De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op artikel XXXV van de Verzamelwet SZW 2016;
Besluit:
ARTIKEL I. EENMALIGE AANPASSING BEDRAGEN PARTICIPATIEWET
Artikel 22a, derde lid, van de Participatiewet wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt ‘€ 512,65’ vervangen door: € 518,01.
2. In onderdeel b wordt ‘€ 237,61’ vervangen door: € 240,10.
ARTIKEL II. EENMALIGE AANPASSING BEDRAG IOAW
In artikel 8, zevende lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
werkloze werknemers wordt ‘€ 196,71’ vervangen door: € 198,23.
ARTIKEL III. EENMALIGE AANPASSING BEDRAG IOAZ
In artikel 8, elfde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte
gewezen zelfstandigen wordt ‘€ 196,71’ vervangen door: € 198,23.
ARTIKEL IV. INWERKINGTREDING
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.
TOELICHTING
Met ingang van 1 januari 2016 treedt de Verzamelwet SZW 2016 in werking waarin twee
normbedragen in de Participatiewet en een normbedrag in de Wet inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) worden aangepast.
Op het moment dat de betreffende aanpassingen van de Participatiewet, IOAW en de IOAZ
werden opgesteld waren echter nog niet de normbedragen bekend zoals ze met ingang
van 1 januari 2016 moeten komen te luiden omdat de indexeringen nog niet bekend waren.
Om dit goed te laten verlopen is in de Verzamelwet SZW 2016 in artikel XXXV een bepaling
opgenomen waarin de bevoegdheid is opgenomen voor de Minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid om deze normbedragen eenmalig na inwerkingtreding van het wetsvoorstel
aan te passen. Van deze mogelijkheid tot eenmalige aanpassing wordt nu gebruik gemaakt.
De normen genoemd in de Participatiewet volgen de ontwikkeling van het nettominimumloon,
zoals bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Participatiewet. Het nettominimumloon
is afgeleid van het bruto wettelijk minimumloon, waarbij rekening wordt gehouden met
het per 1 januari 2016 voorgenomen belastingpercentage eerste schijf en de algemene
heffingskorting. Per 1 januari 2016 is het nettominimumloon € 1.389,57, dat is inclusief
5% vakantiegeld.
De maximale vrijlating van inkomsten uit arbeid van een persoon die medisch urenbeperkt
is, wordt per 2016 bruto vastgesteld. Daarbij geldt als uitgangspunt het netto bedrag
dat is genoemd in artikel 31, tweede lid, onderdeel z, van de Participatiewet. Het
bedrag wordt bruto vastgesteld, rekening houdend met de relevante belastingpercentages
en kortingen.
Wellicht ten overvloede wordt gemeld dat de normbedragen uit de Participatiewet, IOAW
en IOAZ die niet zijn gewijzigd bij de genoemde wetsvoorstellen maar die wel geïndexeerd
dienen te worden via de reguliere indexeringsbepalingen van rechtswege worden aangepast.
Deze gewijzigde bedragen zullen zoals gewoonlijk worden bekendgemaakt in de Staatscourant.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher