Regeling van de Minister van Financiën van 7 december 2015, 2015-0000021207, directie Financiële Markten, tot wijziging van de Vrijstellingsregeling Wft en de Uitvoeringsregeling Wft in verband met de invoering van een toezichtregime voor kredietunies (Regeling toezicht kredietunies)

De Minister van Financiën,

Gelet op de artikelen 2:54q, 3:3; 3:38c en 4:7 van de Wet op het financieel toezicht;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Vrijstellingsregeling Wft wordt als volgt gewijzigd:

A

Na paragraaf 2.0c wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 2.0d. Bedrijf van kredietunie

Vrijstelling als bedoeld in artikel 2:54q van de wet

Artikel 1j
  • 1. Van artikel 2:54o van de wet zijn vrijgesteld kredietunies waarvan het bedrag aan aangetrokken opvorderbare gelden minder bedraagt dan € 10.000.000.

  • 2. Een kredietunie als bedoel in het eerste lid vermeldt op haar website, in reclame-uitingen en in documenten over de bedrijfsactiviteiten van de onderneming, dat de onderneming voor de uitoefening van haar activiteiten niet vergunningplichtig is ingevolge de wet en niet onder toezicht staat van de Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten.

B

Na paragraaf 3.1b wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 3.1c. Kredietunies

Vrijstelling als bedoeld in artikel 3:3 van de wet

Artikel 18c

Kredietunies zijn vrijgesteld van het Deel Prudentieel toezicht financiële ondernemingen, met uitzondering van de artikelen 3:6 en 3:7 van de Wet, indien:

  • a. het bedrag aan aangetrokken opvorderbare gelden minder bedraagt dan € 10.000.000; en

  • b. de onderneming op haar website, in reclame-uitingen en in documenten over de bedrijfsactiviteiten van de onderneming, vermeldt dat de onderneming voor de uitoefening van haar activiteiten niet vergunningplichtig is ingevolge de wet en niet onder toezicht staat van de Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten.

C

Paragraaf 4.2 komt te luiden:

§ 4.2. Kredietunies

Artikel 34
  • 1. Kredietunies zijn vrijgesteld van het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen indien het bedrag aan aangetrokken opvorderbare gelden minder bedraagt dan € 10.000.000

  • 2. Een kredietunie als bedoel in het eerste lid vermeldt op haar website, in reclame-uitingen en in documenten over de bedrijfsactiviteiten van de onderneming, dat de onderneming voor de uitoefening van haar activiteiten niet vergunningplichtig is ingevolge de wet en niet onder toezicht staat van de Nederlandsche Bank of de Autoriteit Financiële Markten.

ARTIKEL II

De Uitvoeringsregeling Wft wordt als volgt gewijzigd:

Na hoofdstuk 9a wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK 9B. KREDIETUNIES

Bepaling ter uitvoering van artikel 3:38c van de wet

Artikel 20j

Een kredietunie met zetel in Nederland heeft een maximaal bedrag aan aangetrokken opvorderbare gelden van € 100.000.000 en een maximaal aantal leden van 25.000.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet toezicht kredietunies in werking treedt.

ARTIKEL IV

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling toezicht kredietunies.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

TOELICHTING

Deze regeling geeft samen met het Besluit toezicht kredietunies invulling aan het nieuwe toezichtregime voor kredietunies uit de Wet op het financieel toezicht. Voorheen zouden kredietunies die opvorderbare gelden aantrekken, moeten beschikken over een bankvergunning. Het nieuwe toezichtregime voor kredietunies regelt dat voor kredietunies die niet meer dan € 100.000.000 aan opvorderbare gelden aantrekken of meer dan 25.000 leden hebben, een op het bedrijf van kredietunie toegesneden toezichtregime, inclusief vergunning, geldt. Voor deze nieuwe vergunningplicht geldt een ondergrens. De onderhavige regeling stelt kredietunies die maximaal € 10.000.000 aan opvorderbare gelden aantrekken en hun leden informeren over de afwezigheid van toezicht, vrij van de vergunningplicht, deel 3 en deel 4 van de Wft. Hiermee wordt aangesloten op de suggesties die op deze punten zijn gedaan in de memorie van toelichting op de Wet toezicht kredietunies en tijdens de behandeling van deze wet door de Tweede Kamer.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Naar boven