Mededeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 2 december 2015, 2015-0000299269, tot herziening van de bedragen en vaststelling van de grondslagen, genoemd in de IOAW, IOAZ en het Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten met ingang van 1 januari 2016

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

deelt op grond van de artikelen 5, derde, vierde, vijfde en tiende lid, 8, vierde, zesde en achtste lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, 5, vierde, vijfde, zesde en negende lid, 8, vijfde, zesde, achtste, negende, tiende, twaalfde en dertiende lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, 2:8, tweede lid, van het Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten en 5, derde lid, van de Regeling vermogenswaardering Ioaz mee;

ARTIKEL I

De bedragen, genoemd in de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, worden als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid, onderdeel a, wordt ‘€ 687,59’ vervangen door: € 694,79.

2. In het derde lid, onderdeel b, wordt ‘€ 687,59’ vervangen door: € 694,79.

3. In het vierde lid, wordt ‘€ 962,63’ vervangen door: € 972,70

B

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, wordt ‘€ 306,12’ vervangen door: € 311,78.

2. In het vijfde lid, wordt ‘€ 200,03’ vervangen door: € 194,71.

C

Artikel 63e, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt ‘€ 893,87’ vervangen door: € 903,22.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 825,11’ vervangen door: € 833,74.

4. In onderdeel d wordt ‘€ 756,35’ vervangen door: € 764,26.

ARTIKEL II

De bedragen en de percentages, genoemd in de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, worden als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onderdeel 2, wordt ‘€ 22.511,00’ vervangen door: € 23.124.

2. In het tweede lid, onderdeel 3, wordt ‘€ 23.204,00’ vervangen door: € 23.872.

3. In het vierde lid, onderdeel a, wordt ‘€ 687,59’ vervangen door: € 694,79.

4. In het vierde lid, onderdeel b, wordt ‘€ 962,63’ vervangen door: € 972,70.

5. In het vierde lid, onderdeel c, wordt ‘€ 687,59’ vervangen door: € 694,79.

B

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘€ 129.511,00’ vervangen door ‘€ 130.081’.

2. In derde lid wordt ‘€ 306,12’ vervangen door: € 311,78.

3. In het negende lid wordt ‘€ 200,03’ vervangen door: € 194,71.

C

Artikel 63b, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt ‘€ 893,87’ vervangen door: € 903,22.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 825,11’ vervangen door: € 833,74.

4. In onderdeel d wordt ‘€ 756,35’ vervangen door: € 764,26.

ARTIKEL III

Artikel 2:8, eerste lid, onderdeel b, van het Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten, wordt ‘€ 2.340,00’ vervangen door: € 2.366.

ARTIKEL IV

In artikel 5, eerste lid, onderdeel d, van de Regeling vermogenswaardering Ioaz wordt ‘€ 118.819,00’ telkens vervangen door: € 120.161.

ARTIKEL V

De bedragen, genoemd in de Regeling vaststelling grondslagen IOAW, worden als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 1.586,22’ vervangen door: € 1.598,50.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 793,11’ vervangen door: € 799,25.

3. In het derde lid wordt ‘€ 1.226,02’ vervangen door: € 1.237,10.

B

Artikel 1a, het eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt ‘€ 1.118,26’ vervangen door: € 1.128,43.

2. In onderdeel c wordt ‘€ 1.008,71’ vervangen door: € 1.018,21.

3. In onderdeel d wordt ‘€ 900,96’ vervangen door: € 909,54.

ARTIKEL VI

De bedragen, genoemd in de Regeling vaststelling grondslagen IOAZ, worden als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 1.586,22’ vervangen door: € 1.598,50.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 793,11’ vervangen door: € 799,25.

3. In het derde lid wordt ‘€ 1.226,02’ vervangen door: € 1.237,10.

B

Artikel 1a, het eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt ‘€ 1.118,26’ vervangen door: € 1.128,43.

2. In onderdeel c wordt ‘€ 1.008,71’ vervangen door: € 1.018,21.

3. In onderdeel d wordt ‘€ 900,96’ vervangen door: € 909,54.

Deze mededeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 2 december 2015

de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, C. Bronda Directeur Participatie en Decentrale voorzieningen

TOELICHTING

In de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) zijn de netto bedragen opgenomen waaraan de op grond van artikel 5 van de IOAW en IOAZ vast te stellen grondslagen netto gelijk dienen te zijn. De genoemde bedragen dienen te worden herzien met ingang van de dag waarop en met het percentage waarmee het netto minimumloon en het netto minimumjeugdloon worden herzien.

Aangezien met ingang van 1 januari 2016 het netto minimumloon en het netto minimumjeugdloon wijzigen, dienen de in de IOAW en de IOAZ en in de regeling vaststelling grondslagen IOAW en de regeling vaststelling grondslagen IOAZ genoemde bedragen eveneens te worden gewijzigd.

Ook enkele bedragen genoemd in het Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten en de Regeling vermogenswaardering Ioaz worden gewijzigd aan de hand van de ontwikkeling van het netto minimumloon.

Middels deze mededeling worden de gewijzigde bedragen bekend gemaakt.

Den Haag, 2 december 2015

de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, C. Bronda Directeur Participatie en Decentrale voorzieningen

Naar boven