Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 18 december 2015, nr. WJZ/15140236, tot wijziging van de Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen in verband met de wijziging van kosten en tarieven

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 6, tweede en vierde lid, en 81 van de Zaaizaad- en plantgoedwet 2005;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling werkzaamheden Raad voor Plantenrassen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdelen a, b en c, wordt ‘€ 430’ vervangen door: € 434.

2. In het eerste lid onderdelen b en c wordt ‘€ 582’ vervangen door: € 588.

3. In het tweede lid wordt ‘€ 54’ vervangen door: € 56.

4. In het derde lid wordt ‘€ 152’ vervangen door: € 154.

B

Artikel 24, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Ingeval een aanvraag wordt ingetrokken of afgewezen voordat het in artikel 19 van het besluit bedoelde onderzoek in een teeltperiode is aangevangen, wordt het bedrag dat voor het onderzoek gedurende de nog aan te vangen teeltperiode is betaald ingevolge artikel 22, eerste lid, gerestitueerd.

C

In artikel 28 wordt ‘€ 70,–’ vervangen door: € 23,–.

D

In artikel 42a wordt ‘€ 150,–’ vervangen door: € 200,–.

E

Bijlage 1 wordt vervangen door de bijlage, opgenomen in de bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 18 december 2015

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

BIJLAGE, BEHORENDE BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL E

Bijlage 1., behorende bij artikel 21, eerste lid, van de Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen

Nr.

Gewasgroep

Bedrag

 

Landbouwgewassen

 

1

Zaadgewassen

€ 1.544

2

Vegetatief vermeerderde gewassen

€ 1.855

3

Oliehoudende gewassen

€ 1.964

4

Grasgewassen

€ 2.020

5

Bieten

€ 1.485

6

Instandhoudingsrassen van aardappelgewassen

€ 416

7

Instandhoudingsrassen van granen

€ 261

8

Andere landbouwgewassen

€ 1.994

 

Siergewassen

 

9

Gewassen met levende referentiecollectie, onderzoek onder glas, lange en korte teelt

€ 2.419

10

Gewassen met levende referentiecollectie, veldonderzoek, lange en korte teelt

€ 1.979

11

Gewassen zonder levende referentiecollectie, onderzoek onder glas, lange en korte teelt

€ 1.972

12

Gewassen zonder levende referentiecollectie, veldonderzoek, lange en korte teelt

€ 1.717

 

Groentegewassen

 

13

Veldonderzoek

€ 1.882

14

Veldonderzoek instandhoudingsrassen

€ 217

15

Veldonderzoek heropname versneld

€ 158

16

Velonderzoek heropname uitgebreid

€ 1.882

17

Onderzoek onder glas

€ 2.530

18

Onderzoek onder glas instandhoudingsrassen

€ 339

19

Onderzoek onder glas heropname versneld

€ 388

20

Onderzoek onder glas heropname uitgebreid

€ 2.530

TOELICHTING

I. ALGEMEEN

1. Doel en aanleiding

Met onderhavige regeling worden als gevolg van prijsindexatie en kostprijsontwikkeling diverse tariefsaanpassingen doorgevoerd in de Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen. In verband met gebleken kostendekkendheid worden enkele tarieven verlaagd. Voorts wordt het vacatiegeld voor de Raad voor plantenrassen (hierna: Raad) aangepast.

De tarieven van de Raad die verband houden met de kosten van het onderzoek, bedoeld in artikel 35, eerste lid, onder a van de Zaaizaad- en plantgoedwet 2005 (hierna ZPW 2005), worden via kostprijsberekening per afzonderlijk gewas of per categorie van gewas vastgesteld. De aanpassing van deze tarieven is voor 2016 gemaximeerd tot een stijging van 5%. Voor de overige tarieven van de Raad geldt dat ook een inschatting is gemaakt van de in 2016 te verwachten kosten van de Raad, maar dat, behoudens enkele uitzonderingen, een indexatie is toegepast van circa 1%. Uitgangspunt hierbij is geweest het inflatiecijfer consumentenprijzen per juli 2015. Deze tarieven zijn afgerond op hele bedragen.

2. Regeldruk

De wijziging heeft geen effect op de regeldruk. Het aanpassen van de tarieven brengt geen nieuwe informatieverplichtingen met zich mee.

3. Vaste verandermomenten

In lijn met het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309) treedt deze wijzigingsregeling in werking per 1 januari 2016. Op grond van genoemd beleid geldt dat publicatie van een ministeriële regeling in beginsel plaats vindt twee maanden voorafgaand aan de inwerkingtreding. Uitgezonderd van deze regulier te hanteren invoeringstermijn zijn tariefsaanpassingen zoals die met onderhavige regeling doorgevoerd worden.

II. ARTIKELEN

Artikel I, onderdeel A (artikel 17, eerste, tweede en derde lid)

Om kostendekkend te blijven zijn de tarieven verschuldigd voor de (al dan niet gelijktijdige) behandeling van een aanvraag tot verlening van een kwekersrecht en tot toelating van een ras marginaal verhoogd.

Artikel I, onderdeel B (artikel 24, tweede lid)

De formulering van artikel 24, tweede lid, is aangepast om te verduidelijken dat het bedrag betaald voor onderzoekskosten slechts wordt gerestitueerd indien bedoeld onderzoek nog niet is aangevangen.

Artikel I, onderdeel C (artikel 28)

Het in artikel 28 gehanteerde bedrag van € 70,– wordt vervangen door een bedrag van € 23,–. Dit laatste bedrag dekt de kosten van de Raad voor de inschrijving van een verzoek tot verlening van een licentie door de Raad als bedoeld in artikel 62 van de ZPW 2005.

Artikel I, onderdeel D (artikel 42a)

Op grond van artikel 81 van de ZPW 2005 stelt de Minister van Economische Zaken een vergoeding vast voor de leden en plaatsvervangende leden van de Raad. In artikel 42a van de regeling is de hoogte van het vacatiegeld van de leden van de Raad opgenomen, uitgezonderd de voorzitter en secretaris. Dit vacatiegeld wordt verhoogd naar het bedrag van € 200,–. Bij het bepalen van een reële vergoeding voor de leden van de Raad is enerzijds gekeken naar de vergoeding die functionarissen in vergelijkbare functies ontvangen, de wenselijkheid om voldoende gekwalificeerde personen aan te kunnen (blijven) trekken om deel te nemen aan de zittingen, de tijd die een lid aan een vergadering besteedt (inclusief de voorbereiding gemiddeld 5,5 uur), de in te brengen en op peil te houden deskundigheid, het in te brengen en te onderhouden eigen netwerk (voor zover gerelateerd aan de activiteiten van de Raad), de beoogde onafhankelijkheid en anderzijds naar het feit dat de kosten van de Raad ten laste van de rijksbegroting komen (artikel 6, eerste lid van de ZPW 2005), dat de Raad een publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan is (artikel 2 en 2a ZPW 2005). Gekeken is ook naar de Circulaire Vergoedingen adviescolleges en commissies (bij het ontbreken van een dergelijke regeling voor de Raad) en dat de vergoeding niet hoger is dan het bezoldigingsmaximum van artikel 2.3 van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector, die ook van toepassing is op de leden van de Raad.

Artikel I, onderdeel E (Bijlage 1, behorende bij artikel 21, eerste lid)

Diverse tarieven uit bijlage 1 worden gelet op het doorberekenen van indexatie, kostprijsberekening en kostendekkendheid ten opzichte van 2015 aangepast.

Vrijwel alle tarieven voor de gewasgroep landbouwgewassen worden (marginaal) verhoogd: zaadgewassen van € 1.529 naar € 1.544, vegetatief vermeerderde gewassen van € 1.800 naar € 1.855, oliehoudende gewassen van € 1.945 naar € 1.964, grasgewassen van € 1.925 naar € 2.020, instandhoudingsrassen van aardappelgewassen van € 412 naar € 416 en instandhoudingsrassen van granen van € 258 naar € 261. Het tarief voor bieten wordt verlaagd van € 1.696 naar € 1.485.

Het tarief voor de gewasgroep gewassen zonder levende referentiecollectie, onderzoek onder glas, lange en korte teelt wordt verhoogd van € 1.878 naar € 1.972. De tarieven voor de overige siergewassen blijven ongewijzigd.

In de gewasgroep groentegewassen worden de volgende (marginale) tariefsverhogingen doorgevoerd: veldonderzoek en veldonderzoek heropname uitgebreid van € 1.863 naar € 1.882, veldonderzoek naar instandhoudingsrassen van € 215 naar € 217, veldonderzoek heropname versneld van € 156 naar € 158, onderzoek onder glas en onderzoek onder glas heropname uitgebreid van € 2.450 naar € 2.530, onderzoek onder glas naar instandhoudingsrassen van € 336 naar € 339 en onderzoek onder glas heropname versneld van € 384 naar € 388. Daarnaast komt de gewasgroep fruitgewassen niet meer terug in bijlage 1. Doordat het in artikel 21 bedoelde onderzoek wordt uitgevoerd door een buitenlandse onderzoeksinstelling (artikel 21, tweede lid) is opname van deze gewassen in bijlage 1 overbodig geworden.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven