Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 december 2015, 2015-0000304746, houdende de wijziging van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2009, het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit secretaris-generaal SZW 2009 en het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directeur-generaal Werk 2009

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikelen 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie en bedrijfsvoering rijksdienst 2011, 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht, 4, vierde lid, aanhef en onderdeel a, 8, derde lid, en 23, eerste lid, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2009;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2009 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2, onderdeel c, komt te luiden:

  • c. de hierna genoemde organisatieonderdelen, die rechtstreeks ressorteren onder de directeur-generaal Sociale Zekerheid en Integratie:

    • 1°. de directie Participatie en Decentrale Voorzieningen;

    • 2°. de directie Werknemersregelingen;

    • 3°. de directie Stelsel en Volksverzekeringen;

    • 4°. de directie Samenleving en Integratie;

    • 5°. het bureau DG-control;

    • 6°. de afdeling Budgetbeheer, secretariaat en bedrijfsvoering-SZI;

B

Artikel 3, eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:

  • c. de directeur-generaal Sociale Zekerheid en Integratie;

C

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 4, vierde lid, onderdeel j, door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • k. het vervullen van de rol van eigenaar van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en de Sociale verzekeringsbank.

D

Artikel 6, vierde lid, onderdeel d, komt te luiden:

  • d. het automatiserings- en informatiseringsbeleid, waaronder het adviseren hierover van de secretaris-generaal in de rol van eigenaar als bedoeld in artikel 4, vierde lid, onderdeel k, van de directeur-generaal Sociale Zekerheid en Integratie in de rol van opdrachtgever als bedoeld in artikel 10, aanhef en onderdeel g, en van de directeur-generaal Werk in de rol van opdrachtgever als bedoeld in artikel 11, aanhef en onderdeel j;

E

In artikel 9, vierde lid, wordt ‘de directeur-generaal Participatie en Inkomenswaarborg’ vervangen door: de directeur-generaal Sociale Zekerheid en Integratie.

F

Artikel 10 komt te luiden:

Artikel 10. Werkterrein directeur-generaal Sociale Zekerheid en Integratie

De directeur-generaal Sociale Zekerheid en Integratie is belast met de beleids- en bedrijfsvoering betreffende de organisatieonderdelen, genoemd in artikel 2, onderdeel c. Het werkterrein van de directeur-generaal Sociale Zekerheid en Integratie omvat in brede zin:

  • a. het zorgdragen voor een effectief re-integratiebeleid, onder meer door een samenhangend pakket re-integratie-instrumenten en een effectieve en efficiënte inzet daarvan door de uitvoering door onder andere een regionale aanpak van het arbeidsmarktbeleid;

  • b. het scheppen van voorwaarden voor het re-integreren van mensen met een sociale zekerheidsuitkering (werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en bijstand) in betaalde arbeid of zelfstandig ondernemerschap, zowel aan de aanbodkant als aan de vraagkant;

  • c. het doen inschakelen van mensen met en zonder uitkering in andere vormen van maatschappelijke participatie indien inschakeling in betaalde arbeid nog niet mogelijk blijkt, als stap op weg naar betaald werk;

  • d. het formuleren van het beleid ten aanzien van de rechten en plichten van de sociale verzekeringen en voorzieningen, gericht op preventie, werk en bescherming, waaronder verstaan wordt het beleid op het terrein van armoede en schuldhulpverlening;

  • e. het formuleren van het financieringsbeleid van de sociale verzekeringen en voorzieningen gericht op het stimuleren van werknemers, werkgevers en de uitvoering;

  • f. het beheren van de relatie tussen het ministerie en de partners in het domein van werk en inkomen, zoals onder meer de uitvoeringsorganisaties en gemeenten;

  • g. het vervullen van de rol van opdrachtgever van de uitvoeringsorganisaties van het ministerie;

  • h. het adviseren van de secretaris-generaal over het maken van prestatieafspraken, het bewaken van de realisatie daarvan en – indien nodig – optreden;

  • i. het aansturen van de samenwerking in de keten van uitvoeringsorganisaties en gemeenten, gericht op de toeleiding naar werk en het verstrekken van uitkeringen, met inbegrip van de gegevensinfrastructuur en het daartoe ondersteunende gegevensverkeer;

  • j. het zorgdragen voor de ontwikkeling en het beheer van het uitvoeringsstelsel, waarbij innovatie centraal staat;

  • k. het intra- en interdepartementaal coördineren van de regeldrukprogramma’s voor bedrijven, burgers, professionals en medeoverheden;

  • l. het strategisch en eenduidig opereren in de regio door het ministerie en de afstemming hierover met andere departementen en de partners in het domein van werk en inkomen;

  • m. het coördineren en maken van beleid op het gebied van de gegevensuitwisseling, privacy en beveiliging binnen het domein van werk en inkomen en aanpalende domeinen;

  • n. het ontwikkelen van een handhavingsstrategie van het ministerie met systematische aandacht voor handhaven in alle onderdelen van de beleidscyclus en de hele keten van werk en inkomen gericht op de effectiviteit van de handhaving;

  • o. het bevorderen van vernieuwingen in het handhavingsbeleid van het ministerie en de uitvoeringsorganisaties en het (doen) aanpakken van lacunes in beleid, wetgeving en uitvoering;

  • p. het bevorderen van de samenhang in het handhavings- en opsporingsbeleid van het ministerie en de uitvoeringsorganisaties met het beleid van externe partijen;

  • q. het zorgdragen voor de afwikkeling van de opgeheven Raad voor Werk en Inkomen en de opgeheven arbeidsvoorzieningsorganisatie;

  • r. het ontwikkelen en uitvoeren van (internationaal afgestemd) beleid gericht op inburgering, remigratie, integratie en antidiscriminatie;

  • s. het (waar nodig) leveren van een bijdrage aan generiek beleid zodanig dat het voor migranten in de samenleving toegankelijk en effectief is;

  • t. het ten aanzien van integratievraagstukken ontwikkelen, onderhouden en beschikbaar stellen van kennis;

  • u. de (inter)departementale beleidsvorming en het daarmee samenhangende financieel beheer inzake de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, mede voor zover dit geschiedt op het werkterrein van de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal, de directeur-generaal Werk en de inspecteur-generaal Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De directies die ressorteren onder voornoemde functionarissen blijven de hen toebedeelde taken en verantwoordelijkheden uitvoeren, met de bijbehorende bevoegdheden, maar leggen voor wat betreft de (inter)departementale beleidsvorming en het daarmee samenhangende financieel beheer inzake de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba verantwoording af aan de directeur-generaal Sociale Zekerheid en Integratie;

  • v. het zorgdragen voor de uitvoeringstaken van de minister op Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

G

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 11, onderdeel i, door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • j. het vervullen van de rol van opdrachtgever van de uitvoeringsorganisaties van het ministerie.

H

In artikel 22, zesde lid, wordt ‘de RCN-unit Sociale Zaken’ vervangen door: de RCN-unit SZW.

ARTIKEL II

In artikel 8, tweede lid, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit secretaris-generaal SZW 2009 wordt ‘de RCN-unit Sociale Zaken’ vervangen door: de RCN-unit SZW.

ARTIKEL III

Artikel 10a van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directeur-generaal Werk 2009 komt te luiden:

Artikel 10a

In afwijking van artikel 10, derde lid, wordt aan de directeur van de directie Stelsel en Volksverzekeringen mandaat verleend tot het verlenen van subsidies en rijksvergoedingen ter zake van wetten en regelingen waarvan de uitvoering is opgedragen aan de Sociale verzekeringsbank, voor zover het wetten en regelingen betreft op het werkterrein van de directie Kinderopvang.

ARTIKEL IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 mei 2015.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 18 december 2015

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

TOELICHTING

Deze wijziging van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2009 (hierna: OMV-besluit SZW 2009) en het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directeur-generaal Werk 2009 houdt verband met de reorganisatie van het directoraat-generaal Participatie en Inkomenswaarborg. Per 1 mei 2015 is het directoraat-generaal opnieuw ingericht onder de benaming directoraat-generaal Sociale Zekerheid en Integratie (hierna: SZI).

De nieuwe benamingen van het directoraat-generaal en de organisatieonderdelen die ressorteren onder de directeur-generaal SZI zijn in artikel 2 van het OMV-besluit SZW 2009 opgenomen. Het werkterrein van de directeur-generaal SZI staat in artikel 10 van het OMV-besluit SZW 2009.

Nieuw toegevoegd in het OMV-besluit SZW 2009 is de rol van eigenaar en de rol van opdrachtgever van de uitvoeringsorganisaties. De secretaris-generaal fungeert als eigenaar van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) en de Sociale verzekeringsbank (SVB). Dit is opgenomen in artikel 4, vierde lid, onderdeel k, van het OMV-besluit SZW 2009. De eigenaar draagt, binnen de grenzen van de verantwoordelijkheids- en bevoegdheidsverdeling die voortvloeit uit de ZBO-relatie, verantwoordelijkheid voor zowel afzonderlijke organisatieaspecten (zoals huisvesting, ICT, budget en verantwoording) als voor het integrale functioneren van de uitvoeringsorganisaties. De eigenaar stuurt op de continuïteit en kwaliteit van de uitvoering van het ZBO. Dit betreft bijvoorbeeld de planning- en controlcyclus, de prestatie-indicatoren, de benoemingen en de grote dossiers. Vanuit zijn controlerende rol ziet de eigenaar toe of gedaan wordt wat is afgesproken. De directeur-generaal SZI ondersteunt de secretaris-generaal in zijn ondeelbare rol als eigenaar bij zijn verantwoordelijkheid voor het integrale functioneren van de uitvoeringsorganisaties. Binnen het directoraat-generaal SZI is deze taak belegd bij de directie Stelsel en Volksverzekeringen.

De directeur-generaal SZI en de directeur-generaal Werk vervullen beiden de rol van opdrachtgever van de uitvoeringsorganisaties. Dit is opgenomen in artikel 10, aanhef en onderdeel g, en artikel 11, aanhef en onderdeel j, van het OMV-besluit SZW 2009. De opdrachtgever is verantwoordelijk voor de integraliteit van het beleid en het in kaart brengen van de gevolgen voor de uitvoeringspraktijk. Hij bepaalt wat er gebeurt en geeft opdracht voor de uitvoering van nieuwe taken. Uitvoerbaar beleid betekent ook dat de uitgangspunten ervan een uitvoerbare ICT-ondersteuning mogelijk maken. In termen van toezicht maakt de opdrachtgever gebruik van zijn control- en toetsingsinstrumenten. De opdrachtgever oefent effectief toezicht uit op de veranderende uitvoeringspraktijk. Het ZBO legt aan hem verantwoording af over de veranderingsprojecten en de taakuitvoering. Binnen het ministerie ligt het zwaartepunt van de opdrachtgeverrol bij de directeur-generaal SZI. Dit laat onverlet dat ook de directeur-generaal Werk en andere departementen een opdrachtgeverrol richting het ZBO vervullen.

In artikel 6, vierde lid, onderdeel d, van het OMV-besluit SZW 2009 is geregeld dat de plaatsvervangend secretaris-generaal optreedt als adviseur van de eigenaar en de opdrachtgevers ten behoeve van het automatiserings- en informatiseringsbeleid.

Deze wijzigingsregeling werkt in verband met de datum van oprichting van het directoraat-generaal SZI terug tot en met 1 mei 2015.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven