Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 8 december 2015, nr. HO&S 853512, tot instelling van de Tijdelijke adviescommissie subsidiëring flexibel hoger onderwijs (Instellingsbesluit Tijdelijke adviescommissie subsidiëring flexibel hoger onderwijs)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken,

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. minister:

de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

b. commissie:

adviescommissie, bedoeld in artikel 6 van de Subsidieregeling flexibel hoger onderwijs voor volwassenen.

Artikel 2. Instelling commissie

Er is een Tijdelijke adviescommissie subsidiëring flexibel hoger onderwijs.

Artikel 3. Taak

De commissie heeft tot taak:

  • 1. Het beoordelen en rangschikken van aanvragen voor subsidie van instellingen voor hoger onderwijs op grond van de Subsidieregeling flexibel hoger onderwijs voor volwassenen.

  • 2. Het uiterlijk op 6 januari 2016 uitbrengen van advies aan de minister over het verlenen van subsidies aan instellingen voor hoger onderwijs op grond van de Subsidieregeling flexibel hoger onderwijs voor volwassenen.

Artikel 4. Leden

  • 1. Tot leden van de commissie worden benoemd:

    • a. Drs. W.J. Breebaart, tevens voorzitter;

    • b. Mevrouw dr. D. Joosten-ten Brinke;

    • c. Prof.dr. A.F.M. Nieuwenhuis;

    • d. Prof. dr. P.R.J. Simons;

    • e. Dr. J.G. Uijterwijk;

    • f. Prof. drs. R. Wagenaar.

  • 2. De leden van de commissie nemen deel aan de beraadslagingen en besluitvorming zonder last of ruggespraak.

  • 3. Bij tussentijds vertrek van een lid kan de minister een ander lid benoemen.

Artikel 5. Werkwijze

  • 1. De commissie stelt haar eigen werkwijze vast.

  • 2. De commissie kan zich door andere personen doen bijstaan voor zover dat voor de vervulling van haar taak nodig is. Het kan daarbij gaan om experts op de relevante onderwerpen, inclusief, op persoonlijke titel, ambtelijke deskundigen.

Artikel 6. Vergoeding

  • 1. De leden van de commissie ontvangen een vaste vergoeding per maand op grond van artikel 4 van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies.

  • 2. De leden van de commissie ontvangen een vergoeding van reis- en verblijfskosten op de voet van het Reisbesluit binnenland.

Artikel 7. Kosten van de commissie

De kosten van de commissie komen, voor zover goedgekeurd, voor rekening van de minister. Onder kosten worden in ieder geval verstaan de kosten voor vergaderingen.

Artikel 8. Informatieplicht

De commissie verstrekt aan de minister desgevraagd de door hem gewenste inlichtingen.

Artikel 9. Verantwoording

De commissie biedt de minister een rapportage aan waarin verslag wordt gedaan van de beoordelingen van subsidieaanvragen, de resultaten van de beoordeling van de afzonderlijke aanvragen en de onderbouwing van de beoordeling en rangschikking van de afzonderlijke aanvragen. De rapportage is zodanig dat de toekenning van scores en de onderbouwing daarvan transparant is.

Artikel 10. Geheimhouding

  • 1. De commissie neemt geheimhouding in acht ten aanzien van alle informatie die in het kader van dit besluit bekend wordt en waarvan het karakter als vertrouwelijk is aan te merken.

  • 2. De commissie zorgt ervoor dat door een ieder die betrokken is bij de werkzaamheden van de commissie, geheimhouding in acht wordt genomen ten aanzien van alle informatie die in het kader van dit besluit bekend wordt en waarvan het karakter als vertrouwelijk is aan te merken.

Artikel 11. Openbaarmaking

Rapporten, notities, verslagen en andere producten die door of namens de commissie worden vervaardigd, worden niet door de commissie openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de minister uitgebracht.

Artikel 12. Archiefbescheiden

De commissie draagt zo spoedig mogelijk na 6 januari 2016 of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende de werkzaamheden over aan het archief van de directie FM&ICT van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 13. Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte in de Staatscourant, waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 november 2015.

  • 2. Dit besluit vervalt met ingang van 1 augustus 2016.

Artikel 15. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als : Instellingsbesluit tijdelijke adviescommissie subsidiëring flexibel hoger onderwijs.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

TOELICHTING

Om tot een meer flexibele en vraaggerichte inrichting van het hoger onderwijs voor volwassenen te komen is het kabinet van plan in het hoger onderwijs experimenten op het terrein van flexibilisering en vraagfinanciering te starten. Twee concept-maatregelen van bestuur waarin de experimenten zijn vormgegeven (het ontwerpbesluit experimenten flexibel hoger onderwijs en het ontwerpbesluit vraagfinanciering hoger onderwijs) treden naar verwachting in de eerste helft van 2016 in werking. De experimenten flexibilisering bestaan uit het experiment leeruitkomsten, het experiment accreditatie onvolledige opleidingen en het experiment educatieve minor. Om instellingen hoger onderwijs te ondersteunen bij de ontwikkelingen die nodig zijn om deel te kunnen nemen aan het experiment leeruitkomsten en in het verlengde daarvan het experiment accreditatie onvolledige opleidingen, is de Subsidieregeling flexibel hoger onderwijs voor volwassenen ontwikkeld. De door instellingen hoger onderwijs in het kader van die regeling ingediende aanvragen worden door een onafhankelijke commissie beoordeeld. Het gaat om een tenderprocedure.

Beoordeling en rangschikking van de subsidieaanvragen vergt een specifieke deskundigheid op het terrein van flexibilisering van het hoger onderwijs. De leden zijn op die grond geselecteerd. De commissie heeft tot taak de minister te adviseren over het verlenen van subsidies in het kader van genoemde regeling.

De commissie kiest haar eigen werkwijze. De subsidievoorwaarden en de beoordelingsmaatstaven zoals vastgesteld en opgenomen in de Subsidieregeling flexibel hoger onderwijs voor volwassenen, worden door de commissie gehanteerd bij de beoordeling van de aanvragen, de advisering aan de minister en de verantwoording van de beoordelingen. Omdat de commissie haar werkzaamheden al vanaf 1 november 2015 uitvoert is aan dit besluit terugwerkende kracht verleend. De werkzaamheden zullen naar verwachting voor de zomer van 2016 zijn afgerond. Om die reden is de vervaldatum van dit besluit op 1 augustus 2016 gesteld.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Naar boven