Besluit van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 15 december 2015, kenmerk 885630-144844-Z, houdende de aanwijzing van de zorgkantoren

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 4.2.4, tweede lid, van de Wet langdurige zorg;

Besluit:

Artikel 1

Voor de jaren 2016 tot en met 2020 zijn in de hiernavolgende regio’s de daarachter genoemde Wlz-uitvoerders de zorgkantoren:

  • 1. Groningen: Stichting Zorgkantoor Menzis

  • 2. Friesland: Zorgkantoor Friesland B.V.

  • 3. Drenthe: Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V.

  • 4. Zwolle: Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V.

  • 5. Twente: Stichting Zorgkantoor Menzis

  • 6. Apeldoorn, Zutphen, en omstreken: Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V.

  • 7. Arnhem: Stichting Zorgkantoor Menzis

  • 8. Nijmegen: VGZ Zorgkantoor B.V.

  • 9. Utrecht: Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V.

  • 10. Flevoland: Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V.

  • 11. ’t Gooi: Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V.

  • 12. Noord-Holland Noord: VGZ Zorgkantoor B.V.

  • 13. Kennemerland: Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V.

  • 14. Zaanstreek/Waterland: Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V.

  • 15 Amsterdam: Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V.

  • 16. Amstelland en de Meerlanden: Stichting Wlz-uitvoerder Zorg en Zekerheid

  • 17. Zuid-Holland Noord: Stichting Wlz-uitvoerder Zorg en Zekerheid

  • 18. Haaglanden: CZ Zorgkantoor B.V.

  • 19. Westland Schieland Delfland: Zorgkantoor DSW B.V.

  • 20. Midden-Holland: VGZ Zorgkantoor B.V.

  • 21. Rotterdam: Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V.

  • 22. Zuid-Hollandse Eilanden: CZ Zorgkantoor B.V.

  • 23. Waardenland: VGZ Zorgkantoor B.V.

  • 24. Zeeland: CZ Zorgkantoor B.V.

  • 25. West-Brabant: CZ Zorgkantoor B.V.

  • 26. Midden-Brabant: VGZ Zorgkantoor B.V.

  • 27. Noordoost Brabant: VGZ Zorgkantoor B.V.

  • 28. Zuidoost Brabant: CZ Zorgkantoor B.V.

  • 29. Noord- en Midden-Limburg: VGZ Zorgkantoor B.V.

  • 30. Zuid-Limburg: CZ Zorgkantoor B.V.

  • 31. Midden IJssel: Salland Zorgkantoor B.V.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

TOELICHTING

Algemeen

De aanwijzing van een Wlz-uitvoerder als zorgkantoor geldt in principe voor een maximum van vijf jaar. Dit is vergelijkbaar met de praktijk zoals die onder de AWBZ bestond om meerjarige concessies (voor drie jaar) af te geven. Door de onzekerheid/discussie over de langdurige zorg en/of positie van zorgkantoren, zijn er gedurende de afgelopen jaren onder de AWBZ en het eerste jaar onder de Wet langdurige zorg (Wlz) steeds eenjarige concessies c.q. is een aanwijzing verleend. De onderhavige aanwijzing geldt voor vijf jaar. De reden om van een één- naar een meerjarige aanwijzing over te stappen is dat een meerjarige aanwijzing voor rust en continuïteit bij de als zorgkantoren aangewezen Wlz-uitvoerders zorgt. Overigens behoudt de minister de bevoegdheid om de aanwijzing te wijzigen. Dit kan bijvoorbeeld op eigen verzoek van de Wlz-uitvoerder of indien tot een geringer aantal regio’s is gekomen dan wel een wijziging van het takenpakket van de Wlz-uitvoerders. Een wijziging van de aanwijzing kan ook wegens disfunctioneren van de Wlz-uitvoerder. In dat geval kan de minister overeenkomstig artikel 4.2.4, vijfde lid, Wlz, de aanwijzing van het desbetreffende zorgkantoor intrekken.

Het belangrijkste voordeel van een meerjarige aanwijzing is dat de horizon voor de als zorgkantoor aangewezen Wlz-uitvoerders langer wordt. Zo wordt de ervaren belemmering weggenomen om met de zorginkoop in de praktijk-een gemandateerde taak van Wlz-uitvoerders aan zorgkantoren- meerjarige contracten overeen te komen met zorgaanbieders.

Volgens zorgaanbieders en Wlz-uitvoerders zijn de voordelen van meerjarenafspraken de volgende:

  • Het mogelijk maken om te komen tot afspraken over investeringen (bijv. voor uitbreiding van succesvolle aanbieders) en het stimuleren van innovatieprogramma’s. Dit komt ten goede aan de kwaliteit van zorg voor de cliënt.

  • Meer zekerheid voor financiers die de middelen beschikbaar stellen voor de investeringen (bijv. in woon-zorgcomplexen). Daardoor zou in principe tegen een lager rentepercentage middelen/vreemd vermogen kunnen worden aangetrokken.

  • Verlaging van administratieve lasten, doordat niet elk jaar opnieuw het proces van de inkoop van langdurige zorg volledig doorlopen hoeft te worden.

De partijen die met elkaar moeten samenwerken voor de transitie zijn allen gebaat bij meerjarige duidelijkheid over hoe in hun regio de transitie vorm en inhoud krijgt. In de voortgangsrapportage van het Aanjaagteam Langer Zelfstandig Wonen (als bijlage bijgevoegd bij de brief van de Minister voor Wonen en Rijksdiensten en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 1 juli 2015) wordt eveneens gesteld dat meerjarige inkoopovereenkomsten voldoende zekerheid en comfort bieden aan vastgoedpartijen. De meerjarige aanwijzing is een van de mogelijkheden waarmee meerjarige inkoop kan worden gestimuleerd. Dit signaal is één van de redenen geweest om tot meerjarige aanwijzing over te gaan. Overigens leidt meerjarige aanwijzing van zorgkantoren niet automatisch tot meerjarige contracten. Ook bij meerjarige aanwijzing zijn Wlz-uitvoerders niet verplicht om meerjarige contracten met zorgaanbieders overeen te komen. In voorkomend geval kan het juist opportuun zijn geen meerjarige overeenkomst af te sluiten.

In de Wlz zijn geen regels opgenomen over de maximale duur van de aanwijzing. Wel bestaat er een artikel over de duur van een overeenkomst tussen Wlz-uitvoerder en zorgaanbieder in artikel 4.4.2 lid 3, van de Wlz). De duur van een overeenkomst bedraagt maximaal vijf jaar. Het ligt daarom in de rede de maximale periode van de aanwijzing van een Wlz-uitvoerder als zorgkantoor ook maximaal vijf jaar te laten zijn.

ARTIKELSGEWIJS

Artikel 1

Op grond van artikel 4.2.4, tweede lid, van de Wlz wordt Nederland in regio’s ingedeeld en wordt voor iedere regio een Wlz-uitvoerder aangewezen die voor die regio als zorgkantoor fungeert. Deze regio’s zijn opgenomen in aritkel 4.2.1 van het Besluit langdurige zorg (Blz), en in de Regeling langdurige zorg (Rlz) staat welke gemeenten tot welke regio behoren. Voorliggend besluit wijst aan welke Wlz-uitvoerder het zorgkantoor voor welke regio zal zijn.

Op basis van het Besluit van 17 november 2015, houdende wijziging van het Besluit langdurige zorg en het Besluit uitbreiding en beperking werkingssfeer WMG (Stb. 2015, 448) is in artikel 4.2.1, eerste lid van het Besluit langdurige zorg de naam van de regio ‘Delft Westland Oostland’ gewijzigd in: Westland Schieland Delfland en is de regio ‘Nieuwe Waterweg Noord’ geschrapt. Deze wijzigingen hangen samen met de samenvoeging van de zorgkantoorregio’s van de Wlz-uitvoerder DSW tot één regio. Deze wijziging komt tot uitdrukking onder nr. 19 van deze regeling waarin voor de regio Westland Schieland Delfland Wlz-uitvoerder DSW als zorgkantoor is aangewezen. Dit brengt heg aantal regio’s terug van 32 naar 31.

Zorgverzekeraars Nederland heeft bij brief van [PM] advies gegeven voor welke regio’s welke Wlz-uitvoerders als zorgkantoren zouden kunnen worden aangewezen. Met het in deze brief neergelegde advies is bij deze regeling rekening gehouden.

Tot en met 31 december 2015 voert VGZ vanuit drie rechtspersonen de Wlz uit: Trias Zorgkantoor B.V. (met twee zorgkantoren) en Univé Zorgkantoor B.V. (met één zorgkantoor) en VGZ Zorgkantoor B.V. (vier zorgkantoren). Deze drie B.V.’s fuseren met ingang van 1 januari 2016 in VGZ Zorgkantoor B.V..Als gevolg daarvan zijn in dit besluit in de lijst met zorgkantoren de namen van Univé Zorgkantoor B.V. en Trias Zorgkantoor B.V. vervangen door: VGZ Zorgkantoor B.V.

Door de fusie tussen Zilveren Kruis en Achmea is de naam van Achmea Zorgkantoor N.V. vervangen door: Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven