Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 december 2015, 2015-0000305810, houdende de inrichting van de directie Werknemersregelingen, alsmede doorverlening van vertegenwoordigingsbevoegdheden van de directeur Werknemersregelingen (Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directie Werknemersregelingen 2015)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, aanhef en onderdeel k, en 10 van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directeur-generaal Sociale Zekerheid en Integratie 2015;

Besluit:

§ 1. Algemeen

Artikel 1

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a. directie WR:

de directie Werknemersregelingen van het ministerie;

b. het UWV:

het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.

§ 2. Organisatie en taken

Artikel 2

De directie WR bestaat uit de volgende afdelingen:

  • a. de afdeling Ziekte en Arbeidsongeschiktheid;

  • b. de afdeling Werkloosheid;

  • c. de afdeling Werkgevers en Sociale Zekerheid buiten Europees Nederland;

  • d. de RCN-unit SZW, gevestigd te Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Artikel 3

Het hoofd van de afdeling Ziekte en Arbeidsongeschiktheid is verantwoordelijk voor het integrale beleid ten aanzien van het stelsel van condities, rechten, plichten, prikkels en financiering in regelingen voor ziekte en arbeidsongeschiktheid.

Artikel 4

Het hoofd van de afdeling Werkloosheid is verantwoordelijk voor het integrale beleid ten aanzien van het stelsel van condities, rechten, plichten, prikkels en financiering in regelingen voor werkloosheid.

Artikel 5

Het hoofd van de afdeling Werkgevers en Sociale Zekerheid buiten Europees Nederland is verantwoordelijk voor:

  • a. het monitoren van de realisatie van de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten en de bevoegdheid het systeem van quotumheffing te activeren indien de banenafspraken niet gerealiseerd worden;

  • b. de beleidsmatige aspecten rondom het Europees Globaliseringsfonds;

  • c. het mede vormgeven aan en vertalen van de Europese integratie in relatie tot de sociale zekerheid;

  • d. het beleid ten aanzien van zetelovereenkomsten;

  • e. het beleid met betrekking tot grensoverschrijdende sociale verzekeringsposities;

  • f. het coördineren van het door het ministerie te voeren beleid inzake de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

  • g. het stellen van kaders en het maken van afspraken voor de bij de RCN-unit SZW berustende uitvoeringstaken.

Artikel 6

Het hoofd van de RCN-unit SZW is verantwoordelijk voor de volgende algemene taken:

  • a. het zorgdragen voor de uitvoeringstaken van de minister op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, waaronder mede begrepen het nemen van besluiten en het behandelen van bezwaar- en beroepszaken die betrekking hebben op deze besluiten, en het ten behoeve van de coördinatiefunctie rapporteren daarover aan de afdeling Werkgevers en Sociale Zekerheid buiten Europees Nederland;

  • b. het voeren van overleg met de RCN in verband met de dienstverlening door de RCN ten behoeve van de RCN-unit SZW;

  • c. het in samenspraak met de afdeling Werkgevers en Sociale Zekerheid buiten Europees Nederland voorbereiden van afspraken met de RCN;

  • d. het adviseren en desgevraagd bijstaan van de afdeling Werkgevers en Sociale Zekerheid buiten Europees Nederland bij het coördineren van het door het ministerie te voeren beleid inzake de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

  • e. het uitwisselen van gegevens met belanghebbende uitkeringsverstrekkende instanties ten behoeve van de rechtmatige betaling van socialezekerheidsuitkeringen door die instanties en de RCN-unit SZW, alsmede het desgevraagd leveren van administratieve hulp aan belanghebbende uitkeringsverstrekkende instanties;

  • f. het zorgdragen voor de vastlegging van de binnen de RCN-unit SZW geldende bevoegdheden in een besluit.

§ 3. Bevoegdheden

Artikel 7

  • 1. Aan de hoofden van de afdelingen wordt mandaat en machtiging verleend met betrekking tot het nemen van besluiten over en het vaststellen en ondertekenen van stukken die betrekking hebben op de personeelsaangelegenheden ten behoeve van de eigen organisatorische eenheid, voor zover het betreft:

    • a. het opmaken, niet zijnde vaststellen, van een beoordeling van medewerkers;

    • b. het houden van manager-medewerker gesprekken;

    • c. verlof van medewerkers;

    • d. kleine beloningen, niet zijnde gratificaties, onder mededeling daarvan aan de directeur.

  • 2. In aanvulling op het eerste lid wordt aan het hoofd van de RCN-unit SZW mandaat en machtiging verleend met betrekking tot:

    • a. het – bij wijze van bindende voordracht aan de directeur van de RCN uit hoofde van diens formeel werkgeverschap – nemen van inhoudelijke besluiten die betrekking hebben op:

      • 1°. het vaststellen van een beoordeling van medewerkers van de RCN-unit SZW;

      • 2°. benoeming, voor zover passend binnen de voor de RCN-unit SZW vastgestelde formatie, en ontslag van medewerkers;

    • b. het nemen van besluiten over en het vaststellen en ondertekenen van stukken die betrekking hebben op de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover deze klachten betrekking hebben op gedragingen van de onder hem ressorterende functionarissen.

Artikel 8

Aan de hoofden van de afdelingen wordt mandaat en machtiging verleend met betrekking tot:

  • a. het afdoen van informatieve brieven, die betrekking hebben op de taken van de eigen organisatorische eenheid;

  • b. het paraferen van stukken waar de directie WR geen voortouw in heeft, met uitzondering van stukken waarvan gelet op het belang daarvan redelijkerwijs vermoed kan worden dat deze door de directeur WR afgedaan moeten worden.

Artikel 9

  • 1. Het hoofd van de RCN-unit SZW is bevoegd om namens een bewindspersoon besluiten te nemen, beslissingen in bezwaar- en beroepsprocedures te nemen, overeenkomsten aan te gaan en handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, voor zover deze verband houden met de uitvoering van de Wet algemene ouderdomsverzekering BES, de Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES, de Cessantiawet BES, de Wet ziekteverzekering BES, de Wet ongevallenverzekering BES, het Besluit onderstand BES, de Arbeidsveiligheidswet BES, de Stuwadoorswet 1946 BES, de Arbeidswet 2000 BES, de Wet collectieve arbeidsovereenkomsten BES, de Wet minimumlonen BES, de Vakantiewet 1949 BES, de Wet beëindiging arbeidsovereenkomsten BES, de Arbeidsgeschillenwet 1946 BES, de Wet arbeid vreemdelingen BES, de Regeling bijzondere uitkering integrale projecten 2013, het Tijdelijk Besluit bijzondere uitkeringen integrale projecten BES, en de daarop gebaseerde nadere regelgeving, tenzij deze zijn voorbehouden aan een bewindspersoon, de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal, de directeuren-generaal of de inspecteur-generaal Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

  • 2. De volmacht, bedoeld in het eerste lid, is beperkt tot het aangaan van de volgende overeenkomsten met een waarde van ten hoogste € 50.000,– per overeenkomst die betrekking hebben op:

    • a. systeemontwikkeling, licenties, functioneel beheer en onderhoud van applicaties van systemen;

    • b. de levering van goederen en diensten ten behoeve van de uitvoering.

  • 3. Het hoofd van de RCN-unit SZW kan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de directeur WR bevoegdheden doorverlenen aan onder hem ressorterende functionarissen.

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 10

  • 1. Bij afwezigheid of verhindering van de directeur WR worden, voor de duur van de afwezigheid of verhindering, diens taken en bevoegdheden waargenomen door het afdelingshoofd dat is aangewezen als de plaatsvervangend directeur.

  • 2. Bij afwezigheid of verhindering van het hoofd van de RCN-unit SZW worden, voor de duur van de afwezigheid of verhindering, diens taken en bevoegdheden, met uitzondering van de bevoegdheden genoemd in artikel 7, tweede lid, en het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, waargenomen door het plaatsvervangend hoofd van de RCN-unit SZW.

Artikel 11

  • 1. Het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit Inkomensverzekeringen en -voorzieningen 2009 wordt ingetrokken.

  • 2. Na de inwerkingtreding van deze regeling berust het Machtigingsbesluit RCN-unit Sociale Zaken 2011 dat genomen is krachtens de artikelen 6, aanhef en onderdeel f, en 11, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit UBN 2012 op de artikelen 6, aanhef en onderdeel f, en 9, derde lid, van deze regeling.

  • 3. Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 mei 2015.

  • 4. Deze regeling wordt aangehaald als: Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directie Werknemersregelingen 2015.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, M.A. Roscam Abbing directeur Werknemersregelingen

Naar boven