedrijfsvoeringsorganisatie en is
bevoegd tot het in dienst nemen, schorsen, treffen van disciplinaire maatregelen en ontslaan van
werknemers op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht, alsook het aanstellen, schorsen en
ontslaan van ambtenaren, met uitzondering van de controller.
De controller rapporteert, onverminderd zijn verantwoordelijkheid tot rapportage aan de directeur, rechtstreeks aan het bestuur in die gevallen waarin naar het oordeel van de controller de financiële continuïteit van de onderneming in gevaar dreigt te komen dan wel de algemeen geldende beginselen van behoorlijk (financieel) beheer in ruime mate overschreden worden.
HOOFDSTUK 10 Financiële bepalingen
Paragraaf 4 Gemeentelijke bijdragen
1. Iedere gemeente draagt jaarlijks bij in de kosten van de bedrijfsvoeringsorganisatie. Deze
bijdrage wordt berekend op basis van een door het bestuur vast te stellen verdeelsleutel.
De borgstelling van de gemeente met betrekking tot de voldoening van rente, aflossing en kosten van door de bedrijfsvoeringsorganisatie te sluiten vaste geldleningen alsmede van gelden die de bedrijfsvoeringsorganisatie in rekening-courant of bij wijze van geldlening zal opnemen, vind plaats naar evenredigheid van de stemverhouding zoals vastgesteld overeenkomstig artikel 11.
HOOFDSTUK 12 Toetreding, uittreding, wijziging, opheffing
1.Elk college kan, met toestemming van de gemeenteraad, bepalen dat de deelneming aan deze
regeling wordt opgezegd ingaande twee kalenderjaren na het verstrijken van het jaar waarin het besluit tot opzegging bij aangetekend schrijven aan het bestuur is bekend gemaakt.
2.Het bestuur regelt de financiële verplichtingen alsmede de overige gevolgen van de uittreding. In
afwachting van wederzijdse consensus omtrent de financiële verplichtingen regeling zal de uittreding niet worden geëffectueerd. Gedurende de periode tussen opzegging en effectuering daarvan is de opzeggende gemeente gehouden al haar verplichtingen na te komen.
3.De uittredende gemeente vergoedt de reële kosten die voortvloeien uit de uittreding vergoeden aan de bedrijfsvoeringsorganisatie. Hieronder vallen in ieder geval de aan de uittreding gerelateerde
3. kosten voor afvloeiing van personeel en van kapitaallasten voor materiële vaste activa.
Wijziging of opheffing van de regeling vindt plaats indien de colleges van ten minste twee derde
van de gemeenten daartoe, met instemming van de gemeenteraden, besluiten. Een
voorstel daartoe kan worden gedaan door het bestuur of door de colleges van ten minste twee
derde van de deelnemende gemeenten. In afwijking van artikel 9 lid 4 is voor wijziging of opheffing
nodig dat ten minste twee derde van het aantal colleges hiermee instemt.
In geval van opheffing van de regeling stelt het bestuur een regeling vast met betrekking tot de
gevolgen van de opheffing, daarbij rekening houdend met een minimale opheffingstermijn van 2
kalenderjaren volgend op het jaar waarin de beslissing is genomen. Deze regeling voorziet in elk geval in de verplichting van de gemeenten om alle rechten en verplichtingen van
de bedrijfsvoeringsorganisatie over de deelnemers te verdelen op een in de regeling te bepalen
Burgemeester en wethouders van Giessenlanden,
de secretaris, de burgemeester,
Burgemeester en wethouders van Gorinchem,
de secretaris, de burgemeester,
Burgemeester en wethouders van Hardinxveld-Giessendam,
de secretaris, de burgemeester,
Burgemeester en wethouders van Leerdam,
de secretaris, de burgemeester,
Burgemeester en wethouders van Molenwaard,
de secretaris, de burgemeester,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2015-48859.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.