Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Financiën | Staatscourant 2015, 46495 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Financiën | Staatscourant 2015, 46495 | Besluiten van algemene strekking |
31 december 2015
nr. DGBel 2015/5911M
Directoraat-Generaal der Belastingdienst, Fiscaliteit
De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.
Dit besluit bevat een aanwijzing van de landen die voor de toepassing van de doorkijkverplichting uit de Common Reporting Standard beschouwd kunnen worden als deelnemende rechtsgebieden
Met ingang van 1 januari 2016 zullen financiële instellingen (FI’s) op grond van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen (WIB)1 worden verplicht om te rapporteren rekeningen te identificeren. Onderdeel van het identificatieproces is dat FI’s in gevallen waarin sprake is van een entiteit-rekeninghouder die een beleggingsentiteit is als bedoeld in bijlage I, sectie VIII, onderdeel A, onder 6, onderdeel b, van Richtlijn 2014/107/EU2 en die niet is gevestigd in een deelnemend rechtsgebied als bedoeld in artikel 2a, eerste lid, onderdeel f, van de WIB, moeten vaststellen wie de uiteindelijk belanghebbenden (UBO’s) van die entiteit zijn. Deze zogenoemde doorkijkverplichting is voor FI’s een administratief bewerkelijk proces. Op 1 januari 2016 is het aantal deelnemende rechtsgebieden beperkt tot de EU-lidstaten, San Marino en Liechtenstein. Dit betekent dat FI’s bij financiële rekeningen die worden gehouden door een dergelijke buiten de EU gevestigde beleggingsentiteit verplicht zijn door te kijken naar de UBO’s van die entiteit. Het is evenwel de verwachting dat in de loop van de jaren 2016 en 2017 vele CRS-overeenkomsten met rechtsgebieden buiten de EU tot stand zullen komen waardoor deze rechtsgebieden deelnemend rechtsgebied zullen worden. Op praktische gronden wordt daarom, onder voorwaarden, goedgekeurd dat met ingang van 1 januari 2016 de doorkijkverplichting niet geldt ten aanzien van de hiervoor bedoelde beleggingsentiteiten die zijn gevestigd in een van de bij dit besluit aan te wijzen rechtsgebieden.
Ik keur goed dat
− met ingang van 1 januari 2016 de doorkijkverplichting niet geldt ten aanzien van beleggingsentiteiten als bedoeld in bijlage I, sectie VIII, onderdeel A, onder 6, onderdeel b, van Richtlijn 2014/107/EU indien zij zijn gevestigd in een rechtsgebied dat de Multilaterale Competent Authority Agreement heeft getekend op uiterlijk 30 november 2015 (zie bijlage3).
Indien met een rechtsgebied dat op grond van dit besluit voor de doorkijkverplichting is aangewezen als deelnemend rechtsgebied uiteindelijk geen CRS-overeenkomst tot stand komt, moet de FI ten aanzien van de hier bedoelde beleggingsentiteit-rekeninghouder die gevestigd is in dat rechtsgebied alsnog vaststellen of er UBO’s zijn die te rapporteren personen zijn als bedoeld in artikel 2a, eerste lid, onderdeel p, van de WIB.
Deelnemend rechtsgebied
Een deelnemend rechtsgebied is volgens de WIB, overeenkomstig de definitie in Richtlijn 2014/107/EU, een EU-lidstaat of een rechtsgebied waarmee een overeenkomst tot uitwisseling van CRS-informatie tot stand is gekomen. Omdat er op 1 januari 2016 nog geen CRS-overeenkomsten tot stand zijn gekomen, zijn met ingang van die datum alleen de EU-lidstaten, San Marino en Liechtenstein deelnemend rechtsgebied. FI’s moeten met ingang van 1 januari 2016 niet alleen van rekeninghouders uit CRS-landen vaststellen of zij een te rapporteren persoon zijn maar ook van UBO’s van een specifiek soort beleggingsentiteit-rekeninghouder die is gevestigd in een niet-CRS-land (doorkijkverplichting). Op deze manier krijgen de desbetreffende landen toch informatie over die UBO’s, ook al doet het land waar de beleggingsentiteit is gevestigd niet mee aan de CRS. Hoe meer landen kwalificeren als CRS-land, hoe minder hoeft te worden doorgekeken. Doorkijken is voor de FI’s een bewerkelijk proces. Er zal ook moeten worden doorgekeken bij beleggingsentiteiten die zijn gevestigd in een land waarmee naar grote waarschijnlijkheid in 2016 of 2017 een CRS-overeenkomst tot stand zal komen. Daarom wordt goedgekeurd het begrip deelnemend rechtsgebied uit te breiden tot die landen waarmee vrijwel zeker binnen afzienbare tijd CRS-overeenkomsten tot stand zullen komen. Dit betreft de in de bijlage opgenomen landen. Deze bijlage zal met ingang van 1 juli 2016 worden geactualiseerd.
Als geen CRS-overeenkomst tot stand komt
Als met een rechtsgebied dat op grond van dit besluit voor de doorkijkverplichting is aangewezen als deelnemend rechtsgebied uiteindelijk geen CRS-overeenkomst tot stand komt, moet de FI bij de hiervoor bedoelde beleggingsentiteit-rekeninghouder die gevestigd is in dat rechtsgebied alsnog volgens de geldende identificatievoorschriften vaststellen wie de UBO’s van deze beleggingsentiteit zijn en of deze UBO’s te rapporteren personen zijn. De verplichting hiertoe zal worden opgenomen in het Uitvoeringsbesluit identificatie- en rapportagevoorschriften Common Reporting Standard, mocht deze situatie zich voordoen.
Dit besluit wordt met de bijlage in de Staatscourant gepubliceerd.
Den Haag, 31 december 2015
De Staatssecretaris van Financiën, Namens deze, J. de Blieck Lid van het managementteam Belastingdienst
Landen die voor de toepassing van de doorkijkverplichting uit de Common Reporting Standard beschouwd kunnen worden als deelnemende rechtsgebieden zijn:
1. Albanië
2. Anguila
3. Antigua en Barbuda
4. Argentinë
5. Aruba
6. Australië
7. Barbados
8. België
9. Belize
10. Bermuda
11. Britse Maagdeneilanden
12. Bulgarije
13. Canada
14. Chili
15. Colombia
16. Cook Eilanden
17. Costa Rica
18. Curaçao
19. Cyprus
20. Denemarken
21. Duitsland
22. Estland
23. Faröer Eilanden
24. Finland
25. Frankrijk
26. Ghana
27. Gibraltar
28. Grenada
29. Griekenland
30. Groot-Brittannië
31. Guernsey
32. Hongarije
33. Ierland
34. IJsland
35. India
36. Indonesië
37. Italië
38. Japan
39. Jersey
40. Kaaimaneilanden
41. Korea
42. Kroatië
43. Letland
44. Liechtenstein
45. Litouwen
46. Luxemburg
47. Malta
48. Man
49. Marshall Eilanden
50. Mauritius
51. Mexico
52. Montserrat
53. Nieuw-Zeeland
54. Niue
55. Noorwegen
56. Oostenrijk
57. Polen
58. Portugal
59. Roemenië
60. Saint Lucia
61. Saint Vincent en de Grenadinen
62. Samoa
63. San Marino
64. Seychellen
65. Sint Maarten
66. Slovenië
67. Slowakije
68. Spanje
69. Tsjechië
70. Turks- en Caicoseilanden
71. Zuid-Afrika
72. Zweden
73. Zwitserland
De door de OESO ontwikkelde Common Reporting Standard en Richtlijn 2014/107/EU zijn ingevolge de Wet uitvoering Common Reporting Standard geïmplementeerd in de WIB
Richtlijn 2014/107/EU van de Raad van 9 december 2014 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied (PbEU 2014. L 359).
In de bijlage zijn ook de landen opgenomen die op grond artikel 2a, eerste lid, onderdeel f van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen deelnemend rechtsgebied zijn.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2015-46495-n1.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.