Besluit van de inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport, van 22 december 2015, nr. ILT- 2015/86331, houdende wijziging van het Besluit ondermandaat Autoriteit woningcorporaties

De inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport,

Gelet op de afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 8, eerste en tweede lid, van het Besluit mandaat Autoriteit woningcorporaties aanwijzing toezichthouders Woningwet en WNT;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Besluit ondermandaat Autoriteit Woningcorporaties wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de directeur:

de directeur van de ILT/Autoriteit woningcorporaties, bedoeld in de bij het Organisatie- en mandaatbesluit Inspectie Leefomgeving en Transport 2015 behorende bijlage;

b. de hoofden:

de hoofden van de Afdeling Vergunningen, Analyse en Ontwikkeling, van de Afdeling Toezicht Woningcorporaties-I en van de Afdeling Toezicht Woningcorporaties-II, bedoeld in de bij het Organisatie- en mandaatbesluit Inspectie Leefomgeving en Transport 2015 behorende bijlage;

c. de inspecteurs:

de inspecteurs van de Afdeling Vergunningen, Analyse en Ontwikkeling, van de Afdeling Toezicht Woningcorporaties-I en van de Afdeling Toezicht Woningcorporaties-II, bedoeld in de bij het Organisatie- en mandaatbesluit Inspectie Leefomgeving en Transport 2015 behorende bijlage.

B

In artikel 2, eerste lid, vervalt ‘, teamleiders’.

C

In artikel 4 wordt de komma vervangen door ‘en’ en vervalt ‘en teamleiders’.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport, F.J. van Diepenbeek, wnd.

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen dit besluit binnen zes weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport, Postbus 16191, 2500 BD Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt, onder vermelding van datum en nummer of kenmerk; en

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

Naar boven