De Regeling genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer 2013 (hierna: Regeling
ggo) bevat technische voorschriften voor activiteiten met genetisch gemodificeerde
organismen (hierna: ggo's).
De regeling ggo bevat een aantal bijlagen die van toepassing zijn voor het doen van
een risicobeoordeling voor activiteiten met ggo's in ingeperkte ruimten. Een aantal
van die bijlagen bevatten lijsten van onderdelen die van belang zijn voor de risicobeoordeling.
Deze lijsten moeten regelmatig uitgebreid worden om te voldoen aan de laatste stand
van de techniek. Deze wijzigingsregeling strekt daartoe.
Op lijst A1 van bijlage 2 bij de Regeling ggo zijn de gastheerorganismen opgenomen
waarvan is vastgesteld dat zij geschikt zijn voor de vervaardiging van ggo's van inperkingsniveau
I. Via artikel 16 van de Regeling ggo werkt bijlage 2 ook door in de reguliere risicobeoordeling
overeenkomstig bijlage 5 bij de Regeling ggo. Sinds de wijzigingsregeling van 1 oktober
2015 is voor een nieuw gastheerorganisme vastgesteld dat deze eveneens geschikt is
voor opname op lijst A1 van bijlage 2 bij de Regeling ggo. Met deze wijzigingsregeling
wordt dat gastheerorganisme toegevoegd aan die lijst. Op de gehanteerde criteria is
ingegaan in de toelichting bij artikel 22 van de Regeling ggo.1
In bijlage 4 bij de Regeling ggo zijn de pathogene micro-organismen opgenomen, waarvan
de klasse van pathogeniteit is vastgesteld. Sinds de wijzigingsregeling van 1 oktober
2015 is voor een aantal nieuwe pathogene micro-organismen de klasse van pathogeniteit
vastgesteld. Deze wijzigingsregeling strekt ertoe om deze pathogene micro-organismen
toe te kunnen passen bij de risicobeoordeling overeenkomstig bijlage 5 bij de Regeling
ggo. Daarvoor is het overeenkomstig artikel 16 van de Regeling ggo noodzakelijk deze
gastheerorganismen op te nemen in bijlage 4 bij de Regeling ggo. Voor een verdere
toelichting op de klassen van pathogeniteit wordt verwezen naar de begripsomschrijving
van micro-organismen van klasse 1, 2, 3 en 4 in artikel 2 van de Regeling ggo en de
daarop betrekking hebbende passages in de toelichting bij die regeling.2 Op de toepassing van bijlage 4 wordt ook ingegaan in de inleiding die in bijlage
4 is opgenomen.
De aanpassingen kunnen worden gekenschetst als aanpassingen aan de stand van de techniek.
Ze zijn aan te merken als aanpassingen van ondergeschikte betekenis. Gelet hierop
is, met toepassing van artikel 1.9, tweede lid, onderdeel b, van het Besluit genetisch
gemodificeerde organismen milieubeheer 2013 (hierna: Besluit ggo), afgezien van voorpublicatie.
Voor de doelgroep bieden de aanpassingen het grote voordeel dat voor de risicobeoordeling
door middel van een kennisgeving gebruik kan worden gemaakt van de in de bijlagen
opgenomen organismen en geen verzoek hoeft te worden gedaan voor een individueel besluit
op grond van artikel 2.8 van het Besluit ggo.
Overeenkomstig het stelsel van vaste verandermomenten (aanwijzing 174, onder 2, van
de aanwijzingen voor de regelgeving) treedt deze wijzigingsregeling in werking met
ingang van 1 januari 2016. Er wordt afgeweken van de invoeringstermijn van ten minste
twee maanden. Deze afwijking is gerechtvaardigd omdat dit, gelet op de doelgroep,
aanmerkelijke ongewenste private nadelen voorkomt (aanwijzing 174, onder 4, onder
a, van de aanwijzingen voor de regelgeving). Elke aanvrager die gebruik wil maken
van organismen die niet zijn opgenomen in de bijlagen moet, zoals hiervoor aangegeven,
een besluit als bedoeld in artikel 2.8 Besluit ggo aanvragen. Bij die aanvraag moet
een groot aantal gegevens worden aangeleverd. Er geldt een beslistermijn van 45 dagen.
Vervolgens kan men pas een kennisgeving doen nadat het besluit is genomen en daarna
kan pas gebruik worden gemaakt van die organismen.