Besluit van de directeur Wetgeving en Juridische Zaken van 5 januari 2015, nr. WJZ/14210498, houdende verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging voor de directie Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Economische Zaken 2015 (Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor de directie WJZ van het Ministerie van Economische Zaken 2015)

De directeur Wetgeving en Juridische Zaken,

Gelet op artikel 18 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 2015;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de directeur:

de directeur Wetgeving en Juridische Zaken;

b. de MT-leden:

de MT-leden binnen de directie Wetgeving en Juridische Zaken.

§ 2. Taakverdeling

Artikel 2

Aan de directeur is voorbehouden: het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van andere handelingen dan een besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling betreffende aangelegenheden:

  • a. die belangrijke vraagpunten van bestuur of recht betreffen,

  • b. die aanmerkelijke gevolgen voor de bedrijfsvoering hebben of

  • c. die raakvlakken hebben met de werkterreinen van meer dan één MT-lid en overleg tussen hen niet tot overeenstemming heeft geleid.

Artikel 3

Aan de MT-leden wordt, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

  • a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;

  • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallingsverlof- en ouderschapsverlof;

  • c. het aangaan van verplichtingen en het afhandelen van verzoeken inzake de opleiding van personeel;

  • d. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

  • e. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnen de Europese Unie.

Artikel 4

Aan de MT-leden wordt volmacht en machtiging verleend voor het aangaan en afhandelen van verplichtingen met en instrueren van externe juridische dienstverleners.

Artikel 5

Aan het MT-lid/ hoofd juridisch advies, bezwaar en beroep wordt ondermandaat en machtiging verleend voor het behandelen van bezwaar- en beroepschriften, waaronder het nemen van beslissingen op bezwaarschriften en het instellen van (hoger) beroep, en van verzoeken van de Nationale ombudsman.

Artikel 6

Aan de MT-leden wordt, ieder voor zich, machtiging verleend voor het ondertekenen van extern gerichte brieven en andere stukken, niet zijnde besluiten, op zijn werkterrein.

Artikel 7

Aan het hoofd unit staatssteun wordt machtiging verleend voor het ondertekenen van brieven gericht aan de Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij de Europese Unie betreffende het doorzenden van de Nederlandse inbreng in staatssteundossiers aan de Europese Commissie.

Artikel 8

Aan de directiesecretaris wordt volmacht en machtiging verleend met betrekking tot de volgende aangelegenheden op het gebied van de bedrijfsvoering:

  • a. het ondertekenen van brieven aan sollicitanten;

  • b. het aangaan en afhandelen van verplichtingen inzake de opleiding van personeel, voortvloeiend uit beslissingen van de directeur of een MT-lid;

  • c. het accorderen van werkbriefjes van uitzendkrachten;

  • d. het invullen en ondertekenen van het aanvraagformulier Verklaring Omtrent het Gedrag Natuurlijke Personen.

§ 3. Vervanging

Artikel 9

  • 1. Bij afwezigheid van een MT-lid gaan, indien een goede voortgang van de werkzaamheden vereist dat niet wordt gewacht tot de terugkeer van het MT-lid, de uit dit besluit voortvloeiende bevoegdheden van het MT-lid over op zijn plaatsvervanger, met uitzondering van de bevoegdheden, genoemd in de artikelen 3 en 4, die overgaan naar een ander MT-lid.

  • 2. De uit dit besluit voor het hoofd unit staatssteun voortvloeiende bevoegdheden gaan in geval van afwezigheid over op een door de directeur aangewezen plaatsvervanger.

Artikel 10

Indien de directeur en de plaatsvervangend directeur afwezig zijn en een goede voortgang van de werkzaamheden vereist dat niet wordt gewacht tot de terugkeer van één van hen, gaan de bevoegdheden van de directeur over op de aanwezige MT-leden, met uitzondering van:

  • a. de bevoegdheid tot het verlenen van ondermandaat, volmacht en machtiging en

  • b. alle P&O-aangelegenheden die voorbehouden zijn aan de directeur.

§4. Slotbepalingen

Artikel 11

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

Artikel 12

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor de directie WJZ van het Ministerie van Economische Zaken 2015.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

‘s-Gravenhage, 5 januari 2015

E.P. Nas directeur Wetgeving en Juridische Zaken

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK 's-Gravenhage.

Naar boven