Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst West-Holland, 9e wijziging

Logo Zuid-Holland

 

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

 

gelet op

artikel 51 en 53 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

artikel 42 van de Regeling Omgevingsdienst West-Holland en

gelezen

het voorstel van het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst West-Holland van 20 juli 2015;

gezien

de eensluidende besluiten van

 

de raad van van de gemeente Alphen a/d Rijn op 26 november 2015, burgemeester en wethouders en de burgemeester op 22 september 2015;

de raad van de gemeente Hillegom op 17 september 2015, burgemeester en wethouders en de burgemeester op 18 augustus 2015;

de raad van de gemeente Kaag en Braassem op 21 september 2015, burgemeester en wethouders en de burgemeester op 25 augustus 2015;

de raad van de gemeente Katwijk, burgemeester en wethouders en de burgemeester op 13 oktober 2015;

de raad van de gemeente Leiden op 10 november 2015, burgemeester en wethouders en de burgemeester op 29 september 2015;

de raad en de burgemeester van de gemeente Leiderdorp op 5 oktober 2015 en burgemeester en wethouders op 8 september 2015;

de raad van de gemeente Lisse op 29 oktober 2015, burgemeester en wethouders en de burgemeester op 24 november 2015;

de raad van de gemeente Nieuwkoop op 15 oktober 2015, burgemeester en wethouders en de burgemeester op 29 september 2015;

de raad van de gemeente Noordwijk op 10 september 2015, burgemeester en wethouders en de burgemeester op 18 augustus 2015;

de raad van de gemeente Oegstgeest op 29 oktober 2015, burgemeester en wethouders en de burgemeester op 16 september 2015;

de raad van de gemeente Teylingen, burgemeester en wethouders en de burgemeester op 24 september 2015;

de raad van de gemeente Zoeterwoude op 29 oktober 2015, burgemeester en wethouders en de burgemeester op 6 oktober 2015;

Provinciale Staten van Zuid-Holland op 11 november 2015 en Gedeputeerde Staten op 13 oktober 2015;

 

constateren

dat daarmee met de vereiste unanimiteit omtrent de wijziging van de Regeling Omgevingsdienst West-Holland als volgt is besloten:

 

Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst West-Holland, 9e wijziging

 

De raden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Oegstgeest, Teylingen, Zoeterwoude en Katwijk en gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland,

 

Overwegende dat:

  • -

    de Wet gemeenschappelijke regelingen is gewijzigd per 1 januari 2015;

  • -

    vanwege deze wetswijziging de Regeling van de Omgevingsdienst West-Holland uiterlijk voor 1 januari 2016 dient te worden aangepast;

  • -

    andere aanpassingen in de Regeling gewenst zijn,

     

Gelet op:

  • -

    artikel 51 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • -

    artikel 42 van de vigerende Regeling Omgevingsdienst West-Holland,

Besluiten:

De Regeling Omgevingsdienst West-Holland als volgt te wijzigen:

 

I

De Regeling Omgevingsdienst West-Holland wordt als volgt gewijzigd.

 

A.

Artikel 1, eerste lid, onder b komt te luiden:

b. deelnemers: het college van gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland en de burgemeesters, raden en colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten.

 

B.

In artikel 6, eerste lid onder b vervalt het onderdeel:

- Wet openbaarheid van bestuur

 

C.

Artikel 23, tweede lid, komt als volgt te luiden:

2. De Regionale Commissie Bezwaarschriften van de gemeenten Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Zoeterwoude en Servicepunt71 is bevoegd tot het adviseren van deelnemende gemeenten inzake ingediende bezwaarschriften tegen door de omgevingsdienst krachtens mandaat genomen besluiten.

 

D.

1.

Artikel 34, tweede lid komt als volgt te luiden:

2. Het dagelijks bestuur zendt de ontwerpbegroting, met de daarbij behorende aanbiedingsbrief en toelichting, acht weken voordat deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden voor zienswijze toe aan de raden van de gemeenten en aan provinciale staten.

 

2.

Onder vernummering van het derde en vierde lid tot vierde en vijfde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 3.

    Het totaal van de begroting vormt het autorisatieniveau voor begrotingswijzigingen. Indien noodzakelijk vinden begrotingswijzigingen plaats bij de eerste bestuursrapportage (hierna te noemen: “BURAP”) en/of de tweede BURAP. Het dagelijks bestuur zendt de ontwerp begrotingswijzigingen acht weken voordat deze aan het algemeen bestuur worden aangeboden voor zienswijze toe aan de raden van de gemeenten en aan provinciale staten. Het dagelijks bestuur hoeft dit niet te doen als:

  • 1.

    De bijdrage van de individuele deelnemers niet wijzigt; of

  • 2.

    Het totaal aan (budget)mutaties minder dan 5% van de totale begrotingsomvang (baten) bedraagt; of

  • 3.

    De wijziging(en) het totaal van de begrote lasten niet te boven gaan of waar deze de begrote lasten wel te boven gaan er in financiële dekking is voorzien door:

a) extra opdracht(en) van een individuele deelnemer en bijbehorende financiële dekking; of

b) overige taken, zoals wettelijke taken waar extra bijdragen van derden/deelnemers tegenover staan.

 

E.

Artikel 38 komt als volgt te luiden:

Artikel 38

  • 1.

    Uiterlijk binnen een maand na de vaststelling van de rekening doet het dagelijks bestuur aan elke gemeente en aan de provincie mededeling van het over het betreffende jaar verschuldigde aandeel.

  • 2.

    Het exploitatiesaldo van een vastgestelde rekening in een jaar komt ten bate dan wel laste van de deelnemers, tenzij het algemeen bestuur anders besluit. De verdeling is gebaseerd op de bijdrage van de deelnemers.

     

F.

In artikel 41, tweede lid komt het eerste opsommingsteken “- een voorzitter …..t/m bevoegd” als volgt te luiden:

- de voorzitter van de Regionale Commissie Bezwaarschriften van de gemeenten Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Zoeterwoude en Servicepunt71.

 

G.

Artikel 46 vervalt.

 

H.

Artikel 47 komt als volgt te luiden:

Artikel 47

Deze regeling kan worden aangehaald als: Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst West-Holland.

 

II

Citeertitel van dit wijzigingsbesluit: Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst West-Holland, 9e wijziging.

 

III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt bekendgemaakt en werkt, voor zover dit later is dan 1 januari 2016, terug tot en met 1 januari 2016.

 

 

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

 

 

secretaris a.i., drs. J.H. de Baas

voorzitter, drs. J. Smit

 

Toelichting bij Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst West-Holland, 9e wijziging

Wijzing van de Regeling Omgevingsdienst West-Holland, in werking per 1 januari 2016

 

Inleiding

De Wet gemeenschappelijke regelingen is gewijzigd per 1 januari 2015. Vanwege deze wetswijziging dient de Regeling van de Omgevingsdienst West-Holland uiterlijk voor 1 januari 2016 te worden aangepast.

 

De wijziging is opgesteld in verband met de dualisering van het gemeente- en provinciebestuur. Het is de bedoeling dat de positie van het algemeen bestuur van een gemeenschappelijk openbaar lichaam wordt versterkt. Tevens wordt de invloed van de gemeenteraden en provinciale staten op de

begroting en de jaarrekening van het openbaar lichaam versterkt. De huidige regeling voldoet voor een groot gedeelte al aan de nieuwe wetgeving. Slechts op één punt wordt de regeling aangescherpt, te weten artikel 34, waarin bepaald wordt dat de ontwerpbegroting acht weken voordat deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden voor zienswijze toegezonden wordt aan de raden van de gemeenten en aan provinciale staten. Tevens is er een apart artikel toegevoegd betreffende begrotingswijzigingen, waarvoor dezelfde procedure geldt.

 

Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om tevens een aantal andere punten uit de Regeling aan te passen, zoals de bevoegdheid van de Regionale Commissie Bezwaarschriften van de gemeenten Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Zoeterwoude en Servicepunt71 om te adviseren over bezwaarschriften en de wijze van verdeling van het exploitatiesaldo.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel I

 

A.

Het treffen van een gemeenschappelijke regeling geschiedt bij besluit in de zin van de Awb. Formeel zijn de gemeentelijke en provinciale bestuursorganen die daartoe besluiten dan ook de deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling en dus niet de gemeenten of provincies (zie artikel 51 Wet gemeenschappelijke regelingen).

Gedeputeerde staten dienen in een aantal gevallen wel provinciale staten om toestemming te vragen.

 

B.

De Wet openbaarheid van bestuur (Wob) staat expliciet benoemd als basis voor de bevoegdheid besluiten te nemen. Dat hoeft niet, omdat deze bevoegdheid zelf in de Wob is geregeld (zie artikel 1a Wob).

 

C.

De Commissie bezwaarschriften van de gemeente Leiden is per 1 januari 2015 opgegaan in de “Regionale Commissie Bezwaarschriften van de gemeenten Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Zoeterwoude en Servicepunt71” en is op grond van de tweede zin van artikel 23, tweede lid bevoegd de deelnemende gemeenten te adviseren op het gebied van bezwaarschriften.

 

D.

De bepaling is aangescherpt, in die zin dat de ontwerpbegroting en de ontwerp begrotingswijzigingen acht weken voordat deze aan het algemeen bestuur worden aangeboden voor zienswijze toegezonden worden aan de raden van de gemeente en aan provinciale staten.

Daarnaast is scherper opgenomen wanneer daar in het geval van begrotingswijzigingen van kan worden afgezien, zoals in het geval dat de bijdrage van de individuele deelnemer niet wijzigt, of het totaal aan (budget)mutaties minder dan 5 % van de totale begrotingsomvang (baten) bedraagt, of wanneer de wijzigingen het totaal van de begrote lasten te boven gaan maar er in financiële dekking is voorzien door extra opdracht(en) van een individuele deelnemer en bijbehorende financiële dekking of overige taken, zoals wettelijke taken waar extra bijdragen van derden/deelnemers tegenover staan.

Verder is er ten behoeve van de leesbaarheid een extra lid ingevoegd. De overige leden worden hernummerd.

 

E.

Hier is een nieuw lid toegevoegd betreffende de wijze van verdeling van het exploitatiesaldo.

Het bestaande artikel is nu lid 1 geworden en de nieuwe bepaling is lid 2.

 

F.

Zie C.

 

G.

Het nieuwe artikel 53 Wet gemeenschappelijke regelingen is van toepassing. Het provinciebestuur (GS) maakt de regeling tijdig in alle deelnemende provincies en gemeenten bekend door

kennisgeving van de inhoud daarvan in de Staatscourant.

 

H.

In de citeertitel moet tot uitdrukking komen dat het een gemeenschappelijke regeling is.

Naar boven