Regeling van de Minister van Economische Zaken van 3 december 2015, nr. WJZ/15157411, houdende wijziging van de Regeling nationale EZ-subsidies in verband met de wijziging van de duur waarbinnen de TKI-projecttoeslag kan worden aangewend

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 4 en 34 van het Kaderbesluit nationale EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling nationale EZ-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3.2.5, vierde lid, wordt ‘vijf jaar’ vervangen door: tien jaar.

B

Artikel 3.2.10 komt te luiden:

  • 1. De programmatoeslag, bedoeld in artikel 3.2.2, onderdeel a, wordt aangewend binnen vijf jaar na verlening.

  • 2. De projecttoeslag, bedoeld in artikel 3.2.2, onderdeel b, wordt aangewend gedurende de looptijd van het project.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 16 november 2015.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 3 december 2015

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

TOELICHTING

1. Inleiding

In 2013 is de TKI-toeslagregeling geïntroduceerd met als doel de privaat-publieke samenwerking binnen de topsectoren te versterken door een toeslag te verlenen op de private bijdrage aan publiek gefinancierd onderzoek. Topconsortia voor Kennis en Innovatie (verder: TKI’s) kunnen toeslag aanvragen op de verwachte private bijdragen aan de uitvoering van het TKI-programma in het komende jaar (programmatoeslag).

In 2013 is gebleken dat het aanvragen van een programmatoeslag onzekerheid voor de topsectoren met zich meebrengt over de te realiseren toeslag en daarmee over de mogelijkheden om toeslag in te zetten. Dit was vooral een probleem bij meerjarige projecten waarin promotieonderzoek door AIO’s plaatsvindt. Om die reden is met ingang van 2014 de mogelijkheid gecreëerd dat TKI’s toeslag aanvragen op basis van meerjarige publiek-private samenwerkingsprojecten waarvan de private bijdragen al vast liggen (projecttoeslag). In principe wordt de projecttoeslag gegeven voor de gehele duur van een samenwerkingsproject, voor zover er in die tijd jaarlijks private bijdragen zijn toegezegd en worden ontvangen. Voorwaarde is dat de toeslag die op basis van private bijdragen aan dat project wordt verstrekt ook weer op dat project wordt ingezet.

De looptijd van een dergelijk project werd gesteld op maximaal vijf jaar, op grond van de verwachting dat met deze duur de meeste voorgestelde projecten konden worden gehonoreerd.

Gebleken is dat er publiek-private samenwerkingsverbanden zijn waarbinnen samenwerkingsprojecten met een duur van meer dan vijf jaar worden ontwikkeld en uitgevoerd. Door de genoemde beperking van de toekenning van de projecttoeslag tot projecten met een looptijd tot vijf jaar wordt de projecttoeslag voor de langere projecten niet toegekend. Die langere projecten moesten in verband daarmee in twee afzonderlijke projecten worden gesplitst. Dat is ongewenst. Het is voor het welslagen van deze langere projecten gewenst dat de TKI-projecttoeslag naast de toegezegde private bijdragen beschikbaar is gedurende hele duur van een dergelijk project. Ter ondersteuning van de door de private bijdragen gefinancierde langere samenwerkingsprojecten is besloten de looptijd van projecten waarvoor een projecttoeslag verkregen kan worden te verhogen. Teneinde de aanvragers enige speling te bieden in de omvang van de onderzoeken waarvoor een projecttoeslag wordt verstrekt is de maximale projectduur verhoogd tot tien jaar. Het is de verwachting dat er geen projecten met een duur van langer dan 10 jaar worden gestart.

2. Staatssteun

De TKI-projecttoeslag bevat staatssteun en wordt gerechtvaardigd onder de artikelen 25 en 28 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening1. In deze regeling wordt alleen de maximale duur van een project gewijzigd, en wordt de aanwending van de toeslag gedurende de hele looptijd van een project (en niet gedurende ten hoogste vijf jaren) mogelijk gemaakt. De wijziging van de regeling betreft slechts een looptijdwijziging. Dit heeft geen gevolgen voor de staatssteunrechtvaardiging.

3. Regeldruk

De administratieve lasten voor 2016 voor de TKI’s voor aanvraag, uitvoering en eindverantwoording bedragen € 528.720. Dat is 0,44% van het totaal bedrag van de projecttoeslagen. De regeldruk verandert niet ten opzichte van 2015. Looptijd is geen factor in de regeldrukmeting.

4. Inwerkingtreding

Het tijdstip van inwerkingtreding moet samenvallen met het begin van de nieuwe openstelling van de TKI-toeslagen, met ingang van 16 november 2016.

Dit wijkt af van het beleid inzake de vaste verandermomenten. Het betreft echter een wijziging die in het belang is van de desbetreffende TKI’s, omdat het een, zich bij de TKI-projecttoeslagen voordoend, nadeel oplost.

De regeling werkt tot en met 16 november 2015 terug ten behoeve van de aanvragen die met ingang van die datum zijn ingediend.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L187).

Naar boven