Besluit van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 10 december 2015, nr. IENM/ILT-2015/71276, houdende wijziging van het Besluit aanwijzing toezichthouders en mandaat Regeling bedrijfsmatig tot ontbranding brengen van vuurwerk

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 5.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de artikelen 10:3, eerste lid, 10:4, eerste lid, en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien de instemming van de gemandateerden;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Het Besluit aanwijzing toezichthouders en mandaat Regeling bedrijfsmatig tot ontbranding brengen van vuurwerk wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2 wordt ‘functionarissen genoemd,’ vervangen door: functionarissen, genoemd.

B

Bijlage 1 komt te luiden:

BIJLAGE 1, BEDOELD IN ARTIKEL 1

Provincie

Dienst

Functieomschrijving

Groningen

Provincie Groningen

Projectmedewerker A

Projectmedewerker B

Projectmedewerker C

Friesland

Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving

Toezichthouder A

Toezichthouder B

Drenthe

Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe

Medewerker Handhaving I

Flevoland

Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek

Medewerker Handhaving II

Medewerker beleidsuitvoering I

Medewerker beleidsuitvoering II

Gelderland

Omgevingsdienst regio Arnhem

Medewerker Handhaving A

Medewerker Handhaving C

Medewerker Handhaving D

Overijssel

Provincie Overijssel

Medewerker Beleidsuitvoering

Utrecht

Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht

Handhaver A

Handhaver B

Handhaver C

Noord-Holland

Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied

Medewerker Beleidsuitvoering 1

Medewerker Handhaving 1

Medewerker Handhaving 2

Zuid-Holland

DCMR Zuid-Holland

Inspecteur

 

Omgevingsdienst West-Holland

Milieutechnisch medewerker Toezicht

Adviseur Milieukwaliteit

Medewerker Handhaving

 

Omgevingsdienst Haaglanden

Toezichthouder Milieu

 

Omgevingsdienst Midden-Holland

Vakspecialist A

Vakspecialist B

Vakspecialist D

 

Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Junior Inspecteur

Senior Inspecteur

Zeeland

Regionale Uitvoeringsdienst Zeeland

Inspecteur A

Inspecteur B

Inspecteur C

Noord-Brabant

Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant

Medewerker Toezicht en Handhaving A

Medewerker Toezicht en Handhaving B

Medewerker Toezicht en Handhaving 00

Vergunningverlener B

Limburg

Provincie Limburg medewerkers gedetacheerd bij Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg

Milieu-inspecteur Toezichthouder

C

Bijlage 2 komt te luiden:

BIJLAGE 2, BEDOELD IN ARTIKEL 2, EERSTE LID

Provincie

Functionaris

Groningen

Hoofd afdeling Omgeving en Milieu, provincie Groningen

Friesland

Directeur Friese Uitvoeringdienst Milieu en Omgeving

Drenthe

Directeur Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe

Flevoland

Directeur Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek

Gelderland

Directeur Omgevingsdienst regio Arnhem

Overijssel

Teamleider Handhaving, provincie Overijssel

Utrecht

Directeur Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht

Noord-Holland

– Algemeen directeur Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied

– Adjunct-directeur, portefeuille Toezicht en Handhaving Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied

Zuid-Holland

Directeur Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Holland

Zeeland

Directeur Regionale Uitvoeringsdienst Zeeland

Noord-Brabant

Directeur Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant

Limburg

Directeur Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu t.a.v. de Inspecteur-Generaal Leefomgeving en Transport, team Juridische zaken, Postbus 16191, 2500 BD Den Haag.

Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend en ten minste te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich, onder vermelding van de datum en nummer of kenmerk; en

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

TOELICHTING

Als gevolg van een wijziging in 2012 van het Vuurwerkbesluit en de Regeling bedrijfsmatig tot ontbranding brengen van vuurwerk, is de bevoegdheid tot bestuursrechtelijke handhaving van de regels voor de ontbranding van vuurwerk op locatie (evenementen) onbedoeld deels overgegaan van gedeputeerde staten op de Minister van Infrastructuur en Milieu.

In verband daarmee is sinds 9 december 2013 met het Besluit aanwijzing toezichthouders en mandaat Regeling bedrijfsmatig tot ontbranding brengen van vuurwerk, tijdelijk en vooruitlopend op een aanpassing van de Wet milieubeheer en het Vuurwerkbesluit, voorzien in het verlenen van mandaat, volmacht en machtiging aan functionarissen van de provincies voor het nemen van besluiten en andere handelingen ter handhaving van de Regeling bedrijfsmatig tot ontbranding brengen van vuurwerk. Daarmee is bereikt dat de (uitvoering van de) bestuursrechtelijke handhaving toch bij het beoogde orgaan, gedeputeerde staten, is belegd.

Inmiddels heeft een aanpassing van de Wet milieubeheer plaatsgevonden en is in artikel 18.2b, derde lid, van de Wet milieubeheer een grondslag gecreëerd om de verantwoordelijkheid voor de bestuursrechtelijke handhaving van de regels voor de ontbranding van vuurwerk op locatie (evenementen) weer geheel bij de provincies neer te leggen. Ter uitvoering van genoemd artikel van de Wet milieubeheer wordt een wijziging van het Vuurwerkbesluit voorbereid.

Tot de inwerkingtreding van deze wijziging blijft het Besluit aanwijzing toezichthouders en mandaat Regeling bedrijfsmatig tot ontbranding brengen van vuurwerk van kracht. Het besluit moet daarom ook actueel blijven. In verband met organisatorische wijzigingen, waaronder in het bijzonder de vorming van de omgevingsdiensten, bij een aantal provincies is het noodzakelijk gebleken de bijlagen bij het genoemde besluit, waarin de toezichthouders en gemandateerde functionarissen zijn opgenomen, per 1 januari 2016 te actualiseren. Het onderhavige besluit strekt daartoe. Daarnaast is een kleine redactionele wijziging aangebracht.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

Naar boven