Aanleg artsenparkeerplaats Heilige Geestweg

Burgemeester en wethouders van Noordwijk,

Gelet op:

• artikel 18, lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) ingevolge verkeersbesluiten worden genomen door burgemeester en wethouders voor zover zij betreffen het verkeer op wegen, welke niet in beheer zijn bij het Rijk, de provincie of een waterschap;

• artikel 15, lid 1 van de WVW 1994 ingevolge de plaatsing van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens en onderborden, voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat, geschiedt krachtens een verkeersbesluit;

• artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) ingevolge de plaatsing van het verkeersteken E8 met onderbord van Bijlage 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990) moet geschieden krachtens een verkeersbesluit;

• artikel 24 van het BABW ingevolge verkeersbesluiten worden genomen na overleg met (een gemachtigde van) de korpschef van de politie van de Regionale Eenheid Den Haag;

Overwegende dat:

• Dokterspraktijk Atrium gevestigd is aan de Heilige Geestweg;

• Bij de bouw voorzien is in parkeerplaatsen op eigen terrein van Marente;

• de dokterspraktijk uitgebreid is, waardoor de ene aangewezen artsenplek op terrein van Marente niet meer volstaat;

• Marente niet bereid is een extra artsenplek aan te leggen;

• Artsen van maandag t/m vrijdag van 8.00 uur tot 17.00 uur spoeddienst hebben, waarbij het noodzakelijk is dat de arts zich snel naar de patiënt begeeft. Een vaste plek voor de auto, dicht bij de praktijk daarbij onontbeerlijk is;

• De gemeente ook bij andere dokterspraktijken in de gemeente, waar geen parkeren op eigen terrein aanwezig is, voorziet in artsenplekken in de openbare ruimte;

• Vanwege het belang voor de gezondheid van de inwoners van de gemeente Noordwijk het noodzakelijk is dat de dokter beschikt over een artsenplek in de nabijheid van de praktijk. Nu overleg met Marente niet tot een oplossing leidt de gemeente zich genoodzaakt ziet de artsenplek in de openbare ruimte aan te wijzen;

• deze maatregel wordt bewerkstelligd door het plaatsen van het bord P arts met onderbord met tijden op het parkeervak direct ten noorden van de ingang van het parkeerterrein aan de Heilige Geestweg;

• het instellen van deze maatregel geen negatieve gevolgen zal hebben op de parkeersituatie ter plaatse;

• de bovenvermelde maatregel wordt genomen op basis van artikel 2 van de WVW 1994 om de veiligheid op de weg te verzekeren en weggebruikers en passagiers te beschermen;

• de Heilige Geestweg en aanliggend parkeerterrein binnen de bebouwde kom ligt en in eigendom, beheer en onderhoud is bij de gemeente Noordwijk;

• het college van de burgemeester en wethouders, overeenkomstig artikel 18, lid 1 onder d van de WVW 1994, het bevoegd gezag is voor het nemen van dit verkeersbesluit;

• overeenkomstig artikel 24 van het BABW overleg heeft plaatsgevonden met de (gemachtigde van de) korpschef van de Regionale Eenheid Den Haag en dat er negatief is geadviseerd, omdat het bord P arts niet handhaafbaar is;

nemen, gelet op het voorgaande, het volgende

B E S L U I T :

1.De parkeerplaats direct ten noorden van de ingang van het parkeerterrein aan de Heilige Geestweg aan te wijzen als artsenparkeerplaats met een werkingssfeer van maandag tot en met vrijdag van 7.30 tot 17.30 uur door het plaatsen van een verkeersbord model E8 arts van Bijlage 1 van het RVV 1990, met onderbord “ma t/m vrij 7.30 – 17.03 h”;

Burgemeester en wethouders van Noordwijk,

De secretaris, De burgemeester,

drs.ir. J.W. de Vos MPA J. Rijpstra

Datum besluit : 8 december 2015

Bijlage: situatieschets

Tegen dit besluit kan iedere belanghebbende op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag van openbare kennisgeving een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders van Noordwijk, Postbus 298, 2200 AG Noordwijk, onder vermelding van ‘bezwaarschrift’. Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn en tenminste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar bevatten.

Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van dit besluit niet. Degenen die een bezwaarschrift hebben ingediend kunnen, indien er sprake is van spoedeisend belang, tevens op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, bij de president van de Arrondissementsrechtbank ‘s-Gravenhage, sector bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH ’s-Gravenhage vragen een voorlopige voorziening te treffen. Voor het behandelen van een dergelijk verzoek wordt griffierecht geheven.