Bekendmaking van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 10 december 2015, 2015-0000306894, tot wijzigingen van de AKW-bedragen per 1 januari 2016

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 13, tweede, derde en achtste lid, van de Algemene Kinderbijslagwet;

Maakt bekend:

ARTIKEL I

Het extra bedrag aan kinderbijslag, bedoeld in artikel 7a, tweede lid, van de Algemene Kinderbijslagwet, wordt met ingang van 1 januari 2016 gewijzigd in € 1.465,99.

ARTIKEL II

  • 1. Het basiskinderbijslagbedrag, bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de Algemene Kinderbijslagwet, wordt met ingang van 1 januari 2016 gewijzigd in € 273,89.

  • 2. De kinderbijslagbedragen, bedoeld in artikel 12, derde lid, van de Algemene Kinderbijslagwet, worden met ingang van 1 januari 2016 als volgt vastgesteld:

    Voor een kind dat

    • a. jonger is dan 6 jaar: € 191,72

    • b. 6 jaar of ouder, maar jonger is dan 12 jaar: € 232,81 en

    • c. 12 jaar en ouder, maar jonger is dan 18 jaar: € 273,89.

Deze bekendmaking zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 10 december 2015

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, de directeur Stelsel en Volksverzekeringen, J.A.A. Dikmans

TOELICHTING

Deze bekendmaking strekt tot indexering van het extra bedrag aan kinderbijslag, bedoeld in artikel 7a, tweede lid, van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) voor het kalenderjaar 2016 en indexering van het basiskinderbijslagbedrag, bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de AKW voor het eerste halfjaar van 2016.

Op grond van artikel 13, tweede en derde lid, van de AKW worden het extra bedrag aan kinderbijslag en het basiskinderbijslag ieder jaar met ingang van 1 januari respectievelijk 1 januari en 1 juli aangepast aan de ontwikkeling van het algemene prijsniveau. Dit gebeurt aan de hand van de ontwikkeling van de consumentenprijsindex in een vooraf bepaalde periode. De gewijzigde bedragen dienen door of namens Onze Minister te worden bekend gemaakt in de Staatscourant.

In verband met het niet toepassen van de indexering van de kinderbijslagbedragen in 2015 is in artikel 13a, tweede lid van de AKW bepaald dat voor de herziening van het extra bedrag aan kinderbijslag met ingang van 1 januari 2016 voor de toepassing van artikel 13, tweede lid, van de AKW onder ‘de consumentenprijsindex, waarop de laatste herziening is gebaseerd’ wordt verstaan ‘de consumentenprijsindex over de maand oktober 2014’. Voor wat betreft de herziening van het basiskinderbijslagbedrag is in artikel 13a, vierde lid bepaald dat met ingang van 1 januari 2016 voor de toepassing van artikel 13, derde lid, van de AKW onder ‘de consumentenprijsindex, waarop de laatste herziening is gebaseerd’ wordt verstaan ‘de consumentenprijsindex over de maand april 2015’.

Het percentage waarmee de bedragen, bedoeld in artikel 7a, tweede lid, en artikel 12, eerste lid, van de AKW, zijn geïndexeerd, bedraagt 0,41% respectievelijk 0,04%.

Op grond van artikel 13, achtste lid, van de AKW worden de uit de toepassing van artikel 12, derde lid, voortvloeiende kinderbijslagbedragen voor kinderen jonger dan 6 jaar, voor kinderen van 6 jaar of ouder, maar jonger dan 12 jaar en voor kinderen van 12 jaar en ouder, maar jonger dan 18 jaar, eveneens samen met de dag waarop de wijziging ingaat, door of namens Onze Minister bekendgemaakt in de Staatscourant.

Den Haag, 10 december 2015

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, de directeur Stelsel en Volksverzekeringen, J.A.A. Dikmans

Naar boven