Wijziging Reglement Participatiefonds schooljaar 2015–2016, Stichting Participatiefonds voor het Onderwijs

Het bestuur van de Stichting Participatiefonds voor het Onderwijs heeft op 16 oktober 2015, in Staatscourant Nr. 34449, het gewijzigde ‘Reglement Participatiefonds voor het schooljaar 2015–2016’, laten publiceren.

Het bestuur van het Participatiefonds heeft besloten met ingang van 1 januari 2016 artikel 3:1 en artikel 3:6 van het reglement Participatiefonds 2015–2016 te wijzigen.

Artikel 3:1 gaat met ingang van 1 januari 2016 als volgt luiden:

Artikel 3:1 Vergoedingsverzoek

De werkgever:

  • a. die een dienstverband van een werknemer, aangesteld of benoemd op grond van de CAO PO, beëindigt of een tijdelijk dienstverband niet voortzet; en

  • b. die wenst dat de uitkeringskosten die op grond van artikel 138, tweede lid, van de WPO of artikel 132, tweede lid, van de WEC voor rekening van de werkgever komen, ten laste van het Participatiefonds worden gebracht, dient bij het Participatiefonds een vergoedingsverzoek in.

Artikel 3:6 gaat met ingang van 1 januari 2016 als volgt luiden:

Artikel 3:6 Gronden voor afwijzing vergoedingsverzoek

  • – 1. Het Participatiefonds wijst een vergoedingsverzoek in ieder geval af als:

    • a. de werkgever het dienstverband beëindigt of het tijdelijk dienstverband niet voortzet op grond van een andere beëindigingsgrond dan genoemd in dit reglement;

    • b. de werkgever zich, in strijd met artikel 60 in samenhang gelezen met artikel 62 van de WPO of in strijd met artikel 63 in samenhang gelezen met artikel 65 van de WEC, niet heeft onderworpen aan een uitspraak van de Commissie van Beroep;

    • c. sprake is van een dienstverband in het kader van vervanging als bedoeld in paragraaf 1, onder 35, waaraan een regulier dienstverband is voorafgegaan en de werkgever niet heeft voldaan aan het verzoek van het Participatiefonds om binnen acht weken alsnog een vergoedingsverzoek te doen in het kader van de beëindiging van het reguliere dienstverband;

    • d. het vergoedingsverzoek van de werkgever onredelijk is;

    • e. het beëindigen van een dienstverband of het niet voortzetten van een tijdelijk dienstverband in de risicosfeer van de werkgever valt;

    • f. De werkgever het dienstverband niet herstelt terwijl hij daartoe op grond van artikel 7:682, eerste lid, onder b dan wel onder c, BW, is veroordeeld;

    • g. De kantonrechter de werknemer een billijke vergoeding heeft toegekend op de voet van artikel 7:682, eerste lid onder b, BW dan wel artikel 7:682, eerste lid, onder c, nu in die gevallen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever;

    • h. sprake is van een dienstverband dat is aangegaan op grond van een andere CAO dan de CAO PO.

Naar boven