Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 3 december 2015 nr. BOACAT2015/063, strekkende tot aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren bij gemeente Amsterdam (rve Handhaving en Toezicht en 7 stadsdelen) 2015, domein I

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelezen het verzoek van de directeur rve Handhaving en Toezicht, mede namens de afdelingshoofden handhaving openbare ruimte van de stadsdelen van de gemeente Amsterdam van 14 oktober 2015 en de adviezen van de hoofdofficier van justitie bij het arrondissementsparket Amsterdam en de korpschef als bedoeld in artikel 27 van de Politiewet 2012;

Gelet op:

  • artikel 142, eerste lid, aanhef en onder b en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering;

  • artikel 7, zevende lid, van de Politiewet 2012;

  • artikel 55b van het Wetboek van Strafvordering;

  • artikel 36, eerste lid, en artikel 41, tweede lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

  • artikel 17, eerste lid, aanhef en onder 2, van de Wet op de economische delicten.

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder buitengewoon opsporingsambtenaar: de persoon als bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

De personen, werkzaam in de functie van ‘handhaver openbare ruimte’ in dienst van de gemeente Amsterdam, zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 3

  • 1. De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd tot het opsporen van de strafbare feiten behorend tot het domein I, Openbare ruimte, als genoemd in onderdeel 6.4 van de Beleidsregels Buitengewoon Opsporingsambtenaar.

  • 2. De opsporingsbevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, geldt voor het grondgebied van Nederland, voor zover noodzakelijk voor een goede vervulling van de aan de functie gerelateerde taken.

  • 3. De buitengewoon opsporingsambtenaar vermeldt in zijn processen-verbaal en schriftelijke verslagleggingen het in het eerste lid genoemde domein.

Artikel 4

Op grond van dit besluit kunnen maximaal 590 personen als buitengewoon opsporingsambtenaar worden beëdigd.

Artikel 5

  • 1. Als toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie bij het arrondissementsparket Amsterdam.

  • 2. Als direct toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef als bedoeld in artikel 27 van de Politiewet 2012.

Artikel 6

De buitengewoon opsporingsambtenaar kan de in artikel 7, eerste en derde lid, van de Politiewet 2012 omschreven bevoegdheden uitoefenen met gebruikmaking van handboeien.

Artikel 7

  • 1. De gemeente Amsterdam brengt jaarlijks, voor 1 april, verslag uit over:

    • a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam in de in artikel 2 genoemde functie(s);

    • b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

    • c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar voor dat examen zijn geslaagd.

  • 2. Dit verslag wordt toegezonden aan de in artikel 5 bedoelde toezichthouder en direct toezichthouder en aan het Ministerie van Veiligheid en Justitie, dienst Justis, afdeling V&T, postbus 20300, 2500 EH Den Haag.

Artikel 8

De individuele akten van opsporingsbevoegdheid en de op naam gestelde akten van beëdiging en de overige benoemingsbescheiden van de buitengewoon opsporingsambtenaren in dienst van de gemeente Amsterdam in de functie(s) zoals omschreven in artikel 2 van het onderhavige besluit, welke zijn afgegeven op basis van de in artikel 9 genoemde besluiten, worden geacht, voor de duur van hun geldigheid of tot daarover nader zal zijn beslist, mede te zijn afgegeven op basis van het onderhavige besluit.

Dit artikel brengt geen wijziging in de resterende looptijd van de afgegeven aktes.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt vijf jaar na het tijdstip van inwerkingtreding.

Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar bij de Directie Toezicht & Handhaving van het Stadsdeel Centrum van de gemeente Amsterdam 2013, domein I van 26 juli 2013, nr. BOCAT2013/44, wordt ingetrokken.

Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar van het Stadsdeel Zuid van de gemeente Amsterdam 2011 van 4 januari 2011, nr. 5680905/Justis/10, wordt ingetrokken.

Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Openbare Ruimte, Stadsdeel Oost van de gemeente Amsterdam 2010 van 9 december 2010, nr. 5677252/Justis/10, wordt ingetrokken.

Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar van het Stadsdeel Amsterdam-Noord van de gemeente Amsterdam 2011 van 27 januari 2011, nr. 5682076/Justis/11, wordt ingetrokken.

Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar van het Stadsdeel Nieuw-West van de gemeente Amsterdam 2011 van 29 december 2010, nr. 5680984/Justis/10, wordt ingetrokken.

Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar van het Stadsdeel West van de gemeente Amsterdam, domein I Openbare Ruimte 2011 van 8 februari 2011, nr. 5682879/Justis/10, wordt ingetrokken.

Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Openbare Ruimte, Dienst Stadstoezicht van de gemeente Amsterdam 2010 van 14 december 2010, nr. 5679572/Justis/10, wordt ingetrokken.

Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar van het Stadsdeel Zuidoost van de gemeente Amsterdam, domein I Openbare Ruimte en domein II Milieu, welzijn en infrastructuur 2015 van 29 januari 2015, nr. BOACAT2015/002, wordt ingetrokken.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar bij de gemeente Amsterdam 2015, domein I.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 3 december 2015.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, namens deze, S.M.A.C. van Weert Afdelingsmanager V&T

Bezwaar maken

Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit bezwaar maken bij de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. U doet dit door een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen binnen zes weken na dagtekening van dit besluit. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar het volgende adres:

Dienst Justis

Afdeling V&T

Postbus 20300

2500 EH Den Haag

U kunt uw bezwaarschrift ook door uw gemachtigde in laten dienen. Als de gemachtigde geen advocaat is, voeg dan een machtiging bij uw bezwaarschrift.

Zorg ervoor dat uw bezwaarschrift in elk geval het volgende bevat:

  • uw naam en adres;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van de beslissing waartegen u bezwaar wilt maken. U kunt ook een kopie van de beslissing meesturen;

  • de gronden van uw bezwaar;

  • uw handtekening of de handtekening van uw gemachtigde.

Naar boven