Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 16 december 2015, nr. 2015-0000749872, tot wijziging van enige wetten, besluiten en regelingen in verband met de jaarlijkse aanpassingen van bedragen aan de prijsontwikkeling van de in die wetten, besluiten en regelingen genoemde bedragen voor 2016

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister voor Wonen en Rijksdienst,

Gelet op de artikelen 9, derde lid, en 12a, derde lid, van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer, de artikelen 10, tweede lid, 13, derde lid, 16, derde lid, en 18, derde lid, van de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer, artikel 4, vierde lid, en artikel 6, vijfde lid, van het Besluit rechtspositie Raad van State, Algemene Rekenkamer en Nationale ombudsman, artikel 3, zesde lid, van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning, de artikelen 8, derde lid, en 16, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit burgemeesters, de artikelen 3, tweede lid, en 21, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit gedeputeerden, de artikelen 2, tweede en vierde lid, 11, tweede lid en en 14, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, de artikelen 2, tweede en vierde lid, 10, tweede lid, en 13 van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden, de artikelen 3, tweede lid, en 25, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders, de artikelen 7, derde lid, en 10, vierde lid, van het Voorzieningenbesluit ministers en staatssecretarissen, de artikelen 3.2, tweede lid, 3.8, tweede lid, 3.9, vijfde lid, 3.11, derde lid, 3.11a, tweede lid, 3.24, derde lid en 3.26, tweede lid, van het Waterschapsbesluit, artikel 13, eerste lid, van het Reisbesluit binnenland, artikel 8, tweede lid en artikel 12bb van het Verplaatsingskostenbesluit 1989, artikel 68a, negende lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, artikel 5, achtste lid, van het Ambtenarenreglement Staten- Generaal de artikelen 3, eerste lid, en 3a van het Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel 2011-2012 en artikel 7 van het Rechtspositiebesluit politieke gezagdragers BES;

Besluiten:

ARTIKEL I

In de in de kolommen C tot en met E van onderstaande tabel aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten, besluiten en ministeriële regelingen wordt de in kolom F opgenomen tekst telkens vervangen door de in kolom G opgenomen tekst. In kolom F staan de bedragen voor het jaar 2015. In kolom G staan de bedragen die per 1 januari 2016 gelden.

A

B

C

D

E

F

G

Nr

Wet/besluit/

ministeriële regeling

artikel

lid

Onderdeel

Huidige tekst per 1-1-2015

Nieuwe tekst per 1-1-2016

1

Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer

9

1

 

€ 2.652,25

€ 2.668,16

2

Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer

12a

2

 

€ 0,62

€ 0,62

3

Wet vergoedingen leden Eerste Kamer

10

1

 

€ 3.099,98

€ 2.676,36

4

Wet vergoedingen leden Eerste Kamer

13

2

 

€ 0,62

€ 0,62

5

Wet vergoedingen leden Eerste Kamer

16

1

 

€ 2.525,76

€ 2.540,91

6

Wet vergoedingen leden Eerste Kamer

18

2

 

€ 326,44

€ 335,32

7

Wet vergoedingen leden Eerste Kamer

18

2

 

€ 3.250,29

€ 3.338,69

8

Wet vergoedingen leden Eerste Kamer

18

2

 

€ 6.501,88

€ 6.678,72

9

Wet vergoedingen leden Eerste Kamer

18

2

 

€ 10.565,71

€ 10.853,07

10

Besluit rechtspositie Raad van State, Algemene Rekenkamer en Nationale ombudsman

4

3

 

€ 0,62

€ 0,62

11

Besluit rechtspositie Raad van State, Algemene Rekenkamer en Nationale ombudsman

6

2

a

€ 347,36

€ 349,44

12

Besluit rechtspositie Raad van State, Algemene Rekenkamer en Nationale ombudsman

6

2

b

€ 289,08

€ 290,81

13

Rechtspositiebesluit burgemeesters

16

1

 

€ 378,38

€ 380,65

16

Rechtspositiebesluit gedeputeerden

21

1

 

€ 348,11

€ 350,19

17

Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

Tabel I

   

€ 235,58

€ 239,11

18

Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

Tabel I

   

€ 372,25

€ 377,82

19

Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

Tabel I

   

€ 580,23

€ 588,91

20

Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

Tabel I

   

€ 900,64

€ 914,12

21

Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

Tabel I

   

€ 1.172,56

€ 1.190,11

22

Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

Tabel I

   

€ 1.372,07

€ 1.392,60

23

Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

Tabel I

   

€ 1.557,74

€ 1.581,05

24

Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

Tabel I

   

€ 1.814,73

€ 1.841,88

25

Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

Tabel I

   

€ 2.209,35

€ 2.242,41

26

Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

2

3

 

€ 166,49

€ 167,48

35

Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

Tabel IV

   

€ 56,59

€ 57,44

36

Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

Tabel IV

   

€ 62,56

€ 63,50

37

Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

Tabel IV

   

€ 75,05

€ 76,17

38

Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

Tabel IV

   

€ 92,35

€ 93,73

39

Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

Tabel IV

   

€ 117,94

€ 119,70

40

Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

Tabel IV

   

€ 149,52

€ 151,76

41

Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden

2

1

 

€ 1.093,03

€ 1.109,39

42

Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden

2

3

 

€ 166,49

€ 167,48

43

Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden

13

   

€ 105,43

€ 107,01

44

Rechtspositiebesluit wethouders

25

1

 

€ 348,11

€ 350,19

48

Voorzieningenbesluit ministers en staatssecretarissen

7

2

 

€ 0,62

€ 0,62

49

Voorzieningenbesluit ministers en staatssecretarissen

10

2

a

€ 694,73

€ 698,90

50

Voorzieningenbesluit ministers en staatssecretarissen

10

2

b

€ 694,73

€ 698,90

51

Voorzieningenbesluit ministers en staatssecretarissen

10

2

c

€ 347,36

€ 349,44

52

Voorzieningenbesluit ministers en staatssecretarissen

10

2

d

€ 289,08

€ 290,81

53

Waterschapsbesluit

3.2

1

 

€448,41

€ 455,12

54

Reisregeling binnenland

5

1

aanhef

€ 4,56

€ 4,66

55

Reisregeling binnenland

5

1

aanhef

€ 13,62

€ 13,91

56

Reisregeling binnenland

5

1

a

€ 14,39

€ 14,62

57

Reisregeling binnenland

5

1

b

€ 21,77

€ 22,12

58

Reisregeling binnenland

5

1

c

€ 86,34

€ 90,14

59

Reisregeling binnenland

5

1

d

€ 8,43

€ 8,80

60

Verplaatsingskosten-regeling 1989

12

1

 

€ 375,79

€ 383,38

61

Verplaatsingskosten-regeling 1989

12

2

 

€ 21,07

€ 21,50

62

Verplaatsingskosten-regeling 1989

12

5

 

€ 0,19

€ 0,19

63

Verplaatsingskosten-regeling 1989

13

1

a

€ 55,66

€ 56,78

64

Verplaatsingskosten-regeling 1989

13

1

b

€ 3,12

€ 3,18

65

Verplaatsingskosten-regeling 1989

13

1

c

€ 0,06

€ 0,06

66

Verplaatsingskosten-regeling 1989

13

2

 

€ 0,19

€ 0,19

67

Verplaatsingskosten-regeling 1989

13

2

 

€ 0,06

€ 0,06

68

Algemeen Rijksambtenarenreglement

68a

3

a

€ 538,13

€ 541,36

 

Ambtenarenreglement Staten-Generaal

5

8

 

€ 538,13

€ 541,36

 

Waterschapsbesluit

3.26

1

 

€ 378,38

€ 380,65

 

Waterschapsbesluit

3.11a

1

 

€ 348,11

€ 350,19

 

Waterschapsbesluit

3.2

1

 

€ 448,41

€ 455,12

 

Waterschapsbesluit

3.9

1

 

€ 166,49

€ 167,48

ARTIKEL II

A

In de in de kolom C van de tabellen 1, 2 en 3 aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten, besluiten en ministeriële regelingen worden de in kolom D opgenomen bedragen vervangen door de in kolom E opgenomen bedragen met ingang van 1 januari 2015.

Tabel 1

A

B

C

D

E

Nr

Wet/besluit/ministeriële regeling

artikel

Bedrag per 1 januari 2010

Bedrag per 1 januari 2015

 

Rechtspositiebesluit burgemeesters

Bijlage I

€ 5.747,72

€ 5.793,70

 

Rechtspositiebesluit burgemeesters

Bijlage I

€ 6.323,09

€ 6.373,67

 

Rechtspositiebesluit burgemeesters

Bijlage I

€ 6.894,16

€ 6.949,31

 

Rechtspositiebesluit burgemeesters

Bijlage I

€ 7.457,79

€ 7.554,31

 

Rechtspositiebesluit burgemeesters

Bijlage I

€ 8.018,17

€ 8.189,81

 

Rechtspositiebesluit burgemeesters

Bijlage I

€ 8.626,59

€ 8.879,79

 

Rechtspositiebesluit burgemeesters

Bijlage I

€ 9.098,26

€ 9.414,69

 

Rechtspositiebesluit burgemeesters

Bijlage I

€ 9.691,95

€ 10.087,96

 

Rechtspositiebesluit burgemeesters

Bijlage I

€ 10.325,86

€ 10.806,85

Tabel 2

A

B

C

D

E

Nr

Wet/besluit/ministeriële regeling

artikel

Bedrag per 1 april 2009

Bedrag per 1 januari 2015

 

Rechtspositiebesluit wethouders

Bijlage

Tabel I

€ 4.380,72

€ 4.415,77

 

Rechtspositiebesluit wethouders

Bijlage

Tabel I

€ 4.964,76

€ 5.004,48

 

Rechtspositiebesluit wethouders

Bijlage Tabel I

€ 5.553,35

€ 5.597,78

 

Rechtspositiebesluit wethouders

Bijlage

Tabel I

€ 5.943,06

€ 5.990,60

 

Rechtspositiebesluit wethouders

Bijlage Tabel I

€ 6.529,63

€ 6.581,87

 

Rechtspositiebesluit wethouders

Bijlage

Tabel I

€ 7.115,19

€ 7.172,11

 

Rechtspositiebesluit wethouders

Bijlage Tabel I

€ 7.703,79

€ 7.833,29

 

Rechtspositiebesluit wethouders

Bijlage

Tabel I

€ 8.113,34

€ 8.297,74

 

Rechtspositiebesluit wethouders

Bijlage Tabel I

€ 9.098,26

€ 9.414,69

 

Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning

3, eerste lid

€ 10.325,86

€ 10.806,85

 

Rechtspositiebesluit gedeputeerden

3, eerste lid

€ 7.899,67

€ 8.055,43

 

Waterschapsbesluit

3.24, eerste lid

€ 8.541,18

€ 8.782,93

 

Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

11, eerste lid

€ 97,54

€ 98,32

 

Rechtspositiebesluit Staten- en commissieleden

10, eerste lid

€ 97,54

€ 98,32

 

Waterschapsbesluit

3.8, eerste lid

€ 97,54

€ 98,32

Tabel 3

A

B

C

D

E

Nr

Wet/besluit/ministeriële regeling

artikel

Bedrag per 1 juli 2014

Bedrag per 1 januari 2015

 

Waterschapsbesluit

3.11, eerste lid

€ 1.423,04

€ 1.434,42

B

In de in de kolom C van tabel 4 aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten, besluiten en ministeriële regelingen worden de in kolom D opgenomen bedragen vervangen door de in kolom E opgenomen bedragen met ingang van 1 september 2015.

Tabel 4

A

B

C

D

E

Nr

Wet/besluit/ministeriële regeling

artikel

Bedrag per 1 januari 2015

Bedrag per 1 september 2015

A

Rechtspositiebesluit burgemeesters

Bijlage I

€ 5.793,70

€ 5.866,12

 

Rechtspositiebesluit burgemeesters

Bijlage I

€ 6.373,67

€ 6.453,34

 

Rechtspositiebesluit burgemeesters

Bijlage I

€ 6.949,31

€ 7.036,18

 

Rechtspositiebesluit burgemeesters

Bijlage I

€ 7.554,31

€ 7.648,74

 

Rechtspositiebesluit burgemeesters

Bijlage I

€ 8.189,81

€ 8.292,18

 

Rechtspositiebesluit burgemeesters

Bijlage I

€ 8.879,79

€ 8.990,79

 

Rechtspositiebesluit burgemeesters

Bijlage I

€ 9.414,69

€ 9.532,37

 

Rechtspositiebesluit burgemeesters

Bijlage I

€ 10.087,96

€ 10.214,06

 

Rechtspositiebesluit burgemeesters

Bijlage I

€ 10.806,85

€ 10.941,94

 

Rechtspositiebesluit wethouders

Bijlage Tabel I

€ 4.415,77

€ 4.470,97

 

Rechtspositiebesluit wethouders

Bijlage Tabel I

€ 5.004,48

€ 5.067,04

 

Rechtspositiebesluit wethouders

Bijlage Tabel I

€ 5.597,78

€ 5.667,75

 

Rechtspositiebesluit wethouders

Bijlage Tabel I

€ 4.415,77

€ 4.470,97

 

Rechtspositiebesluit wethouders

Bijlage Tabel I

€ 5.004,48

€ 5.067,04

 

Rechtspositiebesluit wethouders

Bijlage Tabel I

€ 5.597,78

€ 5.667,75

 

Rechtspositiebesluit wethouders

Bijlage Tabel I

€ 5.990,60

€ 6.065,48

 

Rechtspositiebesluit wethouders

Bijlage Tabel I

€ 6.581,87

€ 6.664,14

 

Rechtspositiebesluit wethouders

Bijlage Tabel I

€ 7.172,11

€ 7.261,76

 

Rechtspositiebesluit wethouders

Bijlage Tabel I

€ 7.833,29

€ 7.931,21

 

Rechtspositiebesluit wethouders

Bijlage Tabel I

€ 8.297,74

€ 8.401,46

 

Rechtspositiebesluit wethouders

Bijlage Tabel I

€ 9.414,69

€ 9.532,37

 

Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning

3, eerste lid

€ 10.806,85

€ 10.941,94

 

Rechtspositiebesluit gedeputeerden

3, eerste lid

€ 8.055,43

€ 8.156,12

 

Waterschapsbesluit

3.24, lid 1

€ 8.782,93

€ 8.892,72

 

Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

11, eerste lid

€ 98,32

€ 99,55

 

Rechtspositiebesluit Staten- en commissieleden

10, eerste lid

€ 98,32

€ 99,55

 

Waterschapsbesluit

3.8, eerste lid

€ 98,32

€ 99,55

 

Waterschapsbesluit

3.11, eerste lid

€ 1.434,42

€ 1.452,35

C

In de in de kolom C van tabel 5 aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten, besluiten en ministeriële regelingen worden de in kolom D opgenomen bedragen vervangen door de in kolom E opgenomen bedragen met ingang van 1 januari 2016.

Tabel 5

A

B

C

D

 

Nr

Wet/besluit/ministeriële regeling

artikel

Bedrag per 1 september 2015

Bedrag per 1 januari 2016

 

Rechtspositiebesluit burgemeesters

Bijlage I

€ 5.866,12

€ 6.042,10

 

Rechtspositiebesluit burgemeesters

Bijlage I

€ 6.453,34

€ 6.646,94

 

Rechtspositiebesluit burgemeesters

Bijlage I

€ 7.036,18

€ 7.247,27

 

Rechtspositiebesluit burgemeesters

Bijlage I

€ 7.648,74

€ 7.878,20

 

Rechtspositiebesluit burgemeesters

Bijlage I

€ 8.292,18

€ 8.540,95

 

Rechtspositiebesluit burgemeesters

Bijlage I

€ 8.990,79

€ 9.260,51

 

Rechtspositiebesluit burgemeesters

Bijlage I

€ 9.532,37

€ 9.818,34

 

Rechtspositiebesluit burgemeesters

Bijlage I

€ 10.214,06

€ 10.520,48

 

Rechtspositiebesluit burgemeesters

Bijlage I

€ 10.941,94

€ 11.270,20

 

Rechtspositiebesluit wethouders

Bijlage Tabel I

€ 4.470,97

€ 4.605,10

 

Rechtspositiebesluit wethouders

Bijlage Tabel I

€ 5.067,04

€ 5.219,05

 

Rechtspositiebesluit wethouders

Bijlage Tabel I

€ 5.667,75

€ 5.837,78

 

Rechtspositiebesluit wethouders

Bijlage Tabel I

€ 6.065,48

€ 6.247,44

 

Rechtspositiebesluit wethouders

Bijlage Tabel I

€ 6.664,14

€ 6.864,06

 

Rechtspositiebesluit wethouders

Bijlage Tabel I

€ 7.261,76

€ 7.479,61

 

Rechtspositiebesluit wethouders

Bijlage Tabel I

€ 7.931,21

€ 8.169,15

 

Rechtspositiebesluit wethouders

Bijlage Tabel I

€ 8.401,46

€ 8.653,50

 

Rechtspositiebesluit wethouders

Bijlage Tabel I

€ 9.532,37

€ 9.818,34

 

Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning

3, eerste lid

€ 10.941,94

€ 11.270,20

 

Rechtspositiebesluit gedeputeerden

3, eerste lid

€ 8.156,12

€ 8.400,80

 

Waterschapsbesluit

3.24, eerste lid

€ 8.892,72

€ 9.159,50

 

Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

11, eerste lid

€ 99,55

€ 102,54

 

Rechtspositiebesluit Staten- en commissieleden

10, eerste lid

€ 99,55

€ 102,54

 

Waterschapsbesluit

3.8, eerste lid

€ 99,55

€ 102,54

 

Waterschapsbesluit

3.11, eerste lid

€ 1.452,35

€ 1.495,92

ARTIKEL III

In artikel 2 van de Regeling vaststelling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel 2011-2012 wordt in:

1. onderdeel a ‘€ 117,03’ vervangen door: €111,18;

2. onderdeel b ‘€38,31’ vervangen door: €37,16;

3. onderdeel c ‘€27,16’ vervangen door: €26,89;

ARTIKEL IV

A

In de in de kolom C van tabel 6 aangeduide bepalingen van het in kolom B genoemde besluit worden, rekening houdend met de in kolom D genoemde klassen, de in kolom E genoemde bedragen vervangen door de in kolom F genoemde bedragen met ingang van 1 januari 2014.

Tabel 6 Bezoldiging gezaghebber BES

A

B

C

D

E

E

Nr

Wet/besluit/ministeriële regeling

artikel

klasse

was

Bedrag per 1 januari 2014

 

Rechtspositiebesluit politieke gezagdragers BES

6

1

USD 58.522

USD 58. 815

 

Rechtspositiebesluit politieke gezagdragers BES

6

2

USD 69.669

USD 70.017

 

Rechtspositiebesluit politieke gezagdragers BES

6

3

USD 80.816

USD 81.220

 

Rechtspositiebesluit politieke gezagdragers BES

6

4

USD 91.963

USD 92.423

 

Rechtspositiebesluit politieke gezagdragers BES

6

5

USD 103.110

USD 103.626

B

In de in de kolom C van tabel 7 aangeduide bepalingen van het in kolom B genoemde besluit worden rekening houdend met de in kolom D genoemde klassen, de in kolom E genoemde bedragen vervangen door de in kolom F genoemde bedragen met ingang van 1 januari 2014.

Tabel 7 Bezoldiging eilandgedeputeerden BES

A

B

C

D

E

E

Nr

Wet/besluit/ministeriële regeling

artikel

klasse

was

Bedrag per 1 januari 2014

 

Rechtspositiebesluit politieke gezagdragers BES

7

1

USD 51.266

USD 51.522

 

Rechtspositiebesluit politieke gezagdragers BES

7

2

USD 58.463

USD 58.755

 

Rechtspositiebesluit politieke gezagdragers BES

7

3

USD 65.659

USD 65.987

 

Rechtspositiebesluit politieke gezagdragers BES

7

4

USD 72.856

USD 73.220

 

Rechtspositiebesluit politieke gezagdragers BES

7

5

USD 80.053

USD 80.453

C

In de in de kolom C van tabel 8 aangeduide bepalingen van het in kolom B genoemde besluit worden, rekening houdend met de in kolom D genoemde klassen, de in kolom E genoemde bedragen vervangen door de in kolom F genoemde bedragen met ingang van 1 januari 2014.

Tabel 8 vergoeding werkzaamheden eilandsraadsleden BES

A

B

C

D

E

E

Nr

Wet/besluit/ministeriële regeling

artikel

klasse

was

Bedrag per 1 januari 2014

 

Rechtspositiebesluit politieke gezagdragers BES

6, derde lid

1

USD 5.593

USD 5.621

 

Rechtspositiebesluit politieke gezagsdragers BES

6, derde lid

2

USD 6.306

USD 6.338

 

Rechtspositiebesluit politieke gezagdragers BES

6, derde lid

3

USD 7.019

USD 7.054

 

Rechtspositiebesluit politieke gezagdragers BES

6, derde lid

4

USD 7.732

USD 7.771

 

Rechtspositiebesluit politieke gezagdragers BES

6, derde lid

5

USD 8.445

USD 8.487

D

In de in de kolom C van tabel 9 aangeduide bepalingen van het in kolom B genoemde besluit worden, rekening houdend met de in kolom D genoemde klassen, de in kolom E genoemde bedragen vervangen door de in kolom F genoemde bedragen met ingang van 1 januari 2014.

Tabel 9 tegemoetkoming in de kosten eilandsraadsleden BES

A

B

C

D

E

F

Nr

Wet/besluit/ministeriële regeling

artikel

klasse

was

Bedrag per 1 januari 2014

 

Rechtspositiebesluit politieke gezagdragers BES

6, derde lid

1

USD .1050

USD 1.055

 

Rechtspositiebesluit politieke gezagdragers BES

6, derde lid

2

USD 1.119

USD 1.125

 

Rechtspositiebesluit politieke gezagdragers BES

6, derde lid

3

USD 1.188

USD 1.194

 

Rechtspositiebesluit politieke gezagdragers BES

6, derde lid

4

USD 1.258

USD 1.264

 

Rechtspositiebesluit politieke gezagdragers BES

6, derde lid

5

USD 1.327

USD 1.334

ARTIKEL V

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2016 met dien verstande dat artikel II, onderdeel A, terugwerkt tot en met 1 januari 2015, artikel II, onderdeel B, terugwerkt tot en met 1 september 2015 en artikel IV terugwerkt tot en met 1 januari 2014. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst wordt uitgegeven na 1 januari 2016 treedt deze regeling in werking met ingang van de dag na uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 1 januari 2016.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

TOELICHTING

Algemeen

De onderhavige regeling behelst het aanpassen van bedragen ten behoeve van diverse wettelijk geregelde onkostenvergoedingen voor zowel politieke ambtsdragers als voor de ambtenaren van de sector Rijk. Op grond van bovenliggende regelgeving is sprake van een verplichting om de in de regeling opgenomen bedragen elk jaar aan te passen aan de hand van de daarin voorgeschreven aanpassingssystematiek.

De verschillende bedragen moeten op 1 januari van ieder jaar dan wel jaarlijks worden gewijzigd aan de hand van de in de regelgeving genoemde en verschillende indexcijfers zoals de consumentenprijsindex, de consumentenprijsindex voor restaurants, fastfood, afhaalservice, cafés en accommodaties en het prijsindexcijfer autolease personenauto’s.

Daarnaast zijn er enkele vergoedingen voor politieke ambtsdragers die gekoppeld zijn aan het indexcijfers CAO lonen overheid.

Voorts zijn er vergoedingen van politieke ambtsdragers die, aan de hand van een rekenregel, moeten worden gewijzigd omdat de vergoedingen voor dienstreizen van het burgerlijk rijkspersoneel wijzigen. De tegemoetkomingen aan rijksambtenaren voor woon- werkverkeer op grond van de Verplaatsingskostenregeling 1989 wordt, ook ingevolge een rekenregel, geïndexeerd met de prijsstijging van een Ov-jaarkaart 2e klasse.

Tevens worden de bedragen in de regeling vaststelling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel 2011 – 2012 aangepast en de maximale tegemoetkoming voor representatiekosten. Vervolgens zijn loonmaatregelen die in diverse akkoorden1 overeen zijn gekomen vertaald in Artikel II. Ook ontvangen burgemeesters, wethouders en gedeputeerden op gelijke voet de eveneens overeengekomen eenmalige uitkering 2015. Voor een nadere uitleg wordt hier verwezen naar de artikelsgewijze toelichting van deze regeling.

Tot slot is het Rechtspositiebesluit politiek gezagdragers BES aangepast aan de afspraken die op15 augustus 2014 overeengekomen zijn bij de arbeidsvoorwaardenovereenkomst Caribisch Nederland.

Artikelsgewijs

Artikel I nummer 1, 5, 11, 12, 13, 16, 26, 42, 44 en 49 tot en met 52

Een aantal nummers in artikel I is vervallen. De overige nummers zijn niet vernummerd om zo vergelijking met de eerdere regeling niet te bemoeilijken. De volgende toelagen en onkostenvergoedingen worden jaarlijks met ingang van 1 januari aangepast aan de consumentenprijsindex, geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar. De consumentenprijsindex voor 2015 is bepaald op 117,18. Voor 2014 was dit indexcijfer 116,48. Procentueel is dat een verhoging van 0,6. Dit betekent dat het bedrag van de onkostenvergoeding per 1 januari 2016 wordt verhoogd met 0,6%.

Het betreft de volgende vergoedingen:

  • de vergoeding voor leden van de Eerste en Tweede Kamer voor kosten verbonden aan de uitoefening van het ambt (artikel 9, eerste lid, van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer en artikel 16, eerste lid, van de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer: nummers 1 en 5),

  • de vergoeding voor de vice-president van de Raad van State, de president van de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman, de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en de leden van de Raad van State en de staatsraden, de overige leden in gewone dienst van de Algemene Rekenkamer en de substituut-ombudsmannen voor de kosten van voorzieningen die voor eigen rekening komen en door hen mede worden aangewend ten behoeve van de vervulling van hun ambt (artikel 6, tweede lid, van het Besluit rechtspositie Raad van State, Algemene Rekenkamer en Nationale ombudsman: nummers 11 en 12),

  • de ambtstoelage voor burgemeesters (artikel 16, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit burgemeesters: nummer 13),

  • de onkostenvergoeding voor gedeputeerden (artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit gedeputeerden: nummer 16),

  • de onkostenvergoeding voor raadsleden (artikel 21, derde lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: nummer 26)

Wat betreft de onkostenvergoeding van de raadsleden in de drie hoogste inwonersklassen (gemeenten met meer dan 100.000 inwoners) is er overgangsrecht. Hun onkostenvergoedingen waren namelijk hoger dan het per 1 juli 2014 voor alle raadsleden geïntroduceerde bedrag van € 165,– per maand.

Als overgangsrecht is de onkostenvergoeding van de raadsleden in deze drie inwonersklassen gehandhaafd zoals die gold vóór inwerkingtreding van dit besluit, tot de gemeenteraadsverkiezingen van 2018. Hierdoor hebben de desbetreffende raadsleden ruimschoots de tijd om zich in te stellen op deze aanpassing per 2018.

Op de bedragen behorende bij de drie inwonersklassen wordt ook de bovengenoemde indexering toegepast. Dat houdt in dat de bedragen voor deze inwonersklassen per 1 januari 2016 als volgt worden gewijzigd:

7

100.001–150.000

€ 183,62

8

150.001–375.000

€ 218,75

9

375.001–

€ 262,38

  • de onkostenvergoeding voor statenleden (artikel 2, derde lid, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden: nummer 42),

  • de onkostenvergoeding voor wethouders (artikel 25, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders: nummer 44),

  • de vergoeding voor ministers en staatssecretarissen voor de kosten van voorzieningen die voor hun eigen rekening komen en door hen mede worden aangewend ten behoeve van de vervulling van hun ambt (artikel 10, tweede lid, van het Voorzieningenbesluit ministers en staatssecretarissen: nummers 49 t/m 52).

Artikel I, nummers 3 en 6 tot en met 9

Artikel 10, eerste lid, van de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer ziet op een vergoeding waarmee de leden van de Eerste Kamer voorzieningen kunnen treffen ter zake van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden. Deze vergoeding wordt jaarlijks herzien onder meer aan de hand van voor het overheidspersoneel geldende inhoudingen ter zake van het ouderdoms- en nabestaandenpensioen. Nu de pensioenpremie voor overheidspersoneel met ingang van 1 januari 2015 is gedaald van 7,39% naar 6,27%, leidt dat tot een verlaging van de jaarlijkse vergoeding.

Artikel 18, tweede lid, van de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer betreft de vergoeding voor verblijfkosten.

De vergoeding voor verblijfkosten voor leden van de Tweede Kamer is geregeld in artikel 8, tweede lid, van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer. Deze bepaling bevat een rekenregel, zodat in onderhavige regeling de bedragen niet gewijzigd hoeven te worden. De toepassing van de rekenregel leidt tot de volgende bedragen met ingang van 1 januari 2016:

Reisafstand

Vergoeding art. 8, eerste lid

0 km

€ 7.073,50

10 km

€ 11.701,00

75 km

€ 16.153,30

150 km

€ 21.595,00

Artikel I, nummer 2, 4, 10 en 48

Deze wijzigingen strekken tot aanpassing van de bedragen die zijn opgenomen in artikel 12a, tweede lid, van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer en artikel 13, tweede lid, van de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer, artikel 4, derde lid, van het Besluit rechtspositie Raad van State, Algemene Rekenkamer en Nationale ombudsman en artikel 7, tweede lid, van het Voorzieningenbesluit ministers en staatssecretarissen.

Het in deze bepalingen vermelde bedrag heeft betrekking op de maximaal toegestane kilometerprijs van een aan te schaffen dienstauto. Het bedrag wordt per 1 januari van elk jaar bij ministeriële regeling gewijzigd overeenkomstig de procentuele wijziging van het prijsindexcijfer jaargemiddelde operationele autolease inclusief brandstof, zoals door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerd, over het tweede kalenderjaar voorafgaand aan genoemde datum ten opzichte van hetzelfde indexcijfer over het jaar daaraan voorafgaand. De stijging van de normbedragen zoals die met dit besluit gestalte krijgt is als volgt berekend. Het prijsindexcijfer autolease personenauto’s 2014 was 103,0. Het prijsindexcijfer autolease personenauto’s 2013 was 103,6. Het verschil is dus 103,0-103,6 = -0,6. In een percentage uitgedrukt is de daling – 0,58%. Het normbedrag voor 2015 was (niet afgerond) € 0,6206419551182505 verminderd met 0,58% wordt € 0,6170422317785646, afgerond € 0,62. Het normbedrag wordt met ingang van 1 januari 2016 dus niet gewijzigd.

Artikel I, nummers 17 tot en met 25, 35 tot en met 40, 41, 43 en 53

Het maximumbedrag van de vergoeding voor werkzaamheden toegekend aan raadsleden en statenleden (tabel I van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden respectievelijk artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden) wordt jaarlijks met ingang van 1 januari aangepast aan de hand van het door het Centraal Bureau voor de Statistiek voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar vastgestelde indexcijfer CAO lonen overheid inclusief bijzondere beloningen.

Het indexcijfer CAO lonen overheid inclusief bijzondere beloningen voor 2015 is bepaald op 103,5. Voor 2014 was dit indexcijfer 102,0. Procentueel is dat een verhoging van 1,5%. Dit betekent dat het bedrag van de vergoeding voor de raadsleden per 1 januari 2016 wordt verhoogd met 1,5%.

Voor uw informatie melden wij u dat het CBS voor het bepalen van het indexcijfer het basisjaar heeft gewijzigd. Het basisjaar dat tot nu toe gehanteerd werd voor dit indexcijfer was 2000; dat is nu het jaar 2010 geworden.

Voor de berekeningswijze van deze verhoging verwijs ik u kortheidshalve naar de circulaire van 28 november 2014, nr. 2014-0000633441. In die circulaire is uiteengezet dat de hoogte van de vergoedingen voor de raadsleden in (2013, 2014 en) 2015 niet is gewijzigd, omdat een exacte berekeningswijze zou leiden tot een (zeer) geringe verlaging van de bedragen. Uitgaande van die (gering) lagere bedragen volgt uit deze berekeningswijze per 1 januari 2016, zoals hierboven vermeld, een procentuele verhoging van 1,5%.

De vergoeding aan een lid van een commissie, vermeld in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden en artikel 13 van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden wordt overeenkomstig aangepast. Tot slot wordt ook de vergoeding voor leden van het algemeen bestuur die geen lid zijn van het dagelijks bestuur (artikel 3.2, eerste lid, van het Waterschapsbesluit overeenkomstig aangepast.

Artikel I, nummers 54 tot en met 59

De bedragen voor de vergoeding van kleine uitgaven overdag en kleine uitgaven ’s avonds worden geïndexeerd met 2,1%, de gemiddelde stijging van het totaal van de componenten ontbijt, lunch en diner. De bedragen voor lunch en diner worden geïndexeerd met 1,6%, de gemiddelde wijziging van de consumentenprijsindexen voor restaurants, fastfood en afhaalservice en cafés. De bedragen voor logies en ontbijt worden geïndexeerd met 4,4% van de consumentenprijsindex voor accommodaties.

Artikel I, nummers 60 tot en met 68

Het maximumbedrag per maand van de tegemoetkoming per kilometer voor degene die de plaats van tewerkstelling niet of niet doelmatig per openbaar vervoer kan bereiken (artikel 12a Verplaatsingskostenbesluit 1989) en voor degene die de afstand tussen de woning en de plaats van tewerkstelling per fiets aflegt (artikel 12b, tweede lid, Verplaatsingskostenbesluit 1989) wordt vastgesteld op een twaalfde deel van de per 1 januari 2016 geldende grootverbruikcontractprijs van een OV jaarkaart 2e klasse. Deze grootverbruikcontractprijs bedraagt, op basis van de door de NS opgegeven prijs van een OV jaarkaart 2e klasse, op 1 januari 2016 € 4600,56. De tegemoetkoming in gemaakte reiskosten bedraagt vanaf 1 januari 2016 aldus € 383,38 (artikel 12, eerste lid).

Het maximumbedrag per maand van de tegemoetkoming per kilometer voor degene die de plaats van tewerkstelling met het openbaar vervoer kan bereiken, maar daarvan geen gebruik maakt (artikel 12b, eerste lid, Verplaatsingskostenbesluit 1989) wordt geïndexeerd met 2,02%, de prijsstijging van een OV jaarkaart 2e klasse, en bedraagt per 1 januari 2016 € 56,78 (artikel 13, eerste lid, onder a).

Voor degenen die niet regelmatig naar dezelfde plaats van tewerkstelling reizen (artikel 12, tweede lid, en artikel 13, eerste lid, onder b van de Verplaatsingskostenregeling 1989) is een maximale tegemoetkoming per dag van toepassing. De maximale bedragen per dag (€ 21,50 respectievelijk € 3,18) zijn het resultaat van de volgende berekening: het maandbedrag (€ 383,38 respectievelijk € 56,78), vermenigvuldigd met twaalf (maanden) en gedeeld door 214 (het reguliere aantal reisdagen per jaar, zoals opgenomen in de formule in artikel 12 van de Verplaatsingskostenregeling 1989).

De bedragen voor de tegemoetkoming per kilometer (artikel 12, vijfde lid, onderdeel d, en artikel 13, eerste lid, onderdeel c, alsmede artikel 13, tweede lid, van de Verplaatsingskostenregeling 1989) worden respectievelijk blijven per 1 januari 2016: 19 respectievelijk 6 eurocent per kilometer.

De hoge tegemoetkoming per kilometer wordt vastgesteld, door het niet afgeronde bedrag van 1 januari 2015 (18,54 eurocent) te indexeren met de prijsstijging van een OV jaarkaart 2e klasse van 2,02% en de uitkomst (18,91 eurocent) rekenkundig af te ronden op hele eurocenten (19 eurocent).

De lage tegemoetkoming wordt vastgesteld, op een derde deel van de niet afgeronde hoge tegemoetkoming per kilometer, dat resulteert in een bedrag van 6,30 eurocent, en wordt rekenkundig afgerond op hele eurocenten (6 eurocent).

In artikel 68a, derde lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement is de maximale tegemoetkoming voor representatiekosten die een ambtenaar kan ontvangen opgenomen. Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast aan de ontwikkeling van de totale consumentenprijsindex. Zie nummer 68.

Ook zijn voor de leden van de algemene besturen van waterschappen de vergoedingen, hun onkostenvergoedingen en hun tegemoetkoming in de ziektekosten geïndexeerd of gewijzigd als gevolg van de wijzigingen in de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk. Voor de leden van het dagelijks bestuur van een waterschap is de bezoldiging en de onkostenvergoeding gewijzigd en voor de voorzitter van het dagelijks bestuur is de bezoldiging en de ambtstoelage gewijzigd.

Artikelen II Bezoldiging politiek ambtsdragers

A

Tabellen 1, 2 en 3

In navolging van de wijzigingen van de rechtspositie van het Rijkspersoneel vanwege het Uitvoeringsakkoord Sectoroverleg Rijk van 24 april 2015 en de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk (2015-2016) van 2 oktober 2015 zijn in de artikelen II en III de bezoldigingsbedragen van de burgemeesters, de commissarissen van de Koning, de gedeputeerden, wethouders en de voorzitters van het dagelijks bestuur van een waterschap aangepast.

Als gevolg van het Uitvoeringsakkoord Sectoroverleg Rijk van 24 april 2015 is de besparing vanwege de verlaging van de werkgeverspremie van de pensioenen is per 1 januari 2015 ingezet voor een salarisverhoging. Dit betreft de verlaging van de werkgeverspremies vanwege het Pensioenakkoord Pensioenkamer Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid over de wijzigingen van de ABP-pensioenregeling naar aanleiding van de aanpassing van het fiscale pensioenkader “Witteveen 2015”. Dit betekent dat de pensioenopbouw tot een percentage van 1,875 van het pensioengevend loon wordt beperkt. Daarnaast wordt het vrijvallen van de werkgeverspremies, vanwege het beperken van de pensioenopbouw tot een inkomen van maximaal € 100.000 per jaar, aan de salarisbedragen toegevoegd naar de mate waarin de vrijval daar optreedt. Als gevolg van beide maatregelen worden de salarisbedragen met terugwerkende kracht tot 1 januari 2015 met 0,8% verhoogd en met een hoger percentage voor degenen met een inkomen van meer dan €100.000 per jaar.

Beide maatregelen hebben een algemeen karakter en werken door in de berekening van de pensioengrondslag. Zij zijn in de salaristabellen per 1 januari 2015 verwerkt.

B en C

Tabel 4 en 5

Op 2 oktober 2015 hebben de minister voor Wonen en Rijksdienst en het Ambtenarencentrum, CNV en CMHF de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk (2015-2016) gesloten. Daarin is afgesproken de salarisbedragen van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 (BBRA 1984) met ingang van 1 september 2015 met 1,25% te verhogen (in dit besluit geregeld in onderdeel B, tabel 4), en met ingang van 1 januari 2016 met 3% te verhogen (geregeld in onderdeel C, tabel 5). Tevens is een eenmalige uitkering van € 500,– bruto uitgekeerd aan alle ambtenaren met een arbeidsduur van gemiddeld 36 uur per week die op 1 september 2015 in dienst waren. Ambtenaren met een andere arbeidsduur ontvangen de uitkering naar rato. Ingeval van PAS en SBF-verlof en omstandigheden zoals bijvoorbeeld ziekte, ouderschapsverlof, waarbij sprake is van gedeeltelijke doorbetaling van de bezoldiging, zonder dat de formele arbeidsduur wijzigt, hebben geen invloed op de hoogte van de eenmalige uitkering. Ambtenaren die op 1 september 2015 geen bezoldiging ontvingen, hebben geen aanspraak op de eenmalige uitkering, tenzij er sprake is van buitengewoon verlof van maximaal zes weken. Deze uitkering is aan politieke ambtsdragers op gelijke voet toegekend.

Artikel III

In artikel 3, eerste lid, van het Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel worden de vergoedingen geregeld die een betrokkene verschuldigd is voor het van rijkswege verstrekte genot van een woning en verdere verstrekkingen in die woning. Voor het van rijkswege verstrekte genot van verwarming van de woning, energie voor kookdoeleinden, elektrische energie anders dan voor verwarming van de woning en voor kookdoeleinden, en leidingwater is als vergoeding een percentage van de bezoldiging vastgesteld.

De bedragen genoemd in artikel 2 Regeling vaststelling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel 2011-2012 zijn gemaximeerd en worden jaarlijks aangepast aan de ontwikkeling van de consumentenprijsindex van gas, elektriciteit en water. In artikel 2, onderdeel d, blijft het bedrag zoals met ingang van 1 januari 2015 is vastgesteld (€ 16,57), ongewijzigd.

Artikel IV

In onderdeel A, tabel 6, zijn de bedragen voor de bezoldiging van de gezagdragers BES per klasse gewijzigd als gevolg van de op 15 augustus 2014 vastgestelde arbeidsvoorwaardenovereenkomst Caribisch Nederland. Deze wijzigingen zijn eerder per circulaire aangekondigd.2

In onderdeel B, tabel 7, zijn de bedragen van de eilandgedeputeerden BES per klasse gewijzigd.

In onderdeel C, tabel 8, en in onderdeel D, tabel 9, zijn de bedragen van de vergoeding voor werkzaamheden respectievelijk de tegemoetkoming in de kosten ten behoeve van de eilandsraadsleden gewijzigd. Alle wijzigingen in dit artikel werken terug tot en met 1 januari 2014. De vergoedingen voor de commissieleden blijven ongewijzigd.

Artikel V

De regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2016. Terugwerkende kracht tot 1 januari 2014 hebben de regeling van de rechtspositionele wijzigingen voor de politieke gezagdragers BES in Artikel IV. Eveneens terugwerkende kracht is verleend aan wijzigingen naar aanleiding van de loonmaatregelen in per 1 januari 2015 en 1 september 2015. Deze terugwerkende kracht stuit niet op bezwaren daar de regelingen alle begunstigend zijn.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok


X Noot
1

Uitvoeringsakkoord Sectoroverleg Rijk van 24 april 2015, de Overeenkomst Arbeidsvoorwaarden Rijksschoonmaakorganisatie van 6 februari 2015 en van de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk (2015-2016) van 2 oktober 2015

X Noot
2

Aanpassing vergoedingen politieke gezagdragers BES, 13 oktober 2014 (2014-0000480934)

Naar boven