De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;
Gelet op artikel 15.51, derde lid, van de Wet milieubeheer;
BESLUIT:
TOELICHTING
Met dit besluit stel ik, in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische
Zaken, de hoeveelheid CO2-emissies vast die de glastuinbouwsector in het kalenderjaar 2015 binnen het zogenoemde
kostenvereveningssysteem zonder financiële consequenties kan emitteren. Tegen dit
besluit kan op grond van bijlage 2 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 1, onderdeel
Wet milieubeheer, onder c, geen beroep worden ingesteld. De vastgestelde hoeveelheid
voor het kalenderjaar 2015 bedraagt 6,3 megaton CO2-emissies. Wordt de vastgestelde hoeveelheid overschreden, dan zijn de inrichtingen
in de sector een vergoeding verschuldigd op grond van artikel 15.52 van de Wet milieubeheer.
Tot de CO2-emissies behoren zowel de teeltgerelateerde CO2-emissies als de CO2-emissies
als gevolg van de met een warmtekrachtinstallatie opgewekte elektriciteit die door
de inrichting aan derden wordt geleverd. Tevens behoren tot de CO2-emissies, de CO2-emissies die samenhangen met warmte welke is afgenomen van een ander bedrijf, met
uitzondering van de CO2-emissies van warmte welke is afgenomen van een inrichting die deelneemt aan het kostenvereveningssysteem
of aan het Europese systeem van handel in broeikasgasemissierechten (EU ETS). De laatstgenoemde
CO2-emissies worden immers verantwoord door de inrichtingen die de warmte hebben opgewekt.
Met het vaststellen van de hoeveelheid CO2-emissies voor het kalenderjaar 2015 is als volgt uitvoering gegeven aan de afspraken
die hierover zijn vastgelegd in het Convenant CO2-emissieruimte binnen het CO2-sectorsysteem glastuinbouw voor de periode 2013-20201 (hierna: het Convenant).
Eerst is het gemiddelde van de temperatuur gecorrigeerde CO2-emissies van de glastuinbouwsector in de periode 2010-2012 bepaald. Voor het bepalen
van dit gemiddelde is uitgegaan van de gegevens die zijn opgenomen in de Energiemonitor
van de Nederlandse glastuinbouw 2013 van het Landbouw-Economisch Instituut (hierna:
LEI)2. In die energiemonitor zijn de definitieve totale en de teeltgerelateerde CO2-emissies van de glastuinbouwsector in de jaren 2010, 2011 en 2012 opgenomen. Het
LEI heeft deze CO2-emissies temperatuur gecorrigeerd en vervolgens het gemiddelde van de temperatuur
gecorrigeerde CO2-emissies in de periode 2010-2012 berekend. Het gemiddelde is 7,5 Megaton CO2-emissies.
In het Convenant is afgesproken dat de basis voor het boekjaar 2013 (te weten 7,5
Megaton CO2-emissies) in de periode 2014-2020 lineair afneemt naar 6,2 Megaton CO2-emissies in 2020. Hieruit volgt voor 2015 de basis van 7,1 Megaton CO2-emissies. Vervolgens is voor de inrichtingen die op 1 januari 2015 deelnamen aan
het EU ETS op grond van cijfers van de Nederlandse Emissieautoriteit per inrichting
het gemiddelde van de jaarlijkse allocatie in de periode 2010-2012 berekend.
Het gemiddelde van deze inrichtingen is bij elkaar opgeteld en vervolgens verminderd
met een factor 0,0174 maal het aantal jaren na 2010 (0,0174 x 5). Dit resulteert in
0,8 Megaton CO2-emissies. De 0,8 Megaton CO2-emissies wordt in mindering gebracht op de basis van 7,1 Megaton totale CO2-emissies, wat resulteert in 6,3 Megaton totale CO2-emissies.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
S.A.M. Dijksma