Verkeersbesluit inzake het instellen van een inhaalverbod in beide richtingen op de rijksweg N59 tussen km. 20.9 (Nieuwerkerk) en km. 28.1 (Bruinisse/Grevelingendam) gelegen in de gemeente Schouwen-Duiveland.

Datum: 17 december 2015

Nummer: RWS-2015/54874

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Begripsbepalingen

In het besluit wordt verstaan onder: 

1. ‘de hoofdingenieur-directeur’, de hoofdingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat Zee en Delta, (adres: Postbus 556, 3000 AN Rotterdam);

2. 'het districtshoofd’  het hoofd van het District Zee en Delta Noord, (bezoekadres: Evertsenstraat 98, 4461 XS Goes, Postbus 556, 3000 AN Rotterdam);

3. ''RVV 1990’, het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990;

4. ‘BABW’, het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Vereiste van besluit

Op grond van artikel 15, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994, moet een verkeersbesluit worden genomen voor plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het BABW genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

Op grond van artikel 18, eerste lid, onder a van de Wegenverkeerswet 1994 ben ik bevoegd dit verkeersbesluit te nemen.

Belangenafweging en motivering

Bij besluit van 8 maart 2013, nummer RWS-2013/13143 is een verkeersbesluit genomen in verband met herinrichting kruispunten op de rijksweg N59 te Oosterland, ter hoogte van de aansluitingen met de Molenweg, Bredeweg en Oud Heiligeweg in de gemeente Schouwen-Duiveland.

In dit besluit is per abuis het instellen van een inhaalverbod niet meegenomen. Middels het aanbrengen van een dubbele doorgetrokken asstreep op het gedeelte van de rijbaan van de rijksweg N59 tussen km. 22.9 (Molenweg) en km. 24.3 (Oud Heiligeweg) in de gemeente Schouwen-Duiveland is dit gerealiseerd.

Tevens zijn er in 2013 op de gedeeltes van de rijbaan van de rijksweg N59 tussen km. 20.9 (VRI Nieuwerkerk) en km. 22.7 (VRI Oosterland) en tussen km. 24.4 (nabij Oud Heiligeweg) en km. 28.1 (Bruinisse/Grevelingendam) in de gemeente Schouwen-Duiveland een dubbele doorgetrokken asstreep aangebracht.

De aanleiding voor het instellen van een inhaalverbod op deze locaties is twee ledig. Enerzijds wordt hiermee invulling gegeven aan een Duurzaam Veilige weginrichting, Anderzijds wordt hiermee invulling gegeven aan regionale afspraken met overige wegbeheerders met betrekking tot het instellen van inhaal verboden (waar mogelijk) op gebiedsontsluitingswegen buiten de bebouwde kom, waar intensiteiten structureel hogen liggen dan 7.000 motor voertuigen per etmaal.

De betreffende weggedeelte is in beheer bij het Rijk en gelegen binnen de gemeente Schouwen-Duiveland.

Gevolgde procedure

Door mij is de procedure voor de voorbereiding van besluiten als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet gevolgd. Reden hiervan is dat ik er van uitga dat andere belanghebbenden door het nemen van dit besluit redelijkerwijs niet in hun rechten worden aangetast.

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW is overleg gepleegd met de Regiopolitie Zeeland - West-Brabant.

BESLUIT:

Op grond van het vorenstaande besluit ik door het aanbrengen van een dubbele doorgetrokken asstreep als bedoeld in artikel 76 van het RVV op het gedeelte van de rijbaan van de rijksweg N59 tussen Nieuwerkerk ( km. 20.9) en Bruinisse/Grevelingendam (km. 28.1) in de gemeente Schouwen-Duiveland, een verbod in beide richtingen in te stellen voor motorvoertuigen om elkaar onderling in te halen.

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namens deze,

Districtshoofd Rijkswaterstaat Zee en Delta Noord,

Dhr. L.C. van Beveren

MEDEDELINGEN:

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen

6 weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt, een bezwaarschrift worden ingediend. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Milieu , ter attentie van Rijkswaterstaat Zee en Delta (afdeling Werkenpakket), Postbus 556, 3000 AN Rotterdam.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

a. naam en adres van de indiener;

b. de dagtekening;

c. vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt;

d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

Voorlopige voorziening

Indien een bezwaarschrift is ingediend is het mogelijk om daarnaast een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in te dienen. Een dergelijk verzoek dient te worden gericht aan de Voorzieningenrechter van de rechtbank (sector Bestuursrecht) binnen het rechtsgebied waarvan de indiener van het bezwaarschrift zijn woonplaats heeft.

Het verzoek dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

a. de naam en het adres van de verzoeker;

b. de dagtekening;

c. vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en datum en nummer of kenmerk van het besluit;

d. de gronden van het verzoek (motivering).

Bij het verzoek dient voorts een afschrift van het bezwaarschrift te worden overlegd. Naar aanleiding van het verzoek kan de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening treffen indien onverwijld spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Voor de behandeling van een verzoek om een voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffierecht geheven. De griffier van de betrokken rechtbank wijst de verzoeker na de indiening van diens verzoek op de verschuldigdheid van het griffierecht en bericht de verzoeker binnen welke termijn en op welke wijze het verschuldigde griffierecht moet worden voldaan.

Als burger kunt u ook digitaal een verzoek om voorlopige voorziening indienen bij de hiervoor vermelde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de hiervoor vermelde internetsite voor de precieze voorwaarden.

Expeditie

Afschrift van dit besluit is gezonden aan:

• 1. de heer Geelhoed, Jan van Goyenstraat 57, 3351 JM Papendrecht