Besluit van het bestuur van het CAK van 8 december 2015 houdende opheffing van de bezwaaradviescommissie (Opheffingsbesluit bezwaaradviescommissie Wtcg)

Het bestuur van het CAK,

Gelet op het bepaalde bij Wet van 4 juni 2014 tot afschaffing van de algemene tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten, de compensatie voor het verplicht eigen risico, de fiscale aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten en de tegemoetkoming specifieke zorgkosten en wijziging van de grondslag van de tegemoetkoming voor arbeidsongeschikten, gepubliceerd bij Staatsblad 2014, nr. 259 en de daarin opgenomen bepalingen, in het bijzonder de artikelen XIII en XVI welke per 1 januari 2016 in werking treden, wordt het volgende besloten:

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In de besluit wordt verstaan onder:

a. het CAK:

zelfstandig bestuursorgaan, genoemd in artikel 6.1.1 van de Wet langdurige zorg (Wlz).

b: commissie:

de bezwaaradviescommissie Wtcg.

c. Afschaffingswet:

Wet van 4 juni 2014, gepubliceerd bij Staatsblad 2014, nr. 259.

Artikel 2. Opheffing

De commissie in de zin van artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht, zoals bedoeld in de motie van Eerste Kamerlid Klein Breteler c.s. en de brief van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 22 december 20081 en is ingesteld bij Instellingsbesluit d.d. 10 januari 2011, gepubliceerd bij Staatscourant 2011, nr. 995 wordt middels dit besluit opgeheven.

Artikel 3. Overgangsbepalingen

Op bezwaarschriften gericht tegen besluiten die met inachtneming van artikel 3, eerste lid en artikel 4, derde lid, van de Afschaffingswet, uiterlijk 31 december 2015 zijn afgegeven, blijft het Instellingsbesluit d.d. 10 januari 2011, gepubliceerd bij Staatscourant 2011, nr. 995 van toepassing.

Artikel 4. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.

Artikel 5. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Opheffingsbesluit Bezwaaradviescommissie Wtcg.

Aldus besloten door het bestuur van het CAK, d.d.8 december 2015

E. van den Brink, Bestuursvoorzitter

TOELICHTING

Bij Wet van 4 juni 2014 heeft het parlement ingestemd met de afschaffing van onder meer de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg). Destijds is bij de invoering van deze regeling als voorwaarde gesteld dat een bezwaaradviescommissie zoals bedoeld in artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zou worden ingesteld. Met het besluit van 10 januari 2011 heeft het CAK destijds hieraan uitvoering gegeven. Nu de Wtcg – waaruit de behoefte van een commissie voortvloeide – per 1 januari 2016 wordt ingetrokken, heeft het onverminderd in stand houden van de commissie geen noodzaak meer. Daarom is besloten om gelijktijdig met de inwerkingtreding van bepaling XIII van de Afschaffingswet ook formeel de commissie op te heffen. Het besluit voorziet in een overgangsregeling voor de ‘tijdige’ primaire besluiten. De wetgever heeft namelijk bepaald dat het CAK uiterlijk op 31 december 2015 primaire besluiten mag afgeven en dat op die besluiten de Wtcg zoals op 31 december 2015 luidde van toepassing blijft. Conform artikel XVI, eerste lid, van de Afschaffingswet blijft in het spoor van de Wtcg ook het Instellingsbesluit d.d. 10 januari 2011 gelden voor die primaire besluiten. In de praktijk zal door verloop van tijd de mogelijkheid om een beroep te doen op de commissie eindigen, omdat er nu eenmaal geen primaire beslissingen worden afgegeven. Met dit besluit is in ieder geval formeel vastgesteld dat gelijktijdig met de intrekking van de Wtcg de commissie wordt beëindigd.


X Noot
1

Kamerstukken I, 2008–2009, 31 706, J en L.

Naar boven