Beleidsregels loodsen op afstand Redegebied Hoek van Holland/Maasmond

Nr. ..../2015 Rotterdam

De Havenmeester van Rotterdam, werkzaam bij Havenbedrijf Rotterdam N.V., handelend als bevoegde autoriteit in de zin van het Loodsplichtbesluit 1995,

overwegende dat:

  • in het Loodsplichtbesluit 1995 in algemene zin is geregeld onder welke omstandigheden het loodsen op afstand wettelijk is toegestaan;

  • eerder bij bekendmakingen aan de scheepvaart nr. 158/2005 hieraan door de bevoegde autoriteit een nadere operationele uitwerking is gegeven;

  • deze operationele uitwerking noodzakelijk is aangezien bij loodsen op afstand de registerloods zijn taak niet aan boord van het schip uitoefent en er derhalve geen sprake is van een optimale situatie;

  • recente veranderingen in de IBC-code/Marpol noodzaken tot het aanpassen van de criteria waaronder zeetankschepen niet voor loodsen op afstand in aanmerking komen;

Gelet op titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 3, eerste en tweede lid,van het Loodsplichtbesluit 1995, de artikelen 1, en 2.7 van het Besluit opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren en artikel 3, juncto artikel 1, onderdeel a, onder 2 van de Regeling bevoegde en regionale autoriteiten Loodsplichtbesluit 1995;

Besluit vast te stellen:

Beleidsregels loodsen op afstand Redegebied Hoek van Holland/Maasmond

Artikel 1

In dit besluit en daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a. Zeeschip:

een zeeschip als bedoeld in artikel 2, onder b, van de Scheepvaartverkeerswet;

b. Zeetankschip:

een zeeschip, gebouwd voor of aangepast aan het vervoer van onverpakte vloeibare lading in zijn laadruimten;

c. Lengte:

lengte over alles.

Artikel 2

Het loodsen op afstand wordt verstrekt door registerloodsen via het marifoonkanaal 2 van de sector Pilot Maas respectievelijk marifoonkanaal 3 van de sector Maasmond over het traject vanaf het beloodsingstation buitengaats tot binnen de Maasmond (ter hoogte van de verkeerscentrale Hoek van Holland) of omgekeerd.

Artikel 3

In het kader van het toelatingsbeleid voor bepaalde, in artikel 4 genoemde, categorieën van zeeschepen wordt onder bepaalde omstandigheden het loodsen op afstand niet toegestaan, doch dient uitsluitend gebruik te worden gemaakt van de diensten van een loods aan boord van het schip.

Artikel 4

Onderstaande categorieën zeeschepen komen niet voor het loodsen op afstand in aanmerking:

  • 1. Zeeschepen

    • a. met een lengte van 165 meter, of meer;

    • b. met een diepgang van 14.3 meter, of meer;

    • c. naar zee vertrekkend, met een lengte van 125 meter of meer, of een diepgang van 9 meter of meer;

    • d. waarvoor, vanwege de toestand waarin zij verkeren, door de bevoegde autoriteit een loods aan boord is voorgeschreven;

    • e. waarmee geen adequate communicatie mogelijk is;

    • f. waarvan blijkt of is gebleken dat loodsen op afstand redelijkerwijs niet veilig kan worden toegepast, of:

    • g. die redelijkerwijs per helikopter kunnen worden beloodst.

  • 2.

    • a. Geladen zeetankschepen met een lengte van meer dan 125 meter;

    • b. Categorieën zeetankschepen, als genoemd onder sub 1, 2, en 3, voor zover de gezagvoerder/kapitein aan boord van het zeetankschip de Engelse taal niet goed machtig is en hij de afgelopen twee kalenderjaren niet minimaal gemiddeld 6 maal per jaar Rotterdam is aangelopen:

      • 1°. geladen gastankers of LNG tankers;

      • geladen met MARPOL Annex II, waarvoor special requirement 15.12 (toxic products) van de IBC-code geldt, of;

      • geladen met een product, waarvan het onderste vlampunt lager of gelijk is aan 55 graden Celsius, welke niet in alle verhoudingen mengbaar is met water.

Artikel 5

In afwijking van het gestelde in artikel 4, eerste lid, onder c kunnen naar zee vertrekkende zeeschepen met een lengte van meer dan 125 meter, maar minder dan 150 meter in aanmerking komen voor het loodsen op afstand, indien:

  • a. het schip niet heli geschikt is, en;

  • b. het geen geladen zeetankschip betreft met een lengte van meer dan125 meter, en;

  • c. naar oordeel van de bevoegde autoriteit kan worden voldaan aan de hydro- en meteo en verkeerstechnische voorwaarden.

Artikel 6

In afwijking van het gestelde in artikel 4, eerste lid, onder a, en onder c, kunnen van zee komende -en naar zee vertrekkende roll- on- roll- off zeeschepen met een geldig RM certificaat, waarbij ad-hoc loodsplicht is opgelegd, voor loodsen op afstand in aanmerking komen.

Artikel 7

Voor vanuit zee komende schepen met een lengte van meer dan 125 meter, of een diepgang van 9 meter of meer die in aanmerking komen voor het loodsen op afstand, is het tijdstip van binnenkomst afhankelijk van de heersende hydro-meteo omstandigheden.

Artikel 8

Het bovenstaande laat onverlet dat door de bevoegde autoriteit een zeeschip in bijzondere omstandigheden geheel of gedurende een bepaalde periode van loodsen op afstand kan worden uitgesloten.

Artikel 9

Bekendmaking aan de Scheepvaart nr.158/2005, Redegebied Hoek van Holland/Maasmond Loodsen op afstand (aanpassing) wordt ingetrokken.

Artikel 10

Deze beleidsregels worden in de Staatscourant geplaatst en treden in werking op de tweede dag na publicatie.

Artikel 11

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels loodsen op afstand Redegebied Hoek van Holland/Maasmond.

Aldus vastgesteld op 30 november 2015

De Havenmeester van Rotterdam, werkzaam bij Havenbedrijf Rotterdam N.V., handelend als bevoegde autoriteit als bedoeld in het Loodsplichtbesluit 1995 R.J. de Vries

TOELICHTING

Met deze beleidsregels wordt door de bevoegde autoriteit een operationele uitwerking gegeven aan de in het Loodsplichtbesluit 1995 en het Besluit nautische beroepsbeoefenaren opgenomen algemene regels waaronder loodsen op afstand (LOA) wettelijk is toegestaan. Deze operationele uitwerking is noodzakelijk aangezien bij het zgn. LOA de registerloods zijn taak niet aan boord van het schip uitoefent en er dus geen sprake is van een optimale situatie.

Belangrijkste aanleiding voor deze beleidsregels zijn recente veranderingen in de IBC-code/Marpol die zijn vertaald naar de criteria waaronder zeetankschepen niet voor loodsen op afstand in aanmerking komen. Hiernaast wordt de frequentie eis die gesteld wordt aan een deel van de zeetankschepen duidelijker geformuleerd en komt deze overeen met de eisen die worden gesteld aan een ontheffing van de loodsplicht. De eis dat de gezagvoerder/kapitein van een zeetankschip als bedoeld in artikel 4 de afgelopen twee kalenderjaren minimaal gemiddeld 6 maal Rotterdam dient te zijn aangelopen om voor loodsen op afstand in aanmerking te komen is binnen die context de ondergrens om enige ervaring en bekendheid te veronderstellen bij de kapitein. De eisen in termen van scheepsdimensies zijn niet aangepast.

Deze beleidsregels worden in de werkafspraken tussen de Havenmeester en Loodsencorporatie Rotterdam-Rijnmond nader beschreven. In praktijk is er of sprake van aangepaste loodsdienst voor klein (waarbij schepen met een lengte van 125 meter of minder met LOA bediend worden en grotere schepen, vanwege de betere stabiliteit, wel normaal beloodst kunnen worden) of voor aangepaste loodsdienst voor alle schepen. In dat laatste geval kunnen schepen met een lengte van meer dan 125 meter doorgaans met een helikopter beloodst worden, hoewel de veiligheidsmarges ’s nachts daarbij strenger zijn (alleen schepen met een lengte van meer dan 150 meter).

Naar boven