Besluit van de directeur van het Centraal Planbureau van 5 januari 2015, houdende verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging voor het Centraal Planbureau 2015 (Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor het Centraal Planbureau 2015)

De directeur van het Centraal Planbureau,

Gelet op artikel 18 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 2015;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de directeur:

de directeur van het Centraal Planbureau;

b. de onderdirecteuren:

de onderdirecteuren van het Centraal Planbureau;

c. de sectorhoofden:

de sectorhoofden van het Centraal Planbureau;

d. de afdelingshoofden:

de hoofden van een afdeling van het Centraal Planbureau;

e. de directiesecretaris:

de directiesecretaris van het Centraal Planbureau;

f. de adjunct directiesecretaris:

de adjunct directiesecretaris van het Centraal Planbureau;

g. de personeelsfunctionaris:

de personeelsfunctionaris van het Centraal Planbureau;

h. de medewerker Bibliotheek:

de medewerker Bibliotheek van het Centraal Planbureau;

i. het bedrag:

het bedrag inclusief de verschuldigde omzetbelasting (BTW).

§ 2. Taakverdeling

Artikel 2

Aan de directeur is voorbehouden: het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van andere handelingen dan een besluit of een privaatrechtelijke handeling, betreffende:

  • a. onderwerpen die een of meer sectoren of een of meer afdelingen van zijn dienstonderdeel raken;

  • b. aangelegenheden:

    • 1°. ten aanzien waarvan de directeur in een incidenteel geval mededeling heeft gedaan dat zij door hem zullen worden behandeld, of

    • 2°. die door een sectorhoofd of afdelingshoofd aan de directeur ter afhandeling worden voorgelegd, tenzij zij naar het oordeel van de directeur door een ander sectorhoofd of afdelingshoofd moeten worden behandeld.

Artikel 3

  • 1. Aan de onderdirecteuren wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op hun werkterrein.

  • 2. Aan de onderdirecteuren wordt tevens, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings- en ouderschapsverlof;

    • c. het afhandelen van verzoeken inzake de opleiding van personeel;

    • d. het afhandelen van verzoeken ten aanzien van het gebruik van de eigen auto voor het maken van dienstreizen;

    • e. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • f. het afhandelen van verzoeken voor het bezoeken van seminars en congressen in binnen- en buitenland;

    • g. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnen en buiten de Europese Unie.

Artikel 4

  • 1. Aan de afdelingshoofden wordt, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op hun werkterrein, met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 50.000 per verplichting niet te boven gaat.

  • 2. Aan de sectorhoofden en afdelingshoofden wordt, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings- en ouderschapsverlof;

    • c. het afhandelen van verzoeken inzake de opleiding van personeel;

    • d. het afhandelen van verzoeken ten aanzien van het gebruik van de eigen auto voor het maken van dienstreizen;

    • e. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • f. het afhandelen van verzoeken voor het bezoeken van seminars en congressen in binnen- en buitenland;

    • g. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnen en buiten de Europese Unie.

Artikel 5

  • 1. Aan de directiesecretaris, de adjunct directiesecretaris, de medewerker Bibliotheek en de personeelsfunctionaris wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op hun werkterrein, met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 50.000 per verplichting niet te boven gaat.

  • 2. Aan de directiesecretaris en de personeelsfunctionaris wordt, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings- en ouderschapsverlof;

    • c. het afhandelen van verzoeken inzake de opleiding van personeel;

    • d. het afhandelen van verzoeken ten aanzien van het gebruik van de eigen auto voor het maken van dienstreizen;

    • e. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • f. het afhandelen van verzoeken voor het bezoeken van seminars en congressen in binnen- en buitenland;

    • g. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnen en buiten de Europese Unie.

§ 3. Vervanging

Artikel 6

  • 1. De uit dit besluit voortvloeiende bevoegdheden van het hoofd Informatie Technologie & Onder-zoeksondersteuning gaan in geval van zijn afwezigheid over op de personeelsfunctionaris.

  • 2. De uit dit besluit voortvloeiende bevoegdheden van de personeelsfunctionaris gaan in geval van zijn afwezigheid over op het hoofd Informatie Technologie & Onderzoeksondersteuning.

  • 3. De uit dit besluit voortvloeiende bevoegdheden van het hoofd Facilitaire Dienst gaan in geval van zijn afwezigheid over op de medewerker Bibliotheek.

  • 4. De uit dit besluit voortvloeiende bevoegdheden van de medewerker Bibliotheek gaan in geval van zijn afwezigheid over op het hoofd Facilitaire Dienst.

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor het Centraal Planbureau 2015.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 5 januari 2015

L.B.J. van Geest directeur van het Centraal Planbureau

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag van uitgifte van deze Staatscourant een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK ’s-Gravenhage.

Naar boven