Regeling van de directeur-generaal Politie van het Ministerie van Veiligheid en Justitie van 10 februari 2015, nr. DGPOL/613032 houdende verlening van ondermandaat en het doorgeven van volmacht en machtiging aan onder de directeur-generaal ressorterende ambtenaren (Mandaatregeling DGPOL Ministerie van Veiligheid en Justitie 2014)

De directeur-generaal Politie van het Ministerie van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 3 van de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011, artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en artikel 22, vierde lid, van de Comptabiliteitswet 2001;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Van het ingevolge artikel 1 van de Mandaatregeling hoofden clusters Ministerie van Veiligheid en Justitie 2012 aan de directeur-generaal Politie verleende ondermandaat wordt ten aanzien van de aangelegenheden die hun dienstonderdeel, portefeuille of programma betreffen ondermandaat verleend aan:

    • a. de directeur Middelen Politie;

    • b. de directeur Regie en Control;

    • c. de directeur Politieel Beleid en Taakuitvoering;

  • 2. Van het ingevolge artikel 1 van de Mandaatregeling hoofden clusters Ministerie van Veiligheid en Justitie 2012 aan de directeur-generaal Politie verleende ondermandaat wordt ten aanzien van de aangelegenheden bedoeld in artikel 5, tweede lid, onderdeel a, van de Organisatieregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011, ondermandaat verleend aan de directeur Wetgeving en Juridische Zaken.

Artikel 2

Als hoofd van de dienst in de zin van artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement ten aanzien van de onder hen ressorterende ambtenaren, worden aangewezen de ambtenaren, genoemd in kolom 1 van bijlage 1 bij deze regeling.

Artikel 3

Als bevoegd om te beschikken over bedragen voor het aangaan van verplichtingen en voor het verrichten van uitgaven, worden aangewezen de ambtenaren, genoemd in kolom 1 van bijlage 2 bij deze regeling voor zover het betreft de bedragen, genoemd in kolom 2 van die bijlage.

Artikel 4

Aan de directeur-generaal blijft voorbehouden:

  • a. de bevoegdheid om beslissingen te nemen inzake aanstelling, bevordering en ontslag van alsmede treffen van disciplinaire maatregelen jegens ambtenaren op managementfuncties van schaal 14 en hoger direct onder het niveau van het hoofd van de directie of dienst;

  • b. voor zover het de verlening van een ondermandaat aan de in artikel 1, eerste lid, genoemde ambtenaren betreft, de bevoegdheid tot inhuur van interim-management, organisatie- en formatieadvies, communicatieadvies en beleidsadvies.

Artikel 5

De mandaatregeling DGPOL Ministerie van Veiligheid en Justitie 2013 wordt ingetrokken.

Artikel 6

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 april 2014.

Artikel 7

Deze regeling wordt aangehaald als: Mandaatregeling DGPOL Ministerie van Veiligheid en Justitie 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. Bijlage 1 en 2 bij dit besluit liggen ter inzage bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

De directeur-generaal Politie van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, A.F. Gaastra

Naar boven