Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 3 december 2015, 872601-144333-VGP, houdende wijziging van diverse ministeriële regelingen op het terrein van de Warenwet

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op:

  • Verordening (EU) nr. 609/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 inzake voor zuigelingen en peuters bedoelde levensmiddelen, voeding voor medisch gebruik en de dagelijkse voeding volledig vervangende producten voor gewichtsbeheersing, en tot intrekking van Richtlijn 92/52/EEG van de Raad, Richtlijnen 96/8/EG, 1999/21/EG, 2006/125/EG en 2006/141/EG van de Commissie, Richtlijn 2009/39/EG van het Europees Parlement en de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 41/2009 en (EG) nr. 953/2009 van de Commissie (PbEU 2013, L 181);

  • Verordening (EU) nr. 1379/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 houdende een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1184/2006 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad (PbEU 2013, L 354);

  • artikel 9a van het Warenwetbesluit Visserijproducten, slakken en kikkerbillen;

  • artikel 13a, eerste lid, onderdeel a, van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen;

  • artikel 11 van het Warenwetbesluit retributies levensmiddelen;

  • artikel 3, eerste lid, onderdeel a, en 4, eerste lid, van het Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Warenwetregeling handelsbenamingen vis wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt ‘bedoeld in artikel 4, tweede lid, van verordening (EG) 104/2000’ vervangen door: bedoeld in artikel 37, eerste lid, van verordening (EU) 1379/2013.

B

De titel van de bijlage komt te luiden:

De lijst met handelsbenamingen, bedoeld in artikel 37, eerste lid, van verordening (EU) 1379/2013, is de navolgende:

ARTIKEL II

In artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de Warenwetregeling residuen van bestrijdingsmiddelen wordt

‘3. de waren, bedoeld in de Warenwetregeling zuigelingenvoeding 2007;

4. de waren, bedoeld in de Warenwetregeling Babyvoeding;’

vervangen door:

  • 3. volledige zuigelingenvoeding, opvolgzuigelingenvoeding, bewerkte levensmiddelen op basis van granen en babyvoeding, bedoeld in Verordening (EU) nr. 609/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 inzake voor zuigelingen en peuters bedoelde levensmiddelen, voeding voor medisch gebruik en de dagelijkse voeding volledig vervangende producten voor gewichtsbeheersing, en tot intrekking van Richtlijn 92/52/EEG van de Raad, Richtlijnen 96/8/EG, 1999/21/EG, 2006/125/EG en 2006/141/EG van de Commissie, Richtlijn 2009/39/EG van het Europees Parlement en de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 41/2009 en (EG) nr. 953/2009 van de Commissie (PbEU 2013, L 181);

ARTIKEL III

De Warenwetregeling vaststelling van tarieven voor retributies levensmiddelen 2008 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 2 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. De retributie, bedoeld in artikel 2, derde lid, van het besluit, komt overeen met de werkelijke kosten van de activiteiten verricht door de medewerker van de NVWA.

B

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1’ geplaatst.

2. In het eerste lid (nieuw) wordt ‘een partij visserijproducten’ vervangen door: een partij ingevroren visserijproducten.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In afwijking van het eerste lid bedraagt de retributie voor de controle van een partij verse zeevis, schaaldieren, waaronder de Crangon crangon garnalen, en koppotige de werkelijke kosten.

C

Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘aan de werkzaamheden’ vervangen door: aan de inspectiewerkzaamheden.

2. Onder vernummering van het derde tot en met zevende lid tot vijfde tot en met negende lid, worden twee leden ingevoegd, luidende:

  • 3. De retributie, bedoeld in het tweede lid, wordt vermeerderd met € 26,50 administratiekosten.

  • 4. In afwijking van het derde lid wordt de retributie, bedoeld in het tweede lid, vermeerderd met:

    • a. € 53,– administratiekosten indien een interventie plaatsvindt; of

    • b. € 265,– administratiekosten indien de natuurlijke persoon of rechtspersoon eerder drie maal is beboet voor een vergelijkbare overtreding en er nog geen twee jaar zijn verlopen sinds die eerdere bestuurlijke boetes onherroepelijk zijn geworden.

3. In het zesde lid (nieuw), onderdeel b, vervallen ‘werkzaamheden’ en ‘en’.

4. In het zesde lid (nieuw) wordt de punt in onderdeel c vervangen door: ; en.

5. Aan het zesde lid (nieuw) wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. € 26,50 administratiekosten.

6. In het zevende en achtste lid (nieuw) wordt ‘In afwijking van het eerste tot en met vierde lid’ vervangen door: In afwijking van het eerste tot en met zesde lid.

7. Onder vernummering van het negende lid (nieuw) tot tiende lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 9. In afwijking van het tweede tot en met zesde lid bedraagt de retributie voor een aanvullende officiële controle in een erkend bedrijf voor iedere medewerker van de NVWA:

    • a. € 157,56 starttarief; en

    • b. € 28,26 per kwartier dan aan de werkzaamheden door deze medewerker van de NVWA is besteed.

D

In artikel 23d, eerste lid, onderdeel a, wordt ‘€ 19,39’ vervangen door: € 19,53.

ARTIKEL IV

Deel A van de bijlage bij de Warenwetregeling verpakkingen en gebruiksartikelen wordt als volgt gewijzigd:

A

Hoofdstuk 0 wordt als volgt gewijzigd:

1. In paragraaf 0.5.2, onderdeel b, wordt ‘zoals omschreven in de Richtlijnen 2006/141/EG14 en 2006/125/EG15’ vervangen door: zoals omschreven in verordening (EU) 609/201314.

2. Voetnoot 14 komt te luiden:

  • 14. Verordening (EU) nr. 609/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 inzake voor zuigelingen en peuters bedoelde levensmiddelen, voeding voor medisch gebruik en de dagelijkse voeding volledig vervangende producten voor gewichtsbeheersing, en tot intrekking van Richtlijn 92/52/EEG van de Raad, Richtlijnen 96/8/EG, 1999/21/EG, 2006/125/EG en 2006/141/EG van de Commissie, Richtlijn 2009/39/EG van het Europees Parlement en de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 41/2009 en (EG) nr. 953/2009 van de Commissie (PbEU 2013, L 181).

3. In paragraaf 0.6, onderdeel b, wordt ‘zoals omschreven in de Richtlijnen 2006/141/EG en 2006/125/EG’ vervangen door: zoals omschreven in verordening (EU) 609/2013.

B

Voetnoot (3) bij tabel I-1 van hoofdstuk I komt te luiden:

  • (3) De som van de migratie van alle stoffen gemarkeerd met (3) mag niet aantoonbaar zijn met een methode met een detectiegrens van 0,05 mg/kg. De som van de migratie van volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding en bewerkte levensmiddelen op basis van granen en babyvoeding als omschreven in verordening (EU) 609/2013 mag niet hoger zijn dan 0,01 mg/kg voedsel zoals geconsumeerd.

ARTIKEL V

  • 1. Artikel I treedt in werking op het tijdstip waarop artikel XIV van het besluit houdende wijziging van enkele Warenwetbesluiten in verband met de wijziging van de Warenwet (Stb. 2015, 235), de uitvoering van verordening (EU) nr. 1379/2013, de aanpassing van de aanduiding van kaas en enkele technische wijzigingen in werking treedt.

  • 2. De artikelen II en IV treden in werking met ingang van 20 juli 2016.

  • 3. Artikel III treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling wijzigt een aantal Warenwetregelingen. De meeste wijzigingen vloeien voort uit het besluit houdende wijziging van enkele Warenwetbesluiten in verband met de wijziging van de Warenwet (Stb. 2015, 235), de uitvoering van verordening (EU) nr. 1379/2013, de aanpassing van de aanduiding van kaas en enkele technische wijzigingen. Voor een toelichting op alle wijzigingen wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting.

Het ontwerp van deze regeling is voorgelegd aan de deelnemers aan het Regulier Overleg Warenwet (ROW)1. Deze consultatie heeft niet geleid tot commentaar op de ontwerpregeling.

Van het besluit van het kabinet inzake vaste verandermomenten van regelgeving wordt deels afgeweken (artikel V, eerste en tweede lid), aangezien het reparatieregelgeving en implementatie van bindende EU-rechtshandelingen betreft. Dit geldt niet voor artikel III. Dit artikel treedt in werking met ingang van 1 januari 2016 (artikel V, derde lid).

Administratieve lasten en bedrijfseffecten

Dit besluit heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven en de burger en heeft ook verder geen bedrijfseffecten.

Artikelsgewijs

Artikel I

Op 28 december 2013 is Verordening (EU) nr. 1379/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 houdende een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1184/2006 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad (PbEU 2013, L 354) gepubliceerd (verder: verordening (EU) 1379/2013). Verordening (EU) 1379/2013 is uitgevoerd bij het Warenwetbesluit Visserijproducten, slakken en kikkerbillen (artikel XIX van het besluit houdende wijziging van enkele Warenwetbesluiten in verband met de wijziging van de Warenwet (Stb. 2015, 235), de uitvoering van verordening (EU) nr. 1379/2013, de aanpassing van de aanduiding van kaas en enkele technische wijzigingen).

Artikel 46 van verordening (EU) 1379/2013 zorgt voor het intrekken van verordening (EG) 104/20002. In de Warenwetregeling handelsbenamingen vis staan nog verwijzingen naar verordening (EG) 104/2000. Deze regeling zorgt voor het opnemen van de juiste verwijzingen.

Artikel II en IV

Op 29 juni 2013 is Verordening (EU) nr. 609/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 inzake voor zuigelingen en peuters bedoelde levensmiddelen, voeding voor medisch gebruik en de dagelijkse voeding volledig vervangende producten voor gewichtsbeheersing, en tot intrekking van Richtlijn 92/52/EEG van de Raad, Richtlijnen 96/8/EG, 1999/21/EG, 2006/125/EG en 2006/141/EG van de Commissie, Richtlijn 2009/39/EG van het Europees Parlement en de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 41/2009 en (EG) nr. 953/2009 van de Commissie (PbEU 2013, L 181) gepubliceerd (verder te noemen: verordening (EU) 609/2013). Verordening (EU) 609/2013 zal worden uitgevoerd bij het Warenwetbesluit bijzondere voeding 2016.

Het Warenwetbesluit bijzondere voeding 2016 zal het Warenwetbesluit Producten voor bijzondere voeding intrekken. Van rechtswege vervalt een aantal Warenwetregelingen, waaronder de Warenwetregeling zuigelingenvoeding 2007 en de Warenwetregeling Babyvoeding. In de Warenwetregeling residuen van bestrijdingsmiddelen wordt verwezen naar deze Warenwetregelingen. Artikel II zorgt voor een juiste verwijzing naar verordening (EU) 609/2013.

Artikel 20, vierde lid, van verordening (EU) 609/2013 trekt de richtlijnen 2006/125/EG3 en 2006/141/EG4 in. In de bijlage bij de Warenwetregeling verpakkingen en gebruiksartikelen wordt verwezen naar deze richtlijnen. Artikel IV zorgt voor een juiste verwijzing naar verordening (EU) 609/2013. In paragraaf 0.5.2 komt door de wijziging voetnoot 15 te vervallen en in hoofdstuk I komen de voetnoten 18 en 19 te vervallen.

Artikel III, onderdeel A

Artikel 27, tweede lid, van verordening (EG) 882/20045 bepaalt dat lidstaten een vergoeding innen voor activiteiten als bedoeld in bijlage IV, afdeling A, en bijlage V, afdeling A. Bijlage V, afdeling A, van verordening (EG) 882/2004 luidt:

‘De onder de Richtlijnen 97/78/EG en 91/496/EEG vallende activiteiten waarvoor de lidstaten op grond van Richtlijn 85/73/EEG thans vergoedingen innen.’

Artikel 15 van richtlijn 97/78/EG6 stelt eisen aan de wederinvoer van een door een derde land geweigerde partij uit de Europese Unie afkomstige producten. De activiteiten die de NVWA verricht in het kader van de wederinvoer kunnen met ingang van 1 januari 2016 worden doorberekend aan de belanghebbende bij de lading (artikel XIV, onderdeel A, van het besluit houdende wijziging van enkele Warenwetbesluiten in verband met de wijziging van de Warenwet (Stb. 2015, 235), de uitvoering van verordening (EU) nr. 1379/2013, de aanpassing van de aanduiding van kaas en enkele technische wijzigingen). Artikel III, onderdeel A, van deze regeling zorgt ervoor dat de werkelijke kosten in rekening gebracht kunnen worden voor deze activiteiten van de NVWA.

Artikel III, onderdeel B

In artikel 14 van de Warenwetregeling vaststelling van tarieven voor retributies levensmiddelen 2008 (verder: de Warenwetregeling) is de retributie vastgesteld voor een controle van de hygiënische omstandigheden waarin aanlanding en eerste verkoop van visserijproducten plaatsvinden. Deze retributie wordt rechtstreeks opgelegd bij de controle van ingevroren visserijproducten die in grote hoeveelheden worden aangevoerd door een beperkt aantal schepen. Deze controleactiviteiten kunnen per schip vooraf exact worden ingepland. Hierdoor kunnen de kosten relatief eenvoudig in verband worden gebracht met het betreffende schip. Bij de aanvoer van de in artikel 14, tweede lid, bedoelde producten is dat niet het geval. Daar gaat het om een zeer diverse aanvoer die steekproefsgewijs wordt gecontroleerd. Het is wenselijk dat de kosten van deze controles evenredig worden verdeeld over de betrokken aanvoerders. Er is dan ook behoefte aan een apart tarief voor deze producten.

Het reeds vastgestelde tarief gaat daarom gelden voor de controle van ingevroren visserijproducten. Daarnaast wordt in het tweede lid een retributie vastgesteld voor de controle van verse zeevis, schaaldieren, waaronder de Crangon crangon garnalen, en koppotigen (inktvissen). Deze retributie bedraagt de werkelijke kosten. De NVWA bekijkt jaarlijks welke kosten daadwerkelijk zijn gemaakt voor de uitvoering van deze controle. Deze kosten worden vervolgens verdeeld over alle aanvoerders van verse zeevis, schaaldieren, waaronder de Crangon crangon garnalen, en koppotigen (inktvissen) via een verdeelsleutel op basis van de (vangst)gegevens uit het betreffende jaar. Deze gegevens komen uit systemen van de NVWA en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland komen. De facturering gebeurt achteraf.

Artikel III, onderdeel C

Het tarief voor de aanvullende officiële controle (artikel 23 van de Warenwetregeling) wordt anders opgebouwd. Tot deze wijziging bestond het tarief uit een starttarief van € 118,52 en een bedrag van € 26,50 per kwartier dat aan de werkzaamheden door een medewerker van de NVWA is besteed. De werkzaamheden van de medewerker van de NVWA bestaan uit inspectiewerkzaamheden en administratiewerkzaamheden. Op basis van de formulering van artikel 23, tweede lid, van de Warenwetregeling diende de NVWA de werkelijke inspectiekwartieren en de werkelijke administratiekwartieren in rekening te brengen. De werkelijke inspectiekwartieren zijn eenvoudig vast te stellen. Dit geldt echter niet voor de administratiekwartieren. De NVWA werkt daarom met een vast bedrag voor de administratiekwartieren, afhankelijk van het soort controle dat is uitgevoerd. Zo is er een vast bedrag voor een aanvullende officiële controle zonder interventie, een vast bedrag voor een aanvullende officiële controle met interventie en een vast bedrag voor een aanvullende officiële controle bij notoire overtreders. Deze vaste bedragen zijn gebaseerd op de door de NVWA gedurende een bepaalde periode daadwerkelijk gedragen kosten voor de administratieve afhandeling van de inspecties. De vaste bedragen zijn opgenomen in artikel 23, derde en vierde lid, van de Warenwetregeling en zijn als volgt:

  • aanvullende officiële controle zonder interventie: 1 administratiekwartier (artikel 23, derde lid);

  • aanvullende officiële controle met interventie: 2 administratiekwartieren (artikel 23, vierde lid, onderdeel a);

  • aanvullende officiële controle bij notoire overtreders: 10 administratiekwartieren (artikel 23, vierde lid, onderdeel b).

De administratieve werkzaamheden bestaan uit het voorbereiden van de inspectie (onder andere bestuderen van de bedrijfsgegevens), het registreren van de inspectiegegevens en het administratief afhandelen van de overtreding. Bij een aanvullende officiële controle met interventie zijn er meer administratieve werkzaamheden dan bij een aanvullende officiële controle zonder interventie. De overtreding is immers niet opgeheven en de situatie wordt opnieuw vastgelegd. Onder interventie wordt onder andere verstaan een schriftelijke waarschuwing, een bestuurlijke boete of het opleggen van een recall. Een overzicht van alle interventies staat op www.nvwa.nl.

Bij een notoire overtreder wordt de aanvullende officiële controle uitgevoerd door twee medewerkers en er wordt een journaal gemaakt waarin alle activiteiten worden vastgelegd. Daarnaast worden er gesprekken gevoerd met ondernemer en is ook intern overleg bij de NVWA nodig. Hierdoor zijn bij een notoire overtreder de administratiekosten hoger dan bij de andere aanvullende officiële controles. De benodigde tijd voor het opmaken van een interventie wordt conform het kabinetsbeleid ‘Maat houden 2014’ niet in rekening gebracht bij het bedrijfsleven.

In het zesde lid (nieuw) wordt een onvolkomenheid weggenomen en een onderdeel toegevoegd. Bij het uitvoeren van een aanvullende officiële bemonstering, zonder dat een aanvullende officiële controle plaatsvindt, horen ook administratiewerkzaamheden. Deze bestaan uit het voorbereiden van de monstername en het vastleggen van de gegevens in de database. Deze werkzaamheden werden nog niet in rekening gebracht. Door het nieuwe onderdeel d wordt een bedrag van € 26,50 aan administratiekosten in rekening gebracht.

Tot slot wordt nog een apart tarief opgenomen voor een aanvullende officiële controle in een erkend bedrijf (artikel 23, negende lid, van de Warenwetregeling), waarbij wordt aangesloten bij het tarief voor een periodieke controle in een erkend bedrijf (artikel 9, eerste lid, van de Warenwetregeling).

Artikel III, onderdeel D

Het tarief van € 19,53 is opgebouwd uit het tarief van het basiscertificaat van het COKZ (€ 14,25) en de opslag voor het gebruik van het CLIENT-systeem ten behoeve van de NVWA (€ 5,28; in 2015: € 5,14). Het tarief van het basiscertificaat is ten opzichte van 2015 ongewijzigd gebleven. De opslag voor het gebruik van het CLIENT-systeem is in opdracht van de NVWA verhoogd met 2,7% tot € 5,28.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, .I. Schippers


X Noot
1

Aan het ROW nemen vertegenwoordigers deel van ondernemers (industrie en handel), van consumenten, van ministeries (met name van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en van Economische Zaken), en van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

X Noot
2

Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad van 17 december 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijproducten en producten van de aquacultuur (PbEG 2000, L 17).

X Noot
3

Richtlijn 2006/125/EG van de Commissie van 5 december 2006 inzake bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen en babyvoeding voor zuigelingen en peuters (PbEU 2006, L 339).

X Noot
4

Richtlijn 2006/141/EG van de Commissie van 22 december 2006 inzake volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding en tot wijziging van Richtlijn 1999/21/EG (PbEU 2006, L 401).

X Noot
5

Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PbEU 2004, L 165).

X Noot
6

Richtlijn 97/78/EG van de Raad van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (PbEG 1998, L 24).

Naar boven