Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Venray | Staatscourant 2015, 46977 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Venray | Staatscourant 2015, 46977 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Horst aan de Maas, Peel en Maas en Venray,
-de Wet gemeenschappelijke regelingen;
-- de Wet sociale werkvoorziening, als geldend vanaf 1 januari 2008;
de Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningschap Noord-Limburg West te wijzigen door middel van het vaststellen van de onderstaande integrale tekst.
De colleges kunnen, afzonderlijk dan wel gezamenlijk, besluiten het Werkvoorzieningschap opdracht te geven taken van en voor de gemeenten uit te voeren of te doen laten uitvoeren op het terrein van re-integratie, gesubsidieerde arbeid en participatie, alsmede het initiëren, creëren, organiseren en uitvoeren van werk en het bevorderen van mogelijkheden op de arbeidsmarkt voor met name diegenen die in de toetreding tot de arbeidsmarkt worden belemmerd en vallen onder andere sociale wetgeving dan de Wsw.
De colleges dragen de volgende aan hen toekomende bevoegdheden en verantwoordelijkheden en daarmee samenhangende taken ten aanzien van de Wsw over aan het Werkvoorzieningschap:
Het namens geïndiceerden tijdig aanvragen van een herindicatie én het op verzoek van geïndiceerden aanvragen van een herindicatie bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Dit lid is ook van toepassing met betrekking tot geïndiceerden op de wachtlijst en geïndiceerden met een dienstbetrekking op grond van artikel 7 van de Wsw.
Het, overeenkomstig artikel 11, derde lid van de Wsw, aanvragen van een herindicatie bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen voor de werknemer die de bedongen arbeid gedurende een ononderbroken periode van ten minste 13 weken niet heeft verricht omdat hij in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte daartoe verhinderd was en die naar het inzicht van het dagelijks bestuur duurzaam niet in staat zal zijn tot het verrichten van arbeid onder aangepaste omstandigheden;
Het verwerken van vervallen (her)indicatiebeschikkingen, als bedoeld in artikel 12, tweede lid van de Wsw, alsmede het berichten van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen over de vervallen (her)indicatiebeschikkingen, als bedoeld in artikel 5, derde lid van het Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken;
Het aanwijzen van een privaatrechterlijke rechtspersoon voor de uitvoering van de Wsw, als bedoeld in artikel 2, tweede lid van de Wsw. Dit voor zover het taken betreft die behoren bij de bevoegheden en verantwoordelijkheden die de colleges volgens dit lid overdragen aan het Werkvoorzieningschap of taken betreft die de colleges volgens het tweede lid van dit artikel mandateren aan het Werkvoorzieningschap.
De colleges kunnen voorts het Werkvoorzieningschap mandateren voor een aantal uitvoeringstaken in het kader van de Wsw. Deze taken behoren bij de bevoegdheden en verantwoordelijkheden in het kader van de Wsw die de colleges niet aan het Werkvoorzieningschap overdragen. De door de colleges aan het Werkvoorzieningschap gemandateerde taken zijn opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling.
Ter vervulling van de in het eerste lid genoemde bevoegdheden en verantwoordelijkheden en van de in het tweede lid bedoelde taken geeft het Werkvoorzieningschap tevens uitvoering aan de beleidskaders zoals deze door de raden worden vastgesteld. Ook geeft het Werkvoorzieningschap uitvoering aan de nadere regels die de raden stellen via de op grond van de Wsw vast te stellen verordeningen, tenzij in deze verordeningen anders wordt bepaald.
De afbakening van de bevoegdheden tussen de bestuursorganen van het openbaar lichaam is, onverminderd artikel 33, eerste lid van de Wgr en artikel VIIIa Wet dualisering gemeentebestuur, gelijk aan die welke in de Gemeentewet ten aanzien van bestuursorganen is neergelegd, tenzij uit deze regeling anders blijkt.
Het algemeen bestuur bestaat uit negen leden die, de voorzitter inbegrepen, door de colleges uit hun midden worden benoemd. Elk college benoemt drie leden van het algemeen bestuur. De plaatsvervanging zoals die binnen de afzonderlijke colleges is afgesproken is van overeenkomstige toepassing op de plaatsvervanging binnen het algemeen bestuur.
Ambtenaren, door of vanwege het Werkvoorzieningschap of door of vanwege een deelnemende gemeente aangesteld of daaraan ondergeschikt, kunnen geen lid zijn van het algemeen bestuur. Dit geldt niet ten aanzien van de burgemeester, die tevens ambtenaar van de burgerlijke stand van een gemeente is. Ook medewerkers van de NLW Groep NV of medewerkers van één van de vennootschappen van de NLW Groep NV kunnen geen lid zijn van het algemeen bestuur.
Het algemeen bestuur kan een reglement van orde vaststellen. Dit reglement mag geen bepalingen bevatten, welke in strijd zijn met deze regeling.
Indien tussentijds een plaats in het dagelijks bestuur vacant komt, benoemt het algemeen bestuur een nieuw lid. Gaat het openvallen van een plaats in het dagelijks bestuur gepaard met het openvallen van een plaats in het algemeen bestuur, dan stelt het algemeen bestuur het benoemen van een nieuw lid van het dagelijks bestuur uit, totdat de opengevallen plaats in het algemeen bestuur weer is bezet.
De voorzitter vertegenwoordigt het Werkvoorzieningschap in en buiten rechte. Indien hij behoort tot het college van een aan de regeling deelnemende gemeente, die partij is in een geding waarbij het Werkvoorzieningschap is betrokken, dan wordt het Werkvoorzieningschap vertegenwoordigd door een ander daartoe door het dagelijks bestuur uit zijn midden gekozen lid. Zijn beiden bij het geschil betrokken, dan wijst het dagelijks bestuur een ander als vertegenwoordiger aan. De voorzitter kan de vertegenwoordiging buiten rechte aan een door hem aan te wijzen gemachtigde opdragen voor een geval als bedoeld in dit lid.
Bevoegdheden en verplichtingen van het bestuur
Alle bevoegdheden, welke in het kader van deze regeling niet aan anderen zijn opgedragen, behoren aan het algemeen bestuur.
Het dagelijks bestuur maakt jaarlijks een ontwerpbegroting van inkomsten en uitgaven op, voorzien van een toelichting, en zendt dit ontwerp uiterlijk op 15 april van het jaar, voorafgaande aan het jaar waarop de begroting betrekking heeft, toe aan de raden. In de begroting wordt aangegeven de raming van de door gemeenten voor dat jaar verschuldigde bijdrage.
De raden kunnen uiterlijk vóór 1 juli van het jaar, voorafgaande aan het jaar waarop de begroting betrekking heeft, het dagelijks bestuur van hun gevoelen doen blijken. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin dit gevoelen is vervat bij de ontwerpbegroting en biedt het ontwerp tijdig aan het algemeen bestuur ter vaststelling aan.
Nadat de begroting is vastgesteld, zendt het dagelijks bestuur deze vóór 1 augustus ter kennisneming aan Gedeputeerde Staten en de raden, die binnen een maand na de datum van toezending schriftelijk aan Gedeputeerde Staten van hun gevoelen kunnen doen blijken, onder gelijktijdige toezending van een afschrift aan het dagelijks bestuur.
Het dagelijks bestuur zendt jaarlijks uiterlijk op 15 april de ontwerpjaarrekening met betrekking tot het afgelopen boekjaar aan de raden, vergezeld van een verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid, opgemaakt door een door het algemeen bestuur aangewezen deskundige, die niet in dienst van het openbaar lichaam mag zijn, alsmede vergezeld van een voorlopige berekening van de door de gemeenten te betalen bijdrage en voorzien van een toelichting van het dagelijks bestuur.
Bijdrage van de gemeenten per arbeidsjaar Wsw
Na de vaststelling van de rekening stuurt het dagelijks bestuur de colleges de einddeclaratie voor de in het eerste lid bedoelde bijdragen. De definitieve bijdrage van de gemeente wordt gebaseerd op het aantal gerealiseerde arbeidsjaren Wsw voor de betreffende gemeente. De bijdrage per gerealiseerd arbeidsjaar van de gemeente aan het Werkvoorzieningschap is gelijk aan de Rijksbijdrage Wsw die de gemeente per arbeidsjaar Wsw van het Rijk ontvangt. De Rijksbijdrage Wsw per arbeidsjaar Wsw is gelijk aan:
A = de totale Rijksbijdrage Wsw voor de gemeente in het betreffende jaar
B = de minimum taakstelling in arbeidsjaren Wsw voor de gemeente in het betreffende jaar
Op de einddeclaratie worden de over het betreffende boekjaar betaalde voorschotten, als bedoeld in het tweede lid, in mindering gebracht.
De stimuleringsuitkering begeleid werken, als bedoeld in artikel 18 van het Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken, wordt door de gemeenten doorbetaald aan het Werkvoorzieningschap. Dit geschiedt binnen 30 dagen nadat de gemeente de stimuleringsuitkering van het Rijk heeft ontvangen.
Bijdrage van de gemeenten in de bestuurs- en beheerskosten en de exploitatie van het Werkvoorzieningschap
De gemeenten verbinden zich bij te dragen in de bestuurs- en secretariaatskosten van het Werkvoorzieningschap en verstrekken een budget voor de exploitatie van het Werkvoorzieningschap. De gemeenten dekken eventuele resttekorten van het Werkvoorzieningschap, c.q. niet door het budget gedekte kosten af.
Na de vaststelling van de rekening declareert het dagelijks bestuur de in het eerste lid bedoelde bijdragen bij de gemeentebesturen. Bij het opstellen van de declaratie wordt rekening gehouden met over het betrokken boekjaar betaalde voorschotten als bedoeld in het derde lid. De gemeenten dragen de bijdrage af binnen dertig dagen na ontvangst van de berekening, als bedoeld in artikel 27, vijfde lid.
Bijdrage van de gemeenten aan eventuele nadelige exploitatiesaldi van de NLW Groep NV
De gemeenten verbinden zich om aanvullend een bijdrage te leveren in eventuele nadelige exploitatiesaldi van de NLW Groep NV, zulks naar rato van het aantal geïndiceerden met een dienstbetrekking, uitgedrukt in aantal arbeidsjaren Wsw, van de deelnemende gemeenten. Bij de bepaling, per gemeente, van het aantal arbeidsjaren Wsw van geïndiceerden met een dienstbetrekking worden geïndiceerden die een dienstbetrekking hebben met een ander college dan de deelnemende colleges, met een ander werkvoorzieningschap dan het Werkvoorzieningschap Noord-Limburg West of met een ander SW-bedrijf dan de NLW Groep NV buiten beschouwing gelaten.
Het algemeen bestuur regelt de geldleningen, het uitlenen van gelden, middels het aangaan van rekening-courantovereenkomsten en hetgeen verder de geldmiddelen van het Werkvoorzieningschap aangaat.
Indien het voorstel uitgaat van het algemeen bestuur, zendt dit zijn voorstel aan de colleges. Het algemeen bestuur neemt in zijn voorstel de eventuele gevolgen voor de samenwerkingsovereenkomst met de NLW Groep NV in ogenschouw. De colleges nemen binnen twee maanden na ontvangst van het voorstel een besluit, dat zij terstond mededelen aan het algemeen bestuur.
Indien het voorstel uitgaat van een of meer colleges zenden deze het voorstel aan het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur doet het voorstel met zijn beschouwingen ter zake binnen twee maanden aan de colleges van alle gemeenten toekomen. Het algemeen bestuur neemt in zijn beschouwingen de eventuele gevolgen voor de samenwerkingsovereenkomst met de NLW Groep NV in ogenschouw. De colleges nemen binnen twee maanden na ontvangst van het voorstel een besluit en delen dit terstond mee aan het algemeen bestuur.
Een besluit tot wijziging of opheffing is tot stand gekomen wanneer de colleges van ten minste tweederde van het aantal deelnemende gemeenten daartoe hebben besloten en treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op die waarin het besluit tot wijziging of opheffing is bekend gemaakt overeenkomstig artikel 26 van de Wgr.
De regeling is in formele zin een wijziging van de bestaande Gemeenschappelijke Regeling “Werkvoorzieningschap Noord-Limburg West”, zodat het samenwerkingsverband de rechtspersoonlijkheid en alle daarmee samenhangende rechten en plichten van het Werkvoorzieningschap voortzet, tenzij de regeling daarin uitdrukkelijk anders heeft voorzien.
Totdat ter zake een nieuw besluit wordt genomen, blijven besluiten, genomen krachtens de bestaande Gemeenschappelijke Regeling “Werkvoorzieningschap Noord-Limburg West”, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze regeling en waarvoor deze regeling overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten krachtens deze regeling.
De regeling wordt aangehaald als: Regeling Werkvoorzieningschap Noord-Limburg West.
Aldus, na verkregen toestemming van de gemeenteraden, vastgesteld door:
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Horst aan de Maas op 26 november 2015
de burgemeester, de secretaris,
Ir. C.H.C. van Rooij drs. J. van der Noordt MMO
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Peel en Maas op 26 november 2015
de burgemeester, de secretaris,
W.J.G. Delissen-van Tongerlo drs. H. Mensink
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Venray op 26 november 2015
Bijlage 1 Taken in het kader van de Wsw die door de colleges aan het Werkvoorzieningschap zijn gemandateerd (artikel 4, tweede lid)
Op grond van artikel 4, tweede lid van deze regeling mandateren de colleges het Werkvoorzieningschap voor de uitvoering van een aantal taken die behoren bij bevoegdheden en verantwoordelijkheden in het kader van de Wsw die de colleges niet hebben, of niet kunnen, overgedragen aan het Werkvoorzieningschap.
De colleges hebben enkele van hun bevoegdheden en verantwoordelijkheden in het kader van de Wsw niet overgedragen aan het Werkvoorzieningschap. Dit betreft:
Daarnaast kunnen op grond van de gemoderniseerde Wsw de verantwoordelijkheden rond financiering en verantwoording door de colleges niet worden overgedragen aan een werkvoorzieningschap.
In artikel 4, tweede lid van deze gemeenschappelijke regeling is weergegeven dat de colleges een aantal bij de bovengenoemde verantwoordelijkheden en bevoegdheden behorende uitvoeringstaken mandateren aan het Werkvoorzieningschap. In deze bijlage worden de bedoelde uitvoeringstaken weergegeven.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2015-46977.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.